De schade van de coronacrisis bedraagt momenteel 44 miljard dollar, omgerekend 39 miljard euro, in de Verenigde Staten. Dat maakt de periode de op twee na kostbaarste ramp ooit voor Amerikaanse verzekeraars. Alleen na orkaan Katrina in 2005 en de aanslagen van 11 september in 2001 hadden ze nog hogere kosten. Dat meldt de verzekeringsmakelaar Howden Group dinsdag.
Toen de covid-19-pandemie nog maar net begon, gingen experts uit van een kostenpost van ongeveer 100 miljard dollar, wat veel hoger ligt dan de huidige raming. Dat komt vooral door de harde lockdowns in het begin van de crisis, toen evenementen niet plaatsvonden en veel bedrijven resoluut dicht bleven.
Volgens Howden is de schade van 100 miljard dollar ondertussen niet meer realistisch. Bovendien hebben verzekeraars al besloten om Covid-19 in veel gevallen uit hun polissen te schrappen.
Wat wel een opvallend patroon is, is dat herverzekeraars – de verzekeraars van de verzekeraars – hun tarieven het afgelopen jaar hebben verhoogd met ongeveer 9 procent in vergelijking met vorig jaar. Dat is de grootste stijging sinds 2009. Prijsverhogingen worden bovendien vaak doorgerekend aan de klanten van de verzekeraars.
Cyberaanvallen steeds moeilijker te verzekeren
Een andere tendens, en bijproduct van de pandemie, is dat ook cyberverzekeringen steeds duurder worden voor verzekeraars. Dat komt door de enorme toename van het aantal cyberaanvallen. Bedrijven worden meer gehackt dan vroeger en de schade is vaak groot. Verzekeraars blijven liever weg van dat soort risico’s.
Ook hier hebben verschillende verzekeraars besloten om schade door ransomware uit de dekking te halen of nog maar voor de helft te vergoeden.