Een echte koerswijziging op vlak van Europese regelgeving laat op zich wachten

Ondanks de toenemende kritiek op de hoge kost van Europese regelgeving blijft een echte koerswijziging uit. De Europese Commissie komt wel met een aantal “vereenvoudigingen”, maar bijvoorbeeld op vlak van klimaatbeleid, gaat ze gewoon voort op het pad van steeds strengere klimaatdoelstellingen.

Een nieuw Commissievoorstel voorziet nu immers een zoveelste nieuwe doelstelling om de CO2-uitstoot te verminderen. Die zou nu tegen 2040 met 90 procent moeten verminderen ten opzichte van 1990. Blijkbaar waren de resultaten van de Europese Parlementsverkiezingen van 2024, waarbij groene partijen zware verliezen leden, niet duidelijk genoeg voor de eurocraten. Het verzet is dan ook duidelijk. Slechts zes EU-lidstaten, die samen iets minder dan een vijfde van de EU-bevolking vertegenwoordigen, steunen deze voorgestelde nieuwe EU-klimaatdoelstelling.

Tsjechië zou hier met name “sceptisch” tegenover staan en ook Italië wil een afzwakking. Veel EU-regeringen stellen allerlei voorwaarden in ruil voor hun steun, en enkel Denemarken, Spanje, Finland, Nederland, Luxemburg en Slovenië bieden min of meer onvoorwaardelijke steun. In het geval van Nederland kan men zich afvragen of dit wel echt de wens is van de – uiteengevallen – coalitie van rechtse partijen, of opnieuw een geval van ambtenaren die maar op eigen houtje zaken beslissen.

Wopke Hoekstra

In 2014 nomineerde die coalitie trouwens ook de huidige Nederlandse EU-commissaris Wopke Hoekstra, die verantwoordelijk is voor het klimaatbeleid. Naar verluidt deden zij dit in ruil voor een belangrijke portefeuille voor de Nederlander. In de praktijk volgt hij echter niet bepaald een orthodoxe centrumrechtse lijn, om het zacht uit te drukken, ondanks zijn verleden als bedrijfsadviseur bij McKinsey & Company, wat een zekere gevoeligheid voor de economische realiteit zou veronderstellen.

Hoekstra is namelijk bijzonder gemotiveerd om vast te houden aan het klimaatbeleid van de EU. Hij benadrukte: “Een veerkrachtig, veilig en duurzaam Europa is afhankelijk van ambitieus klimaatbeleid. Dat betekent zowel het terugdringen van de uitstoot als het aanpassen aan het klimaat dat nu al verandert.” De Nederlandse commissaris biedt daarmee slechts een beperkt aantal concessies aan kritische EU-lidstaten.

Hoge energieprijzen

Dit beleidsstandpunt gaat volledig voorbij aan wat er in Europa gebeurt, waar de chemische sector, die als basis dient voor alle andere industrieën, te lijden heeft onder desinvestering. Een belangrijke reden hiervoor zijn de structureel hoge energieprijzen in Europa, die nog worden versterkt door het klimaatbeleid van de EU. De kosten van het emissiehandelssysteem (ETS) van de EU, in feite een koolstofbelasting, overtreffen zelfs de totale prijs van aardgas in de Verenigde Staten.

Jim Ratcliffe, de oprichter van chemiegigant Ineos, heeft zojuist bekendgemaakt dat hij Antwerpen niet langer zal kiezen voor de bouw van de nieuwe ethaankraker van Project One, een miljardenproject van Ineos en een van de belangrijkste investeringen in de Europese chemische sector in decennia. Hij verklaarde: “Ik zou niet opnieuw kiezen voor Antwerpen voor miljardeninvestering als deze ethaankraker.  De helft van de industrie die hier ligt, is binnen tien jaar verdwenen.”

Als reden daarvoor vermeldde hij ook de schade van de ETS-klimaatbelasting van de EU. Hij zei: “Terwijl China in een ongezien tempo aan het industrialiseren is en de Verenigde Staten de achtervolging hebben ingezet met onder meer de tarieven, is Europa vooral aan het de-industrialiseren. De energiekosten zijn ettelijke keren hoger en de cash moet hier vooral naar koolstoftaksen gaan in plaats van naar investeringen. Zo wordt het leven uit onze industrie geknepen.”

