Bijna elk jaar razen bosbranden door Californië. Elk jaar worden ze groter en destructiever. Elk jaar drijven ze de ondergefinancierde brandweerploegen tot het uiterste. Tegelijkertijd is er steeds meer ontwikkeling in gebieden met een groot brandgevaar: dure huizen die een groot risico lopen om af te branden. Verzekeraars wenden zich tot private brandweerteams om de huizen die ze dekken te beschermen.
In de Amerikaanse staat Californië zijn sinds augustus al bijna 6.000 gebouwen in vlammen opgegaan door bosbranden. Analisten van Moody’s becijferden dat de uitzonderlijk felle bosbranden van dit jaar al voor minstens 4,8 miljard dollar aan verzekerde gebouwen in de as gelegd hebben. De gouverneur van Californië, Gavin Newsom, geeft klimaatverandering de schuld van de 1,4 miljoen hectare van de staat die tot nu toe in 2020 is verbrand, 25 keer meer dan vorig jaar deze tijd. De zomerse natuurramp wordt door de jaren heen frequenter en intenser.
Gevangenen als goedkope brandweer
Tegelijk worden cruciale overheidsdiensten zoals brandbestrijding al jaren kapot bespaard in verschillende Amerikaanse staten. Californië, dat nochtans elk jaar met dodelijke bosbranden op grote schaal heeft af te rekenen, rekent op gedetineerden om de branden te blussen. Ze worden ongeveer 1 dollar per uur betaald, en krijgen vaak de gevaarlijkste taken voorgeschoteld. Critici zien het als uitbuiting om een gebrek aan verantwoorde overheidsinvesteringen op te vangen.
Dit jaar heeft de Covid-19-pandemie een groot deel van de 2.000 gevangenisbewoners die -een belangrijke aanvulling vormen voor de Californische bosbrandbestrijding – op non-actief gezet. Uit vrees voor een broeihaard in de detentiecentra zijn veel gevangenen vervroegd vrijgelaten, of in quarantaine geplaatst met een enkelband.
CAL Fire, de brandweerdienst van de staat, heeft al meermaals aan de alarmbel getrokken dat het veel te weinig manschappen heeft om een natuurramp van dit formaat te bestrijden.
Privébedrijven die brandweerdiensten leveren vullen die leegte voor een deel op, maar niet voor eender wie.
De industrie
De private brandweerindustrie is relatief nieuw. De meeste bedrijven zijn gevestigd in Californië. Ze hebben geen grote brandweerkazernes met een paal om snel naar het gelijkvloers te glijden, er zijn geen grote brandweerwagens geparkeerd voor de deur. In de plaats daarvan hebben ze hun hoofdkwartier in hippe gedeelde kantoorruimtes. Hun wagens zijn de grootte van een ruime SUV, maar wel uitgerust met brandslangen en een watertank van 1000 liter.
Private brandweerbedrijven werken in het algemeen niet voor particulieren, noch werken ze als consultants voor lokale overheden. Hun klanten zijn voornamelijk verzekeringsbedrijven.
Ongeveer 20 jaar geleden staken de eerste brandweerbedrijfjes de kop op. Rond die periode begonnen bosbranden ernstiger te worden, én werd er en masse aan vastgoedontwikkeling gedaan in bijvoorbeeld de heuvels rondom Los Angeles. Dat is nochtans een gebied met een groot brandgevaar, wegens de droge vegetatie en de soms harde windstoten.
De mensen die in zulke gebieden wonen zijn in het algemeen welgestelde, of in het geval van Los Angeles, beroemde huiseigenaars. Het gaat om villa’s die verschillende miljoenen waard zijn, lekker afgelegen in dichtbeboste enclaves.
Verzekeringsmaatschappijen zagen in dat de meest waardevolle stukken vastgoed in hun portefeuille een groot risico liepen om in vlammen op te gaan, in het geval van bosbranden. En die kwamen door de jaren heen steeds vaker voor. Dus begonnen ze hun eigen brandweerteams samen te stellen om specifiek die huizen te beschermen die verzekerd waren door de maatschappij.
Bescherming volgens inkomen
Het een overheidstaak om burgers te beschermen tegen brandgevaar. Private brandweerbedrijven verdrinken echter in het werk omdat de Amerikaanse brandweer de middelen noch de mankracht heeft om alle huizen die bedreigd worden door bosbranden te beschermen.
Maar ook de private brandweer beschermt niet alle huizen. Enkel de huizen die in de portefeuille zitten van hun broodheren, de verzekeringsmaatschappijen. Wanneer een brandend huis niet op hun lijst staat, wordt het niet geblust. De voorbije jaren steekt een nieuwe trend de kop op: rijke huiseigenaars die zelf private brandweerteams inschakelen om hun huis te beschermen. Soms hebben hun buren geluk en wordt ook hun huis geblust, om een overslaande brand te voorkomen.
Toen Kim Kardashian en Kanye West in 2018 een privaat brandweerteam inschakelden om hun villa ter waarde van 50 miljoen dollar te beschermen tegen bosbranden ontstond er een publiek debat in de VS.
In een artikel van de Thomson Reuters Foundation, een persagentschap dat verhalen over ongelijkheid naar buiten brengt, snijdt Char Miller, professor ecologische geschiedenis aan de Pomona Universiteit in Californië het onderwerp aan: ‘Steeds meer mensen die het kapitaal hebben om tijdens een ramp private steun te verwerven, doen dat.’
Die trend kan volgens haar de aanpak van de onderliggende problemen of slecht bosbeheer belemmeren. Bovendien is de bosbrandexpert bezorgd over een toekomst waarin de toegang tot brandweer, een kerntaak van de overheid, steeds meer bepaald wordt door de grootte van de portemonnee of van de verzekeringspolis.
‘Degenen die het zich kunnen veroorloven zullen bescherming vinden’ zegt hij. ‘En de onderliggende ongelijkheden worden niet aangepakt.’