Zo cynisch is de beurs wel: het wapengekletter in Oekraïne gaat deze week hand in hand met stijgende beurskoersen voor defensiebedrijven. Al heeft dat volgens analisten vooral te maken met de historische ommeslag die Duits bondskanselier Olaf Scholz zondag maakte.
Het militaire bondgenootschap NAVO hanteert twee richtcijfers voor zijn leden, die – tot eerdere ergernis van voormalig VS-president Donald Trump – door veel Europese landen echter niet nageleefd werden:
- een defensiebudget van minstens 2 procent van hun bruto binnenlands product (bbp)
- minstens 20 procent van de uitgaven toewijzen aan nieuw materiaal en onderzoek en ontwikkeling (O&O).
De oorlog in Oekraïne leidt nu tot een dramatische versnelling. Bondskanselier Scholz kondigde zondag aan dat Duitsland voortaan aan het eerste richtcijfer zal voldoen en pompt ook onmiddellijk 100 miljard euro in het Duitse leger. Een historische ommezwaai, volgens zowel politieke als financiële analisten. “Andere landen gaan snel volgen”, zo verwachten verscheidene beleggingsstrategen.
Defensie-uitgaven omhoog
“De eerder ingezette trend van stijgende Europese defensie-uitgaven zou in een stroomversnelling kunnen raken”, schrijft Bram Vanhevel, analist bij het beurshuis Leleux, dinsdag. Dat heeft volgens hem ook te maken met een koerswijziging in Washington.
“Het feit dat Joe Biden zich bij de evacuatie uit de Afghaanse hoofdstad weinig aantrok van zijn Europese bondgenoten, bevestigt dat de strategische prioriteiten van de VS definitief zijn verschoven richting de Stille Oceaan en toont ook aan dat het America First-beleid verder reikt dan Trumps presidentschap. Voeg daar de oplopende spanningen in Oekraïne aan toe en je ziet meteen waarom Europese politici de defensie-uitgaven zouden willen opschroeven.”
België slechtste NAVO-leerling
Leleux wijst erop dat België de slechtste Europese leerling is van de NAVO-klas, omdat het geen van de twee doelstellingen haalt en op basis van de twee criteria samen helemaal achteraan bengelt. “Maar zelfs in ons land is er duidelijk sprake van een mentaliteitswijziging: ons defensiebudget bestaat tegenwoordig voor 18 procent uit uitgaven aan nieuw materiaal, tegenover slechts 3,5 procent in 2014.”
Leleux ziet de volgende vijf bedrijven als de belangrijkste spelers in de Europese defensie-industrie:
- Airbus: lucht- en ruimtevaart, defensiesystemen, civiele en militaire helicopters
- Thales: elektronische apparatuur en systemen voor luchtvaart, transport, defensie en beveiliging
- Safran: aandrijfsystemen voor lucht- en ruimtevaart, defensie- en luchtvaartsystemen
- Dassault Aviation: militaire en bedrijfsvliegtuigen, zoals de Rafale
- Leonardo: defensiesystemen als wapens en radars, civiele en militaire helicopters
Op het Italiaanse Leonardo na, gaat het om Franse bedrijven. Wat ook meteen opvalt, is dat elk van die bedrijven hun militaire activiteiten combineren met een civiele tak. Die burgerlijke activiteiten staan echter onder druk in het postcoronatijdperk (keren zakenreizen wel terug?) en om ecologische redenen (vervuiling door vliegtuigen). Voor veel van die bedrijven is een heropleving van hun militaire tak, hoe cynisch ook, dus welgekomen.
Vanhevel: “De Europese defensiesector heeft een minder duidelijk profiel dan zijn Amerikaanse tegenhanger, maar erin investeren in tijden van geopolitieke spanning zou de moeite waard kunnen zijn.”,
Rheinmetall
Op Safran na, behoren de vijf genoemde bedrijven ook tot de ruimere groep van internationale bedrijven die Saxo Bank via haar “defensiekorf” volgt. Daaronder ook typisch Amerikaanse defensie-aandelen als Raytheon of Northrop Grumman, het Britse BAE Systems en de Duitse beurssensatie Rheinmetall, de tankbouwer die maandag in een eerste reactie op de speech van Scholz een koerssprong van bijna 40 procent maakte.
“Het beleggingsthema defensie zou wel eens voor lange tijd hoge groei én een anticyclisch karakter kunnen laten zien”, denkt beleggingsstrateeg Peter Garnry van Saxo.
War for talent
Bondskanselier Scholz liet uitschijnen dat Duitsland zoveel mogelijk lokaal wil aankopen, en niet al te afhankelijk wil zijn van Amerikaanse militaire leveranciers. Dat kan leiden tot een heel andere oorlog, een oorlog om talent.
Vanhevel van Leleux: “Op korte termijn zou de sector kunnen lijden onder de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Er is een war for talent aan de gang. De defensiesector moet ingenieurstalent aantrekken van eigen bodem, outsourcing wordt immers bemoeilijkt door de vertrouwelijke aard van sommige onderzoeksprojecten.”
(fjc)