De oppositie heeft het gehad met de pandemiewet, een constructie die al meermaals is aangekondigd door Vivaldi, maar nog steeds niet door de regering en het Parlement is gebruikt. De nieuwste verstrenging in de corona-aanpak, met onder meer opnieuw verplichte mondmaskers in de winkels en een uitgebreid gebruik van het CST, moest nochtans gebeuren op basis van die wet.
- Want bij het jongste Overlegcomité, dat van 26 oktober, duwde premier Alexander De Croo (Open Vld) plots fors door, waardoor hij de Vlaamse regering in snelheid pakte: met Jan Jambon (N-VA) in Dubai en Hilde Crevits (CD&V) in Denemarken via een Zoom-meeting, duwde men dat Covid Safe Ticket door in de horeca. De politieke schade voor Jambon en N-VA was groot: zij hadden beloofd dat het er niet zou komen. En belangrijk: de beslissingen kregen als wettelijke basis de nieuwe pandemiewet.
- Maar de meerderheid miskeek zich duidelijk in de houding van Vlaams Belang, PVDA/PTB en N-VA, de drie grootste oppositiepartijen. Ze gingen ervan uit dat die geen stokken meer in de wielen zouden steken in de Kamer. Maar maandag werd duidelijk dat geen van de drie zomaar de kans laat voorbijgaan om nog een zogenaamde ‘tweede lezing’ te vragen: ze willen nog eens goed kijken naar de manier waarop een “epidemische noodsituatie” in de wet wordt afgekondigd.
- Het gevolg: voor zo’n tweede lezing is geen meerderheid nodig, met z’n drieën hebben de oppositiepartijen genoeg zetels om die lezing te krijgen. Dat zou de procedure zodanig vertragen dat de nieuwe maatregelen niet binnen vijftien dagen gestemd worden, zoals de pandemiewet nochtans voorschrijft. Meteen zou dan de wettelijke basis van de maatregelen vervallen. Dan zou, technisch gezien dus, plots geen enkele coronamaatregel meer van kracht zijn.
- Overigens leek de meerderheid alvast de procedurele veldslag rond de ‘tweede lezing’ te gaan winnen: een advies van de Juridische Dienst van de Kamer, stelde vanmorgen dat zo’n “tweede lezing in de Commissie niet kan gevraagd worden”. Waarmee de zaak meer dan waarschijnlijk met een sisser eindigt. “Hopelijk kunnen de vertragingsmanoeuvres nu stoppen. De coronacijfers zijn erg zorgwekkend: oppositie voeren waarbij bijvoorbeeld de mondmaskerplicht in winkels zou vervallen is totaal onverantwoord”, zo becommentarieerde Groen-fractieleider Wouter De Vriendt.
Essentieel: Het is alweer een niet-inhoudelijk manoeuvre van de oppositie. De vraag is of dat pakt, zeker voor N-VA.
- Dat de oppositie het Kamerreglement gebruikt om het de regering zo lastig mogelijk te maken, is helemaal niets nieuw: elke vorige regering had ook te kampen met dat soort tegenstand. De meerderheid schermt met “gemaakte afspraken”, en liet weten “woedend” te zijn over die “woordbreuk”. Vandaag komt het op de bijeenkomst van de fractieleiders van meerderheid en oppositie ongetwijfeld tot een clash.
- De fractieleider van de grootste oppositiepartij N-VA, Peter De Roover, ging vanmorgen in de Ochtend op Radio 1 zijn standpunt al fors verdedigen:
- “Het verslag van onze meeting met de meerderheid is klaar en duidelijk. Er is geen sprake van die belofte.”
- “De pandemiewet is een wet waarbij het parlement wordt uitgeschakeld, er wordt aan ons gevraagd om onszelf buitenspel te zetten. Daar passen wij voor.”
- “Wij zijn vragende partij om de maatregelen voor het parlement te brengen, niet om net opnieuw met volmachten te gaan werken.”
- “De zaak kan heel makkelijk opgelost worden, de regering moet met hun voorstellen naar het parlement komen en ze in een wetsontwerp gieten. Maar ze zien het parlement blijkbaar als tegenstander.”
- De vraag blijft, zeker voor N-VA, of ze veel te winnen hebben met die harde houding. Want tegelijk zat Jambon uiteraard wel mee aan tafel van het Overlegcomité: als Vlaams minister-president én als N-VA-boegbeeld slikte hij de verstrengingen. En hij moest ze daarna met scha en schande verdedigen.
- Dat De Roover nu op de barricaden klimt om diezelfde maatregelen tegen te houden, en opnieuw daarbij eerder met een procedure schermt dan ten gronde gaat, houdt dus risico’s in: de N-VA zat wel mee in bad, en met ‘dank’ aan De Roover ligt daar nu weer de focus op straks.
- Het is enigszins tekenend voor de oppositie die de Vlaams-nationalisten voeren onder De Roover in de Kamer: heel obstructionistisch en met veel theater, maar daardoor soms weinig inhoudelijk doeltreffend. De manier waarop zijn hele fractie voor de State of the Union de Kamer verliet, “omdat de regering op voorhand een persconferentie had gehouden”, vonden velen, zelfs binnen zijn eigen partij, potsierlijk. “We deden dat zelf ook in de vorige regering, dus waarom daar zoveel misbaar over maken?”, zo is te horen aan de top van N-VA.
- En ook tijdens corona waren er protesten, luidkeels, tegen de regels die Kamervoorzitter Eliane Tilleux (PS) oplegde. Maar of dat strookt met het imago van de N-VA als ernstige beleidspartij, is maar de vraag.
- De positie van PVDA en zeker Vlaams Belang is veel simpeler: zij verzetten zich elk op hun manier al veel langer heel fel tegen het coronabeleid, en scoren daar zichtbaar mee bij hun achterban. Op geen enkel moment moeten zij verantwoordelijkheden nemen, zoals de N-VA dat met Jambon wel moet doen.