De overheid en het falen als businessmodel

Geplande veroudering, waarbij bedrijven hun producten zo ontwerpen dat ze na een tijd de geest geven, is een verwerpelijke praktijk. Bekend zijn bijvoorbeeld de Apple-producten die na een update tergend traag worden of nylonkousen die bewust kwetsbaarder zijn gemaakt.

De overheden hebben hier op geageerd en zo is dit bijvoorbeeld in Frankrijk een verboden handelspraktijk en legde Italië aan Apple en Samsung in 2018 een boete op van tien en vijf miljoen euro omdat hun software-updates apparaten vertraagden.

Toch moet de overheid niet te hoog van de toren blazen op dit vlak, want zij lijken van hun eigen falen een businessmodel te hebben gemaakt.

Een klein voorbeeld dat de krant haalde: een man heeft zijn broodje opgegeten en wil zijn afval in een openbare vuilnisbak deponeren. Hij gaat daarvoor speciaal honderd meter verder. Daar aangekomen ziet hij dat de vuilnisbak overvol is en er al afval naast staat. Hij zet er zijn plastic zakje met het servetje en de wrapper bij. Een ambtenaar ziet dit en geeft hem prompt een GAS-boete voor sluikstorten. Terecht, vindt u misschien, maar de kwestie is dat de gemeente ervoor had moeten zorgen dat de vuilnisbak tijdig geledigd werd. Dat zij daar aan verzaakt, wordt niet bestraft. De burger die de service is ontzegd, betaalt het gelag.

Een verdienmodel

Overigens zijn die GAS-boetes op zich al een aberratie. Ze zijn een gemakkelijkheidsoplossing omdat justitie niet werkt in een wereld waarbij steeds meer lichte overtredingen van vaak absurde regels streng worden bestraft. Zo is het verboden om in een publieke vuilnisbak afval achter te laten dat ‘identificeerbaar is’. Als u dus rustig op een bankje in het park een brief opent en die daarna in de vuilnisbak gooit, bent u strafbaar. Dat soort micromanagement van de bevolking creëert naast een gevoel van intens onbehagen ook een gigantische administratie, die alleen gevoed kan worden met nog hogere boetes en belastingen.

Die complexiteit van de wet is overigens op zich al een verdienmodel van de overheid. Hoe ingewikkelder de wet, hoe meer kans op overtredingen en dus hoe meer boetes. Die boetes worden ook steeds draconischer. Neem nu de verplichting van een rechtspersoon om aan te geven wie de bestuurder was van een voertuig dat een verkeersovertreding heeft begaan. Dat moet gebeuren binnen de 15 dagen op straffe van, hou u vast: een gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en met een geldboete van 200 euro tot 4 000 euro. Let wel: vanaf de dag van verzending. De post knabbelt er alvast een paar dagen vanaf en o wee als bijvoorbeeld man en vrouw een vennootschap hebben en samen op vakantie zijn of tijdens een collectieve sluiting van een bedrijf: geen genade, de overheidskassa rinkelt, want bij recidive kan de boete worden verdubbeld.

Geflitst

Verkeer is een geliefd terrein van de overheid die profiteert van het eigen falen. Ik kan erover meepraten. Bij ons in de buurt was er tijdens corona een groot test- en vaccinatiecentrum ingericht in voormalige legerhallen. Normaal mag je daar 70 km/u rijden, maar dat was nu met tijdelijke borden teruggebracht tot 50 km/u. Een begrijpelijke maatregel. Echter, twee maanden nadat het vaccinatiecentrum was gesloten, stond het bord 50km/u nog steeds daar. Vergeten weg te halen door de gemeente.

En ja hoor, ik werd daar geflitst aan 56 km/u. Een week later waren de borden eindelijk weggehaald en mocht je weer 70 km/u rijden. De 53 euro die ik moest betalen had niets te maken met verkeersveiligheid, maar alles met nalatigheid van de gemeente. Dat perverse verdienmodel, samen met de opgelegde quota aan politieagenten, maakt dat men niet gaat flitsen waar handhaving het meest nodig is, maar waar de opbrengst het grootst is. Waar is dat? Op plekken waar de snelheidsbeperkingen het meest onlogisch zijn. Tegenstand wordt gesmoord onder het deken van verkeersveiligheid, iets waar abstract gezien niemand tegen kan zijn.

Profiteren van falen

De institutionalisering van zo’n flitstaks is nog nauwelijks verhuld, zoals in Nederland justitieminister Dilan Yeşilgöz ronduit toegaf in september 2023. Bij ons merk je hetzelfde bij het fenomeen van de trajectcontroles. Doordat de overheid niet in staat is om het systeem zelf op poten te zetten, is dit uitbesteed aan private tollenaars, die 24 euro per boete ontvangen. Die private partner heeft geen enkele interesse in verkeersveiligheid, lobbyt bij de overheid voor de meest lucratieve trajecten en vraagt om een nog verdere snelheidsbeperking als te veel mensen zich conformeren en de geldstroom dreigt op te drogen.

De voorbeelden van een overheid die profiteert van eigen falen, zijn legio. Tenminste als je naïef blijft geloven in een dienstbare overheid. Niet als je de overheid ziet als een bureaucratie met een onstilbare geldhonger. Dan is de overheid zeer succesvol. Met een overheidsbeslag dat helemaal uit de hand is gelopen, naargelang de bron 52,5 tot 56 procent bedraagt van het bbp en met een marginaal belastingtarief dat al snel, inclusief gemeentebelastingen en sociale zekerheidsbijdragen ruimschoots de 50 procent overschrijdt, krijg je als wraakroepend gevolg dat ook elke salarisverhoging meer voordeel brengt aan de overheid dan aan de werknemer. Een salarisverhoging die voor 70 procent naar de overheid gaat, is geen uitzondering. Het huis wint altijd.

Tabula rasa

In essentie komt het erop neer dat we geëvolueerd zijn naar een situatie waarin de overheidsinkomsten het ijkpunt vormen waar alles op wordt afgestemd, niet haar dienstverlening. Tijd om dat om te draaien. Zouden we in plaats van altijd maar te besparen, niet eens tabula rasa moeten maken? We beginnen van een leeg canvas en bepalen wat we willen dat een overheid doet. Dan kijken we hoeveel zoiets zou kosten en dan beslissen we democratisch of we dat de moeite waard vinden. Alleen al het maken van die oefening zou interessant, zo niet schokkend zijn.


De auteur Frank Wouters is jurist, strategisch marketeer en auteur van ‘De Bedrijfsnar’ en  ‘Honshitsu – De Essentie van Marketing/De Marketing van de Essentie’.

Meer