De Italiaanse autobouwer Ferrari, fabrikant van luxueuze sportwagens, zal ook niet aan de gevolgen van de coronacrisis ontsnappen. Dat heeft het bedrijf benadrukt bij de voorstelling van zijn kwartaalcijfers. Ferrari heeft daardoor zijn verwachtingen voor het hele jaar naar beneden bijgesteld.
In februari, toen nog niet duidelijk was dat het coronavirus de totale wereldeconomie zou ondermijnen, had Ferrari voorspeld dit jaar een ebitda-winst tussen 1,38 miljard euro en 1,43 miljard euro te zullen maken. Die vooruitzichten zijn nu teruggeschroefd tot een positief resultaat tussen 1,05 miljard euro en 1,2 miljard euro.
De omzet-verwachtingen werden van 4,1 miljard euro tot een inkomstenniveau van 3,4 miljard euro tot 3,6 miljard euro teruggebracht. Vooral tijdens het tweede kwartaal moeten volgens Ferrari zwakke resultaten worden gevreesd.
Formule 1
Net zoals de meeste andere autobouwers heeft ook Ferrari door de coronacrisis zijn productie tijdelijk moeten stilleggen. Bovendien woog ook de onderbreking van de racecompetitie in de Formule 1 op de cijfers. Die problemen zouden Ferrari volgens analisten van Citi Research ongeveer 150 miljoen euro kunnen kosten. Tevens kon het bedrijf minder motoren leveren aan de Italiaanse constructeur Maserati.
Het bedrijf heeft vandaag wel de productie in zijn fabrieken in Maranello en Modena, die sinds midden maart waren gesloten, heropgestart. Ferrari zegt wel bij zijn nieuwe vooruitzichten geen rekening te hebben gehouden met een eventuele tweede corona-uitbraak later dit jaar.
Ferrari boekte tijdens het tweede kwartaal van dit jaar een omzet van 932 miljoen euro, tegenover 940 miljoen euro inkomsten dezelfde periode vorig jaar. De ebitda-winst steeg van 311 miljoen euro naar 317 miljoen euro.
China
De Italiaanse autobouwer leverde tijdens de eerste drie maanden van dit jaar 2.738 wagens af. Dat was een stijging met 4,9 procent tegenover dezelfde periode vorig jaar.
De verkoop in Europa, het Midden-Oosten en Afrika liep met 25 procent op tot 1.516 exemplaren. Ook op het Amerikaanse continent was er sprake van een stijging met 4 procent tot 750 eenheden.
In China, Hongkong en Taiwan was er echter sprake van een achteruitgang met 89 procent tot 37 wagens. De rest van de regio Asia-Pacific toonde een toename met 23 procent tot 435 auto’s.