In de eurozone heeft zich een economische grondverschuiving voorgedaan. Volgens berekeningen van het Internationaal Muntfonds (IMF) is het bruto binnenlands product (bbp) per inwoner van Spanje voor het eerst sinds de zestiende eeuw groter dan dat van Italië.
De Spaanse inhaalbeweging in het klassement van de Europese hiërarchie is niet enkel een gevolg van het opgemerkte economisch herstel in Spanje, maar vooral van de val van Italië, een land dat de invoering van de euro nooit heeft verteerd.
Straks zijn ook de Slovaken en de Tsjechen beter af
Het IMF vergeleek in beide landen de “purchasing power parity” of PPP, dat is een maatstaf om de koopkracht in verschillende landen te vergelijken.
Het Muntfonds komt tot de conclusie dat een Spanjaard met een euro nu meer kan doen dan een Italiaan. Tien jaar geleden bevond het PPP van Italië zich nog 10% boven het Spaanse. En er is nog meer onheil op komst: binnen 5 jaar zal de Spanjaard volgens het IMF zelfs 7% beter af zijn. Ook zal Italië binnen de vijf jaar worden ingehaald door landen die tot eind jaren 1990 nog onder Sovjetinvloed leefden: Slovakije en Tsjechië.
Italië is ook de enige grote economie die zijn pre-crisisniveau nog niet heeft hervonden. Het Italiaanse bbp is ook vandaag nog 6% lager dan in 2006.
Er zijn verschillende redenen voor de Italiaanse stagnering
-> Het land beleeft een grotere economische schok dan in de jaren 1930 en het herstel dat er nu plaatsvindt is too little en vooral too late.
Italië is de echte zieke man van Europa en naast Griekenland het enige land dat zich nooit heeft hersteld van de invoering van de eenheidsmunt. Decennialang hield het land zich staande door keer op keer de Italiaanse lire te devalueren, maar sinds de invoering van de euro is dat onmogelijk.
-> Spanje kon zich wel aanpassen en slaagt er ook in buitenlandse investeerders aan te trekken. Italië kon dat niet. Wanneer de economische groei na 1999 (invoering van de muntunie) in beide landen wordt vergeleken oogt het resultaat brutaal: +7% voor Italië tegen… +44% voor Spanje.
-> Dan zijn er nog de typisch Italiaanse plagen: de enorme overheidsschuld, de bureaucratie, de corruptie, de schaduweconomie en het ondermaatse onderwijs.
-> Tel daarbij de steeds verder uitbreidende kloof tussen Noord- en Zuid-Italië, waarbij de hoofdstad Rome steeds vaker bij het zuiden moet worden gerekend. Dat zuiden is zo goed als economisch vernietigd, want ook in Italië heeft de euro – net als elders trouwens – de sterken sterker gemaakt en de zwakken zwakker.
© iStock
Een blijvende bedreiging voor de eurozone
In een nota aan investeerders besluit Lieven Noppe, senior economist bij de KBC, dat Italië zonder structurele economische verbeteringen ‘een blijvende bedreiging voor de eurozone’ vormt.