De stille onteigening: 3 manieren waarop het beleid van de ECB je spaargeld aantast

Nadat de Amerikaanse Federal Reserve en de Bank of England hun rentes richting 1 procent verhoogden, stijgt de druk op de Europese Centrale Bank om snel hetzelfde te doen. Zolang de basisrente van de ECB op 0 procent staat, verliezen Europese spaarders fors aan koopkracht.

“Waarom doet de ECB niets?”, kopte het Duitse populaire blad Bild bijna wanhopig. In Duitsland en ook elders in de eurozone is er gemor over de “sluipende onteigening” door de ECB, nu andere grote economieën wel al tot renteverhogingen overgaan. De koopkracht van de Europese spaarders wordt intussen al vanuit drie verschillende hoeken aangevallen, en dat is niet los te zien van het jarenlange ECB-beleid.

1. Nulrente

Al sinds 2016 staan de spaarrentes op historische bodemniveaus, een gevolg van het nulrentebeleid dat de ECB onder Mario Draghi inzette en door Christine Lagarde verdergezet werd. De meest courante spaarboekjes in België bieden nu al jaren niet meer dan het wettelijke minimum van 0,11 procent rente aan, wat vaak nauwelijks genoeg is om de jaarlijkse rekeningkosten te dekken.

2. Hoge inflatie

Bij een spaarrente van bijna nul is er zelfs bij lage inflatie al sprake van koopkrachtverlies, wat het geval was van de voorbije jaren. Recenter kwamen spaarders echter in het slechtst mogelijke scenario terecht: nulrente en ultrahoge inflatie. De reële rente, of de rente min inflatie, komt momenteel op een slordige -8 procent uit, wat betekent dat je met je spaargeld almaar minder kunt kopen.

De ECB zou de inflatie kunnen tegengaan via een renteverhoging, maar doet dat vooralsnog niet. De Fed en de Bank of England zetten wel al die stap.

3. Zwakke euro

Als gevolg van de renteverhogingen door de Fed, komt daar nu een derde factor bij. Hogere Amerikaanse rentes maken vastrentende beleggingen in dollars aantrekkelijker dan in euro’s, en dus wisselen almaar meer grote beleggers hun euro’s om in dollar, wat op de koers van de euro drukt.

Een euro is momenteel 1,05 dollar waard op de wisselmarkten, tegenover nog 1,21 dollar een jaar geleden. Dat betekent dat de dollarkoopkracht voor eurospaarders in die periode met 13 procent gezakt is, alleen maar door het wisselkoerseffect.

De economen van ING sluiten niet uit dat de euro verder doorzakt naar 1,035 dollar, wat het lage peil is van 2016, en zelfs de pariteit – 1 euro voor 1 dollar – zou een mogelijkheid zijn tegen het jaareinde.

Vastgereden

Doordat er meer tekenen zijn van een mogelijke wereldwijde recessie, zit de ECB beleidsmatig helemaal in de tang. Een renteverhoging zou de slabakkende economische groei in de eurozone helemaal kunnen beknotten. Maar niets doen lijkt ook geen optie meer, gezien het protest in Duitsland en elders.

De zwakkere euro zwengelt intussen de kosteninflatie alleen nog meer aan, omdat energie- en andere producten met prijzen in dollar duurder worden voor de eurozone.

En dan is er nog de druk van de overheden met een grote staatsschuld, die vooral in Zuid-Europa te vinden is. Het scenario van nulrente en hoge inflatie komt hen eigenlijk goed uit, want zo kunnen ze vrijwel gratis lenen en zakt hun schuldgraad (staatsschuld tegenover bruto binnenlands product) ook bijna vanzelf.

Als het de komende maanden evenwel tot een recessie komt, zullen hun staatsfinanciën verder ontsporen en zullen de Zuid-Europese eurolanden veel minder happig zijn om een renteverhoging door de ECB te aanvaarden.

Te laat?

Verscheidene ECB-toppers lieten de voorbije weken uitschijnen dat een eerste renteverhoging in juli tot de mogelijkheden behoort. Dat zou de eerste renteklim zijn in liefst 11 jaar. Maar door de recessievrees komt dat scenario weer op de helling te staan. De stille onteigening zou dan nog maanden verder kunnen gaan.

(jvdh)

Meer