Auto’s die na een aanrijding niet volgens de vooropgestelde richtlijnen zijn hersteld, zijn vaak minder veilig wanneer ze bij een volgende aanrijding betrokken raken. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers van de Universiteit Agder in Kristiansand (Noorwegen).
De wetenschappers sturen aan op de ontwikkeling van verfijnde apparatuur om bij technische controles de mogelijke risico’s op grotere schade en zwaardere verwondingen beter te kunnen inschatten.
Grotere structurele schade
“Uit het onderzoek bleek onder meer dat in de wagens die niet optimaal waren hersteld, de airbags vaak later werden geactiveerd dan kon worden verwacht,” merkt onderzoeksleider Gulshan Noorsumar, specialiste verkeersveiligheid aan de Universiteit Agder, op. “Dit betekent dat de airbags minder tijd hebben om zich te stabiliseren. Dit kan bij de inzittenden tot grotere of ernstiger verwondingen leiden.”
Volgens Noorsumar kan de uitkomst van een aanrijding tussen een onbeschadigd en een gerepareerd voertuig heel verschillend zijn. “Indien een voertuig bij een aanrijding beschadigd is geraakt en niet volgens de vereiste normen werd hersteld, is er bij een volgende zware aanrijding een verhoogd risico op een grotere structurele schade aan het voertuig als geheel”, zegt Noorsumar.
“Aanrijdingen met dergelijke onzorgvuldig herstelde voertuigen kunnen daarom ook leiden tot ernstiger letsel voor de inzittenden”, beklemtoont de wetenschapster. “Dat blijkt onder meer uit gegevens die door crashtests worden verkregen.”
Lichtere voertuigen
Ook andere bevindingen suggereren dat onjuiste reparatiemethoden de veiligheid van het voertuig bij een aanrijding kunnen aantasten. “Voertuigen zijn tegenwoordig ontworpen om de kracht van een aanrijding op de meest efficiënte manier op te vangen, zodat de inzittenden maximaal worden beschermd”, benadrukt Noorsumar.
“Problemen kunnen rijzen wanneer die structuur wordt beschadigd en niet optimaal wordt hersteld. Hoe lichter het voertuig echter is gebouwd, hoe moeilijker het wordt om die veiligheidsnorm te handhaven. Een uitgebreid schadeherstel kan mogelijk niet op een manier als zou kunnen worden verwacht.”
“De technologische ontwikkeling in de auto-industrie heeft voertuigen geavanceerder en complexer gemaakt”, zeggen de onderzoekers nog. “Dit stelt hoge eisen aan de technici die de reparaties uitvoeren. Dit geldt vooral voor de herstelling van voertuigen die bij een grote aanrijding zwaar werden beschadigd. Zowel autofabrikanten als reparatiebedrijven moeten deze ontwikkelingen op de voet volgen.”
De onderzoekers werken momenteel aan de ontwikkeling van een wiskundig model om de blijvende impact van de crashes te evalueren. “Het model moet de omvang van de schade in een bepaalde situatie kunnen voorspellen”, beklemtonen de wetenschappers.
Opgemerkt wordt dat het onderzoek kan leiden tot nieuwe methoden voor het uitvoeren van technische inspecties. Bovendien werken de wetenschappers aan geavanceerde apparatuur die bij dergelijke tests zou kunnen worden ingezet. Dit maakt het gemakkelijker om te detecteren of er onvolkomen reparaties zijn uitgevoerd aan voertuigen die bij een aanrijding zwaar werden beschadigd.
Het mathematisch model zou volgens Noorsumar tevens de autoconstructeurs kunnen helpen om de schade bij aanrijdingen exacter te voorspellen. Op die manier zouden minder fysieke crashtests moeten worden uitgevoerd. Dat kan voor de autobouwers belangrijke besparingen opleveren.