De schaduw van Reagan over Vlaanderen

Kan één politicus zodanig bepalend zijn dat hij niet alleen het politieke debat van zijn generatie bepaalt, maar ook blijvende krijtlijnen trekt in de samenleving? Ronald Reagan deed het. Niet toevallig Bart De Wever zijn jeugdheld.

Bart De Wever en zijn N-VA willen met de nieuwe Vlaamse regering doen wat ze tijdens de kiescampagne beloofd hebben: met de grove borstel door het Vlaamse (katholieke) onderwijs gaan. De ‘pretpedagogie’ moet weg, het klassikaal leren en kennisoverdracht moeten terugkomen. In plaats van een nivellering naar beneden, met domeinscholen, en een eerste brede graad, moet er weer een nadruk komen op Latijn, op de kracht van goeie colleges. Als aanval op het katholieke net en topman Lieven Boeve kan dat tellen.

He who controls the past, controls the future; and he who controls the present, controls the past’, schreef George Orwell in zijn beroemde boek ‘1984’.

Toeval is het conflict om het onderwijs niet: het gaat om een zeer fundamenteel verschil in visie tussen een hervormingsgezinde onderwijsbaas, die iedereen ‘mee’ wil hebben, en een conservatieve partijleider die nostalgisch terugkijkt op een tikje elitair katholiek onderwijs, ‘waar hij zelf een geslaagd product van is’ en ‘alles aan te danken heeft’.

Het is een strijd die deel uitmaakt van een groter geheel: een cultuuroorlog over de sympathie van de Vlaming, een scherpe strijd tussen progressieven en conservatieven, die niet per se politiek maar eerder maatschappelijk uitgevochten wordt. Uiteraard is onderwijs dan een essentieel onderdeel. Maar evengoed passen discussies over een Vlaamse canon, een nieuw museum ‘van de Vlaamse geschiedenis’ of zelfs de rol van de VRT in die oorlog.

Bart De Wever z’n agenda is duidelijk. Net zoals hij de bedding van de Vlaams-nationalistische partijpolitiek definitief naar rechts verlegde, en de N-VA deed aansluiten bij ‘de grondstroom van Vlaanderen’, wil hij dat behoudsgezinde, die gemeenschappelijke Vlaamseidentiteit nu gaan boetseren in meer dan louter een sociaal- economische politiek.

De electorale markt rechts van het centrum, ethisch voorzichtig, maar vooral tegen een ‘te vette staat’, bestaat al langer in Vlaanderen. In het verre verleden zaten grote delen van dit electoraat bij de CVP, de volkspartij die decennialang conservatief Vlaanderen van boeren en middenstanders wist te combineren in één partij met een progressievere arbeidersvleugel. Maar de tijd van de almachtige CVP is voorbij, de vraag is wie vandaag het gat in die markt pakt.

‘Ik enerveer, dus ik ben’

Flashback naar de jaren tachtig. Het is een periode waarin Vlaanderen betoogt tegen kernraketten, waar alles wat progressief en links is veeleer de toon zet bij de jeugd, en de Amerikaanse president Ronald Reagan net niet de baarlijke duivel is. Maar voor de tiener De Wever, inherent rebels en tegendraads, is dat net reden genoeg om de politieke held van de jonge flamingant te worden. Tot consternatie van vele generatiegenoten. ‘Ik enerveer, dus ik ben’ is de lijfspreuk van de jonge De Wever.

De Amerikaanse president wordt door Humo tot ‘lul van het jaar’ uitgeroepen. Wanneer De Wever jaren later diezelfde ‘eer’ te beurt valt, weet hij met zijn trots amper blijf.

Wie vandaag de speeches van Reagan naleest en zijn debatten herbekijkt, krijgt een relatief milde, oudere, vaak grappende president te zien. In niets vergelijkbaar met de verbale agressiviteit en de boude uitspraken van de huidige president Donald Trump. Een witterpresident versus een tv-president. Reagan kreeg nochtans in zijn tijd ook massa’s tegenstanders gigantisch boos. Een conservatieve, rechtse provocateur, zo gaat Reagan bij velen de geschiedenisboeken in. Of slechter, door de ogen van zijn vijanden bekeken: een slechte acteur, een cowboy, een seniele leugenaar.

De Amerikaanse president wordt door Humo, toen nog toonaangevend in Vlaanderen, steevast jaar na jaar tot ‘lul van het jaar’ uitgeroepen. Wanneer De Wever jaren later diezelfde ‘eer’ te beurt valt, weet hij met zijn trots amper blijf.

