Vandaag start de zevende ronde van post-brexitgesprekken. Waarover ging het alweer? En wat zijn de uitdagingen?
David Frost en Michel Barnier, respectievelijk de toponderhandelaars voor het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie, gaan nogmaals proberen de toekomstige handelsrelaties tussen de voormalige partners in een akkoord te gieten.
Hoe zat dat nu weer?
Hoewel het VK de EU officieel verlaten heeft op 31 januari van dit jaar, geldt er nog een ‘transitieperiode’ tot 31 december. Tot dan maakt het land nog deel uit van de eengemaakte markt, draagt het bij tot de Europese begroting en leeft het EU-regels na. Het is echter niet meer vertegenwoordigd in EU-instituten zoals het Europees Parlement of de Europese Commissie.
Deze overgangsperiode is bedoeld om burgers en bedrijven meer tijd te geven om zich aan te passen.
Als ze er niet uitgeraken tegen het einde van het jaar dreigt alsnog het no-dealscenario, of de zogeheten ‘harde brexit’. Dan is de handelsrelatie tussen de EU en het VK er een volgens de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Dat betekent invoertarieven op heel wat producten en handelsbarrières, waardoor het dus duurder wordt om zaken te doen. Dat zou grote schade opleveren voor burgers en bedrijven aan beide kanten van het kanaal.
De inzet is groot dus! Wat zijn de hindernissen?
Tijd
Hoewel de transititieperiode pas eind dit jaar afloopt, liet een woordvoerder voor de Europese Commissie vandaag weten dat er ‘ten allerlaatste’ tegen oktober een akkoord moet zijn. Zo niet kan het niet meer worden geratificeerd, door zowel het Britse als het Europees Parlement, voor eind december. Officieel is het de laatste gespreksronde voor de herfst, maar beide partijen hebben al aangegeven om eventueel in september door te zetten. De tijd dringt dus, en de onderhandelaars blijven verdeeld over onder meer concurrentieregels, visserijrechten en hoe een deal zou worden afgedwongen.
Concurrentieregels
De EU verwacht dat de Britten zich vanaf 2021 aan de regels houden die in de EU gelden. Het gaat over ecologische, sociale en fiscale normen, en mededingingsregels over staatssteun. Zo wil de Brussel een ‘gelijk speelveld’ behouden. In theorie zouden Europese bedrijven anders plots potentieel moeten optornen tegen Britse bedrijven die bijvoorbeeld aan het staatsinfuus hangen en van wie de werknemers onderbetaald worden. De Britten zien dat echter als een typisch voorbeeld van de Europese bemoeienis waar ze net van af willen.
Visserij
De EU wil graag dat Europese vissersboten ongewijzigd toegang blijven krijgen tot Britse wateren, met behoud van de quota’s die momenteel gelden. De Britse overheid wil duidelijk maken dat het VK een onafhankelijke kuststaat is, die de controle heeft over zijn eigen wateren. Londen zou graag een apart visserijverdrag zien, los van het vrijhandelsakkoord, dat bepaalt dat er elk jaar opnieuw onderhandeld wordt over de toegang tot en de visquota in de respectievelijke wateren. Het is voornamelijk een symbooldossier, de bijdrage van de sector aan de Britse economie is zeer gering, maar toch blijkt de visserij een harde dobber in de onderhandelingen. Het water in het kanaal blijkt dieper dan gedacht.
Type akkoord
Zelfs over hoe het akkoord er zou moeten uit zien was er lang onenigheid. Europa wil één allesomvattende deal, het VK wou lange tijd meerdere kleine verdragen. Ook hoe het akkoord dan moet worden afgedwongen was nog zo’n struikelblok. In principe zou het Hof van Justitie van de Europese Unie optreden als scheidsrechter bij eventuele handelsconflicten, tegen de zin van het VK. Over deze twee zaken zou er nu wel stilaan toenadering zijn tussen beide partijen.
Dan is er nog Noord-Ierland, waar te allen koste moet vermeden worden dat er een harde grens komt met douanecontroles, gezien de historische gevoeligheden. Over hoe politiediensten na de scheiding moeten samenwerken is ook nog geen eenstemmigheid.
Barnier en Frost trappen het zevende rondje onderhandelingen vanavond af met een gezellig etentje. Hopelijk wil tenminste een van beide diplomaten water bij de wijn doen.