Desondanks roept geen enkele belangrijke Europese politicus op om die dure ETS klimaattaks op te schop te nemen, ondanks het feit dat de CO2-uitstoot in de V.S., waar zo’n klimaattaks ontbreekt, procentueel sterker daalde per capita dan in de EU, sinds 2005, toen het ETS-systeem werd ingevoerd. In plaats daarvan wordt het ETS-systeem uitgebreid naar het wegvervoer en gebouwen, iets wat de jaarlijkse energierekening voor gezinnen met honderden euro’s zal doen stijgen.  

Hogere belastingen

Ook op andere beleidsterreinen lijken de Commissie in het algemeen en Wopke Hoekstra in het bijzonder elke economisch ratio te hebben verloren. Volgens de Duitse krant Bild overweegt de Europese Commissie om via een herziening van de tabaksaccijnsrichtlijn (TED) hogere belastingen door te voeren, waardoor sigaretten minstens 20 procent duurder zouden worden. Hoekstra is hiervoor de verantwoordelijke commissaris. Het is één ding dat hij sigaretten duurder wil maken, ook al kan dat smokkel in de hand werken en de koopkracht aantasten. Vanuit het oogpunt van de volksgezondheid is het echter gewoonweg alarmerend dat hij ook alleen maar de belastingen op alternatieven voor sigaretten, zoals vapen, verhitte-tabaksproducten en nicotinezakjes, wil verhogen.

Tijdens een hoorzitting van het Europees Parlement op 6 februari verklaarde Hoekstra ronduit dat “roken doodt, vapen doodt”. Dat is gewoonweg niet waar. Volgens het Britse ministerie van Volksgezondheid “wijzen de beste schattingen erop dat e-sigaretten 95 procent minder schadelijk zijn voor de gezondheid dan normale sigaretten”.

Bovendien is het hypocriet dat de Europese Commissie hoog van de toren blaast over de schade die tabak toebrengt aan de volksgezondheid. Zweden is de enige EU-lidstaat die niet door de EU wettelijk is verplicht om een alternatief voor sigaretten, snus, te verbieden. Destijds hebben Zweedse diplomaten over deze uitzondering onderhandeld, omdat anders het referendum over de toetreding van Zweden tot de EU in de jaren negentig waarschijnlijk niet door de pro-EU-zijde zou zijn gewonnen.

Drie decennia later zijn de resultaten bekend en die zijn vernietigend voor de punitieve aanpak van de EU. Zweden heeft niet alleen een van de laagste percentages rokers in Europa, maar ook een veel lagere incidentie van aan roken gerelateerde ziekten. In de jaren zestig rookte bijna de helft van de Zweedse mannen. Tegenwoordig rookt slechts ongeveer 5 procent van de Zweedse volwassenen, terwijl het Europese gemiddelde 24 procent bedraagt. In vergelijking met andere EU-landen heeft Zweden 44 procent minder sterfgevallen als gevolg van tabaksgebruik, 41 procent minder longkanker en 38 procent minder sterfgevallen als gevolg van kanker. Opvallend is dat Zweden ook lagere belastingen heft op alternatieven voor sigaretten.

Natuurlijk zijn correlatie en causaliteit niet altijd even eenvoudig en zijn er misschien andere redenen voor het succes van Zweden, maar de Europese Commissie zou in ieder geval de ‘harm reduction’-benadering – het tolereren van minder schadelijke of niet-schadelijke alternatieven voor schadelijke producten – een kans moeten geven. In plaats daarvan volgt de Europese regelgever een vermoeiende paternalistische en onwetenschappelijke aanpak.