B-acteur of agent-provocateur, feit is wel dat Reagan de Verenigde Staten in een andere plooi legt. De republikeinen trekken sociaal-economisch nog naar rechts, en krijgen de injectie van aartsconservatieve christenen. Maar Reagan giet daar bovendien een patriottische saus over, een lange lofzang aan de ‘American dream’ en de ‘Shining city upon a hill’.

Conservatieve concepten van zelfredzaamheid, en zelfontplooiing, met een scherpe, raciaal geladen uithaal naar de ‘welfare queens’, diegenen die leven op de kap van de staat. Reagan zoekt en vindt de grondstroom van de Amerikaanse samenleving en hertekent voorgoed het landschap. Na het drama rond Richard Nixon vindt zijn partij opnieuw aansluiting bij de blanke lagere middenklasse, de Reagan Democrats. De ‘Solid South’, de conservatieve zuidelijke staten van de VS, die historisch altijd democratisch stemden, kleuren sindsdien systematisch rood, voor de republikeinen.

Als politicus was Reagan zodanig bepalend dat hij een generatie lang het politieke debat stuurde.

In de VS legde Reagan zo de basis voor de ‘culture war’, die tot vandaag woedt. Het concept komt van de jaren twintig, waarbij ruraal merika, met conservatieve en traditionele waarden, diametraal tegenover een urbaan, progressief Amerika kwam te staan. Alleen heette het onder Reagan zo niet, het is pas in de jaren negentig dat de term ‘cultural wars’ opnieuw gebruikt wordt. Deze keer door de conservatief Pat Buchanan, die oproept tot een dergelijke oorlog.

Humor als wapen

Zo’n oorlog werkt niet louter intern politiek. Reagan vocht graag robbertjes met externe vijanden, en de Sovjets waren daarbij een godsgeschenk. Humor was daarbij het beste aanvalswapen. De president die moppen vertelt (al zijn het vaak dezelfde), ze smullen ervan. ‘Een Amerikaanse, Poolse en Russische hond zitten samen. ‘Als ik maar lang genoeg blaf, krijg ik vlees’, zegt de Amerikaanse hond. ‘Wat is vlees?’, vraagt de Poolse hond. ‘Wat is blaffen?’, vraagt de Russische hond.’

De gelijkenis met De Wever kan niemand ontgaan: ook hij werkt met externe vijanden, die totaal kapot moeten, liefst ook dankzij een forse scheut humor. De PS is daarbij het meest efficiënt. Stunts zoals met miljarden fake geld in vrachtwagens naar Wallonië rijden, of grote pancartes van Elio Di Rupo (PS) met daarbij de slogan: ‘Vlaming, versnel! Ik pak uw boete wel’, het werkte wonderwel. In 2019 koos De Wever de groenen en Kristof Calvo als the one you love to hate. ‘Calvo wil straks als premier het land besturen. Die jongen kan nog geen auto besturen, wat wil hij dan doen met het land?’ Tientallen keren bracht De Wever die grap voor zijn achterban.

Alleen was de ‘vijand’ deze keer misschien fout gekozen: een echte strijd werd het nooit met Groen, dat de laatste weken van de campagne wel leek te imploderen in de campagne. En de N-VA ‘won’ niet van Groen, het verloor vooral aan Vlaams Belang. Eén verloren veldslag dus, met nu vooral de pertinente vraag hoe de bredere oorlog verder moet. Als politicus was Reagan alvast zodanig bepalend dat hij niet alleen een generatie lang het politieke debat stuurde, maar ook blijvende lijnen trok in het sociale weefsel van zijn tijd.

De conservatief in De Wever rook een perfecte opportuniteit om in te spelen op een breed buikgevoel, met de nodige scheut nostalgie naar wat vroeger en beter was.

‘The Gipper’ voerde daarbij een permanente communicatieoorlog, waarbij hij telkens in het offensief ging: Reagan maakte overvloedig gebruik van televisie om telkens zijn agenda door te drukken. Dat draaiboek, van offensief conservatisme, kan De Wever ook dienen.

Buikgevoel met een scheut nostalgie

De onderwijsdiscussie is al een tijd deel van De Wevers oorlog. Omdat het gaat om 30 procent van heel het Vlaamse budget, omdat het gaat om 180.000 mensen die werken in het onderwijs, omdat ieder Vlaams gezin een ‘klant’ is van dat onderwijs. Maar vooral omdat er iets broeit, omdat het katholiek onderwijs op een hellend vlak naar beneden zit, volgens De Wever. De schoolstrijd in Roeselare functioneerde daarbij zeker als katalysator. In de middelgrote West-Vlaamse stad kwamen leerlingen én leraars letterlijk in opstand tegen een geplande hervorming van het katholieke net daar. Drieduizend betogers die op straat gingen om onder meer het verlies van identiteit van het Klein Seminarie aan te klagen, het was een serieuze kanarie in de koolmijn. ‘Men betoogt tegen de inrichtende macht in Roeselare, dat hebben we sinds de tijd van Rodenbach niet meer meegemaakt’, zegt De Wever daarover.

