Albanië, Servië en Noord-Macedonië hebben een eigen versie van het Schengenverdrag, dat vrij verkeer van goederen en personen garandeert, versterkt met zes nieuwe akkoorden. De landen zijn de laatste tijd steeds nauwer gaan samenwerken, om zo een sterk blok te vormen, alvorens ze toetreden tot de EU. Veel Albanezen zijn echter geen voorstander van het idee.
Het zogenoemde Open Balkan-initiatief is het antwoord van de drie Balkanlanden op het Europese Schengenverdrag, dat de open grenzen tussen EU-landen en andere ondertekenaars van het akkoord garandeert. De drie landen, die momenteel nog in de running zijn om EU-lidstaten te worden, behoren dus zelf niet tot de Schengenzone.
Concreet werd het bestaande mini-Schengenverdrag kracht bijgezet met zes nieuwe akkoorden. Zo zullen inwoners van de drie landen nu ook in de andere landen gaan wonen en werken, zonder bijkomend papierwerk of vergunningen. Ook zullen voedselvergunningen worden gelijkgetrokken en kunnen elektriciteitsnetten over de grenzen worden uitgebouwd.
“Het pact dat wordt ondertekend is een belangrijke stap voorwaarts richting ons doel; de volledige vrijheid van verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten”, zei de Albanese premier Adil Rama aan het begin van de meeting. Hij vond dus in de Servische president Aleksandar Vučić en de premier van Noord-Macedonië, Zoran Zaev, bondgenoten. Voor andere landen lag het echter gevoeliger: vooral de hele problematiek rond Kosovo bleek niet te overbruggen voor onder meer Kroatië, Montenegro en Bosnië-Herzegovina.
Kosovo
De hele discussie rond Kosovo ligt politiek nogal moeilijk. Het land was een provincie van Servië, maar riep in 2008 de onafhankelijkheid eenzijdig uit. Servië hecht echter bijzonder veel belang aan de regio, dat het nog steeds niet als land erkend. De Kosovaarse bevolking, die voor 92 procent uit etnische Albanezen bestaat, zocht en vond echter erkenning bij andere landen, ondertussen wereldwijd al 97.
Desondanks probeert Servië nog steeds invloed uit te oefenen op de Kosovaren, en zijn razzia’s van Servische politie of conflicten tussen bevolkingsgroepen er schering en inslag. Dit is ook de reden dat Kroatië, Montenegro en Bosnië-Herzegovina niet toetreden tot het Open Balkan-initiatief: Servië moet Kosovo als onafhankelijke staat erkennen, voor ze toetreden tot het verdrag.
Europese reactie
Ook de impact op de deal met Europa ligt bijzonder gevoelig bij deze landen. Ze vrezen dat een onderling pact de uiteindelijke toetreding tot de EU, en zo ook tot het echte Schengenakkoord, zal bemoeilijken. Dat zijn geen zorgen bij de drie ondertekenaars van het pact: de Albanese premier Rama nodigde zelfs Eurocommissaris voor Nabuurschap en Uitbreiding Olivér Várhelyi uit op de meeting. Die sprak zich positief uit over het Open Balkan-pact.
“Ik ben hier altijd positief over geweest. Jullie moeten dit blijven promoten; ik bewonder hoe hard jullie hier in geloven”, richtte hij zich tot de drie regeringsleiders. “Binnen de EU geloven we dat regionale samenwerking, zolang ze valt binnen het wettelijk kader van de EU, welkom is, en voor alle partijen voordelig is.”, gaat hij voort. “Ik nodig dan ook de andere drie landen uit om mee te denken, aangezien samenwerking binnen de regio de zakelijke perspectieven en werkgelegenheid stimuleert”.
Niet alleen vanuit andere landen maar ook binnen eigen land zijn tegenstanders te vinden voor het pact. Zo zijn vooral de Albanezen ontevreden over de nauwere samenwerking met Servië, het land dat hun buren en etnische verwanten, de Kosovaarse bevolking, weigert de rechten te geven die het wil.
Gisteren vonden nog hevige protesten plaats in de Albanese stad Elbasan, waarbij verschillende arrestaties plaatsvonden, maar ook verschillende Servische vlaggen de vuurdood vonden. Toch hield dit premier Rama niet tegen om het pact te ondertekenen.
(jvdh)