In 2021 kreeg China te maken met de ergste zandstormen sinds vijftien jaar. Zullen er nog meer van die gigantisch vervuilende stormen opduiken met het vooruitzicht op een steeds droger en warmer klimaat? En hoe zal de Aziatische supermacht hier het hoofd aan bieden?
Grote delen van China werden in maart verschillende weken geteisterd door zandstormen die de befaamde Chinese grootsteden onderdompelden in een benauwende oranje gloed. Vooral de hoofdstad Peking kreeg serieuze klappen. Tijdens een tweede zandstorm in eind maart kleurde de hemel er zelfs geel en zag de zon blauw. Een voorteken van wat er zal komen door de klimaatverandering, denken Chinese wetenschappers.
Door de zandstormen kelderde de, al sowieso belabberde, luchtkwaliteit van menige Chinese steden. De luchtkwaliteitsindex schoot in Shanghai en Peking omhoog naar 500, de absolute maximum. Dat betekent dat er een hoge concentratie van vervuilende deeltjes, van wel 10 microcentimeter in grootte, de longen binnendringen. Dat is uitermate schadelijk voor de gezondheid.
Een mens kan elke dag maar 25 microgram van die deeltjes opnemen. Als u 24 uur zou doorbrengen in Peking tijdens de zandstorm, zou u maar liefst 200 microgram van de deeltjes opnemen in uw longen. De zandstormen waren dus extreem schadelijk voor de gezondheid van miljoenen Chinezen. Zij werden dan ook gevraagd door lokale bevoegdheden om zo veel mogelijk binnen te blijven tijdens de storm.
Gevolgen voor de gezondheid van 240 miljoen Chinezen
Nu de stormen al enkele weken zijn gaan liggen, kunnen we eindelijk goed inschatten wat voor schade die toebrachten. Volgens het Meteorologische Bureau van Shanghai werden er zeker 240 miljoen Chinezen getroffen door de zandstormen.
Omdat het zand voor verschillende dagen hoge concentraties van stof in de lucht blaast, wordt er verwacht dat er de komende maanden meer Chinezen last zullen krijgen van huid- en oogirritaties. Ook het aantal patiënten met serieuze longziekten zal wellicht toenemen, denken de Chinese gezondheidsdiensten. Het is bovendien goed mogelijk dat er meer mensen astma zullen ontwikkelen ten gevolge van de zandstormen in maart.
Wat is de oorzaak?
Volgens het Gansu Desert Control Research Institute ontstonden de zandstormen in de steppen van Mongolië, de noordelijke buurman van China. Ook vanuit de Taklamakanwoestijn in het noordwesten van China, werd er veel stof toegevoegd aan de stormen.
Mongolië is een land dat drie keer zo snel opwarmt dan het globale gemiddelde door de uitstoot van broeikassen. Daardoor ziet het land een bijzonder snelle verwoestijning die zich ook uitbreidt naar de noordwestelijke provincies van China. De Chinese overheid begrijpt al verschillende jaren het gevaar van deze verwoestijning en vermoedelijk was het zelfs één van de grootste drijfveren achter China’s opgedreven inspanningen om duurzame energie en alternatieven zoals kernenergie in te voeren.
De verwoestijning kan namelijk de landbouw van het land in gedrang brengen en daarmee de gedeeltelijke autarkie van de natie beschadigen. Chinese wetenschappers vrezen dat het ontstaan van een permanent droger en warmer klimaat in de hele boezem van Centraal-Azië op dit moment al onomkeerbaar is.
Wat kan China doen?
Om die verwoestijning tegen te gaan, is China massaal bomen beginnen aanplanten op grote zandduinen in droge gebieden. Er werden al bomen geplant op 30 miljoen hectare droog gebied tegen het einde van 2020. Die bomen zouden letterlijk stof in de wind moeten uitfilteren voor het de meer stedelijke regio’s in het oosten van China zou bereiken.
Maar aan de effectiviteit van dat project wordt nu getwijfeld door de zandstormen van maart. Volgens het Gansu Instituut houden de bomen enkel lokaal zand en stof weg. De zandstormen in maart brachten stof mee via windkolommen van soms wel duizend meter hoog. Daar zijn bomen niet tegen opgewassen.
Wat vooral impact heeft op het klimaat in de noordwestelijke regio is het ontginnen van steenkool en metalen, wat de verwoestijning van graslanden versnelt. En die activiteit blijft China enkel opvoeren.