De conservatief in De Wever rook een perfecte opportuniteit om in te spelen op een breed buikgevoel, met de nodige scheut nostalgie naar wat vroeger en beter was. Dat het uitgerekend het katholieke net is, deels de christelijke zuil, die dermate de vijand van conservatief West-Vlaanderen geworden is dat ertegen betoogd wordt, is een ironie die niemand kan ontgaan. Vijf jaar worstelde de N-VA met die zuil en vooral de ACW-vleugel, om toch maar de Zweedse coalities te laten draaien. Het resultaat was verlies voor iedere deelnemer.

Dat neemt niet weg dat De Wever het nu opnieuw probeert, met CD&V én die christelijke zuil. Alleen moet die nieuwe Vlaamse regering nog meer dat conservatieve, rechtse project worden dat spoort met het CSU-Vlaanderen waar de N-VA al lang van droomt. Maar het offensief gaat verder, met ‘een traject voor een nieuw museum over de Vlaamse geschiedenis’ en verder zelfs een heuse ‘Vlaamse canon’. Tegenstanders zien er meteen het orwelliaanse van in: de geschiedenis gebruiken om een huidig politiek project te versterken. Het is het antwoord van De Wever op de ‘identity politics van links’, zoals ze bij N-VA intern de ‘vijand’ in de cultuuroorlog noemen.

Het is de gedachte dat elke groep,hoe klein of specifiek ook, een eigen label, een eigen identiteit behoeft, die evenveel respect verdient als andere. ‘Sapioseksuelen’, een nieuwe term die deze zomer opgang maakte, illustreert prachtig het concept: mensen die verliefd worden op iemands brein en intellect, los van het geslacht, de leeftijd, het uiterlijk van die persoon. Maar krijgen sapioseksuelen straks dan ook een eigen letter in het acroniem ‘LGBTQIAPK’ (lesbian, gay, bisexual, trans, queer, intersex, asexual, pansexual, kink) dat steeds maar lijkt uit te dijen? Het is een oorlog om genderidentiteit, die volgens conservatieven compleet doorgeslagen is. Als Donald Trump wint in de VS, dan is dat omdat links in de VS volgens hem ‘compleet van het padje af is’. ‘Elk voornaamwoord moet genderneutraal worden, elk openbaar toilet zou voortaan ook een transgenderafdeling moeten hebben, identiteitskaarten moeten meerdere opties dan man/vrouw aanbieden.’ Spontaan, vanuit de buik, sluit N-VA aan bij het andere kamp. Theo Francken doet het in zijn tweets, De Wever levert de intellectuele munitie.

Een recente studie toont aan dat liefst 75 procent van de academici in de filosofie in Europa en Noord-Amerika zich links noemt, de rechtste filosofen halen 14 procent, de gematigenden 11 procent.

Diens boek Over identiteit moest een ideologisch antwoord bieden op die ‘identity politics’. De Vlaamse identiteit moet daarbij zonder schaamte of zelfafbraak verdedigd worden. Overigens staat die identiteit niet ‘vast’, maar is ze ‘een dynamisch gegeven dat gemeenschappen in staat stelt om zichzelf heruit te vinden en nieuwkomers op te nemen’. Alleen, ‘cultuurrelativisme en ongecontroleerde massamigratie massamigratie hebben geleid tot culturele verwarring en apartheid. Ons vermogen om ons aan te passen aan nieuwe omstandigheden is daardoor aangetast’, concludeert De Wever. Daartegenover moet een ‘leidcultuur komen, met de principes van de verlichting als uitgangspunt’.

‘Linkse media en academici’

De instantreactie van academici in Vlaanderen was meteen een volgende veldslag in de cultuuroorlog die N-VA zo graag uitvecht. ‘Een vorm van superioriteitsdenken waar ik absoluut niet van hou’, reageerde Karel Van Nieuwenhuyse, professor geschiedenisdidactiek aan de KU Leuven, op zowat alle media. Professor Bruno De Wever (UGent), de broer van, deed er nog een schepje bovenop: ‘Een barslecht idee. Mijn broer zou als historicus eigenlijk beter moeten weten.’ Bij N-VA konden ze hun geluk niet op met die reacties. Het ultieme bewijs van cultuurrelativisme werd alweer geleverd. Dat het uitgerekend uit academische hoek komt, verbaast hen niet. Die wereld is in hun ogen doordrongen van linkse progressieven, die leiden aan een ‘pensée unique’ en bijzonder streng zijn voor wie niet binnen dat kader kleurt. Een recente studie, gepubliceerd door Philosophical Psychology, toonde dat aan: liefst 75 procent van de academici in de filosofie in Europa en Noord-Amerika noemde zich links. De rechtse filosofen halen 14 procent en de gematigden 11 procent. Dat is problematisch omdat het tot zelfcensuur leidt: afwijkende conclusies worden begraven uit angst voor kritiek, zo stelt de studie.