Verstandigere lidstaten

Ook op dit vlak geven de EU-lidstaten toch blijk van een meer doordacht perspectief. De Italiaanse vicepremier Antonio Tajani stuurde een brief aan Hoekstra waarin hij betoogde dat alternatieve tabaksproducten op het gebied van belasting niet op dezelfde manier mogen worden behandeld als traditionele sigaretten. Het is niet de eerste keer dat regeringen van EU-lidstaten, die dichter bij de publieke opinie staan dan eurocraten, enig gezond verstand in het beleidsdebat brengen. Dit is geen nichedebat, gezien de schade die roken toebrengt aan de volksgezondheid.

Een diplomaat uit een zuidelijke lidstaat wees er daarbovenop ook op dat de hoge tabaksaccijnzen in Frankrijk en Nederland hebben geleid tot zwarte markten en meer grensoverschrijdend winkelen, en beschuldigde Nederland en Frankrijk ervan nu andere landen ertoe aan te zetten “dezelfde fout te herhalen”.

Interessant is dat Wopke Hoekstra zelf deel uitmaakte van de Nederlandse regering die alle nicotinezakjes verbood, zelfs als deze helemaal geen tabak bevatten, een verbod dat volgde op jaren van accijnsverhogingen op traditionele sigaretten. Deze beleidsaanpak, die België ook volgt, moedigde Nederlandse consumenten aan om goedkope, ongereguleerde alternatieven te kopen. Tussen 2020 en 2024 steeg het verbruik van onbelaste sigaretten in Nederland van 15 procent tot 25 procent, wat ook de strijd tegen de georganiseerde misdaad bemoeilijkt. Het leek die criminele groeperingen immers in andere aspecten van hun bedenkelijke zaakjes te hebben geholpen. Uit een nieuwe OESO-studie blijkt dat Nederland tussen 2020 en 2021 de grootste bestemming in de EU was voor namaakgoederen, variërend van horloges en handtassen tot geneesmiddelen.

Kortom, in plaats van te leren van de succesvolle beleidsaanpak zoals die van Zweden, wil de Europese Commissie het tegenovergestelde doen en het mislukte Frans-Nederlandse beleid kopiëren.

“Vereenvoudiging” is niet voldoende

De Europese Commissie is wel begonnen met wat zij “vereenvoudiging” van de regelgeving noemt. Sinds de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2024 heeft zij daartoe al negen vereenvoudigingspakketten aangekondigd. Vier daarvan zijn al voorgesteld, de rest wordt dit jaar verwacht. Dat is natuurlijk bij lange na niet genoeg. Wat we nodig hebben is een radicale deregulering, niet enkel vereenvoudiging.

In het verleden gaf de Europese Commissie al eens toe dat haar regelgevingsdrift uit de hand is gelopen, bijvoorbeeld toen zij in 2014 haar agenda voor “betere regelgeving” lanceerde. Interessant is dat de toenmalige Nederlandse EU-commissaris Frans Timmermans, later bekend om zijn klimaatfanatisme, de drijvende kracht achter deze agenda was. Hij stelde toen onder meer voor om “sunset clauses” aan de regelgeving toe te voegen – clausules die voorzien in een automatische einddatum voor een bepaalde wetgeving. Hij wilde ook herzieningsoefeningen, ter vermindering van de Europese administratieve overlast, en wilde lidstaten stimuleren om geen “gold plating” toe te passen, een term die naar het gebruik verwijst waarbij buitensporige nationale eisen worden opgelegd bovenop de EU-regelgeving.

Dit alles heeft niet veel opgeleverd, behalve misschien een tijdelijke daling van het tempo waarin nieuwe EU-wetgeving wordt aangenomen. De Europese Commissie onderwerpt haar regelgeving wel aan “regelgevingseffectbeoordelingen”, maar volgens een analyse van de denktank ECIPE worden “indirecte en langetermijnkosten vaak verwaarloosd, gemarginaliseerd of volledig genegeerd” tijdens deze oefening.

Voordat zij met oplossingen komt om de schade te herstellen, stopt de Europese Commissie beter eerst met het veroorzaken van nog meer schade. Zij moet daarom ophouden met het bedenken van allerlei nieuwe regelgevingspakketten of voorstellen voor nog hogere belastingen. Vooraleer te dweilen, moet de regelgevingskraan dicht.

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.