Gisteren verzamelden de captains of industry van de Belgische defensieindustrie in de Koninklijke Militaire School in Brussel. Daar stelden vicepremier en minister van Economie Pierre-Yves Dermagne en minister van Defensie Ludivine Dedonder (beiden PS) de DIRS voor (Defence, Industry and Research Industry). Dit is de strategie om de geplande investeringen in onderzoek en ontwikkeling voor Defensie, voorzien in het STAR-plan, te structureren.
Concreet wordt een budget van 1,8 miljard euro vrijgemaakt, tussen 2022 en 2030. Daarmee moet het leger meer Belgisch worden: de afhankelijkheid van buitenlandse partners voor de ontwikkeling van nieuw materiaal en technologie moet worden afgebouwd, en door Belgische bedrijven onder de arm te nemen moet het Belgisch leger op Europees niveau een belangrijke technologische partner worden.
Als voorbeeld haalde Dedonder Sonaca aan: het Waalse defensiebedrijf, dat onder meer een deel van de staartvleugel zal leveren voor de Belgische F-35’s, werd samen met twaalf andere Europese bedrijven geselecteerd om een Europees schild tegen hypersonische raketten te ontwikkelen. Sonaca zal hierbij aan de interceptor-raketten werken. Voor het project wordt 110 miljoen euro voorzien, waarvan 100 door Europa wordt voorzien via het Europees Defensiefonds. De overige 10 miljoen komt van de lidstaten, België past zelf 700.000 euro bij.
Luitenant-generaal Frédéric Goetynck, die aan het hoofd staat van de Algemene Directie Material Resources, sprak op de persconferentie ook al over twee concrete projecten:
- FN Herstal, de wapenfabrikant in handen van de Waalse overheid, zal productielijnen opzetten om “kleine intelligente munitie” te maken voor handvuurwapens en geweren van klein kaliber. Als onderdeel van het project worden Nederland, Frankrijk en Luxemburg partners, waarbij ook zij met dezelfde munitie en wapens zullen werken. Dat maakt gemeenschappelijke wapenstocks mogelijk, iets wat tot nu toe moeilijker lag gezien de verschillende wapens en munitie.
- Op het militair domein in Rocourt moet vanaf 2023 gebouwd worden aan een “garage” om de Griffon en Jaguar te onderhouden, twee van oorsprong Franse pantservoertuigen die tegen 2025 in dienst worden genomen door Defensie. De aankoop van die voertuigen, 60 Jaguars en 417 Griffons, kadert in het CaMo (Capacité Motorisée), een samenwerkingsakkoord tussen de Belgische Landcomponent en het Franse leger.
Vooral Wallonië?
Dat het over veel overheidsgeld gaat, met grote impact op de vooral zware industrie én dus werkgelegenheid, kan niemand ontgaan. Met een geschiedenis van wapenproductie in Wallonië, zit dat soort producenten veelal ten zuiden van de taalgrens. Dat FN Herstal nu al een pilootproject krijgt, is veelzeggend.
In Vlaanderen leeft deze sector veel minder, en gaat het vooral om meer technologische bedrijven, die onder meer kijkers en beeldschermen leveren. De eeuwige vraag is dus telkens: zitten de verdeelsleutels netjes ineen, zoals steeds bij grote militaire uitgaven? Dermagne anticipeerde op die vraag, en gaf aan dat de bedoeling is om “met iedereen samen te werken”, en ook Dedonder fietste rond de kwestie, door aan te geven dat bedrijven “zelf met voorstellen moesten komen”.
Luitenant-generaal Goetynck ging de kwestie niet uit de weg: hij stelde dat er in totaal ruim 640 Belgische bedrijven actief zijn in de defensiesector, “ongeveer evenveel in Vlaanderen als in Wallonië”. Goetynck gaf aan dat Defensie via technologiefederatie Agoria in contact staat met die bedrijven, en hen later deze maand uitnodigt om over projecten binnen de DIRS te praten.
(as)