Eenzelfde kijk heeft De Wever over de media in Vlaanderen. Niet toevallig heeft hij het bijzonder moeilijk met de transformatie van De Standaard, ooit een katholiek, flamingant en conservatief dagblad, naar wat het vandaag is. Dezelfde conclusie maakt hij over Knack: enig intellectueel begrip verwacht men bij de N-VA allang niet meer van beide. Interessant is daarom de claim op de VRT, die tenslotte schatplichtig is aan de Vlaamse regering en dus tot op zekere hoogte ‘kneedbaar’. De N-VA windt er alvast geen doekjes om: ‘De VRT moet focussen op zijn publieke karakter, het versterken van de Vlaamse identiteit en zijn epresentativiteit ten aanzien van het ideologische landschap in Vlaanderen’, zo schreef De Wever deze zomer. In stilte droomt men ervan eindelijk de VRT op een Vlaamse koers te zetten, en bijbehorende middelen en macht te kunnen inzetten op een dergelijk ‘natievormend verhaal’. Het huidige gebrek aan partners, in de media en de academische wereld, duidt meteen op een essentieel gevaar in de cultuuroorlog. Want wie zijn dan de stoottroepen, wie kruipt in de loopgraven?

De cultuuroorlog van Vlaams belang

De gigantische verkiezingsoverwinning van Vlaams Belang is meer dan een teken aan de wand. Tom Van Grieken en co. gaan lopen met de vruchten van de oorlog, en hebben op sluwe wijze een gigantisch marktaandeel gepakt. Vlaams Belang en verwante organisaties nemen letterlijk de terminologie en de handelspraktijken van hun Amerikaanse voorbeelden in de ‘Alt-right’-beweging over, om hun eigen ‘culture war’ te voeren. Het duidt perfect het gevaar van de cultuuroorlog die N-VA voert. De Wever wil koste wat het kost een intellectueel voldragen rechts-conservatief verhaal, dat spoort met de dominante ‘silent majority’ in Vlaanderen.

Niet toevallig noemt hij zijn boek Over identiteit ook ‘een Chinese muur’, tussen zijn‘inclusief nationalisme’ en het ‘populistische nationalisme’ van extreemrechts. Maar of die intellectuele dam volstaat, om uiteindelijk op de juiste manier deze cultuuroorlog te winnen, dat is de kernvraag die de N-VA met de komende vijf jaar Vlaams beleid zal moeten waarmaken.

Het huidige gebrek aan partners, in de media en de academische wereld, duidt meteen op een essentieel gevaar in de cultuuroorlog.

De oefening tijdens de formatie van de Vlaamse egering was op dat vlak bijzonder interessant. Voor het eerst zat het Vlaams Belang formeel aan tafel, legde het mee teksten op tafel (al was die bijdrage volgens ingewijden vrijwel nihil) maar vooral: moest het intern een debat voeren over hoe die gesprekken aangepakt werden. De delegatie die Vlaams Belang stuurde, sprak boekdelen: getrouwen van Van Grieken zoals Barbara Pas en Chris Janssens staan bekend als gematigd, en bereid om het Belang voorgoed ‘aanvaardbaar’ te maken. Voor figuren als Filip Dewinter was het alle hens aan dek om te voorkomen dat ‘zijn partij’ werkelijk transformeerde tot een FPÖ of Lega, die wel degelijk gaat besturen en daarvoor behoorlijk wat harde lijnen opgeeft.

Alleen, zover kwam het nooit voor Dewinter. Zowel CD&V als Open Vld waren niet bereid om ooit iets met het Belang te proberen opzetten. In ruil moeten ze wel een nieuwe Vlaamse regering slikken, opnieuw met de N-VA, die de cultuuroorlog vanuit het Martelarenplein zelf lijkt te gaan voortzetten.

Het grote voorbeeld stelt op dat vlak alvast niet echt gerust. Het Reagan-tijdperk baarde in de VS namelijk ook hardliners zoals Roger Stone en Paul Manafort, die samen met Steve Bannon en zijn Breitbart News de cultuuroorlogen naar een ongekend hoogtepunt brachten de laatste jaren. Gestuwd door de kracht van online en social media, maakten ze Donald Trump in de VS groot: de ware nachtmerrie voor klassiek conservatief Amerika. Als waarschuwing kan dat alvast tellen.

Meer premium artikelen
Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.