In het westen van China is, over een afstand van 825 kilometer, een spoorverbinding tussen de steden Hotang en Ruoqiang in gebruik genomen. Daarmee kunnen de Chinese spoorwegen aan reizigers voortaan een volledig traject rond de Taklimakan, de grootste woestijn van het land, aanbieden.

De spoorlijn moet de ontsluiting van een aantal regio’s in de provincie Xinjiang bevorderen en moet ook de internationale handel stimuleren.

Export

De Taklimakan is de tweede grootste woestijn van de wereld. Alleen de Sahara beslaat een groter gebied. De Chinese woestijn is in oppervlakte bijna even groot als Duitsland. Bijna vier jaar geleden werd begonnen met de aanleg van een spoorlijn die een volledige cirkel rond de Taklimakan moest trekken.

Het totale traject heeft een lengte van 2.712 kilometer en telt tweeëntwintig stations. Zes stations bieden ook infrastructuur voor vrachtdiensten aan. Treinen kunnen op het traject snelheden tot 120 kilometer per uur halen.

Een volledige reis rond de woestijn zou bijna elf uur en dertig minuten in beslag nemen. Volgens de China State Railway Group (CSRG) is het de eerste keer dat met een trein een volledige cirkel rond een woestijn kan worden getrokken.

Door de voltooiing van de lijn kunnen in het zuiden van de provincie Xinjiang vijf provincies voor de eerste keer door een spoorlijn met elkaar worden verbonden. De spoorlijn zal ook het transport van een aantal specialiteiten uit Xinjiang – waaronder walnoten, rode dadels en mineralen – naar andere delen van het land vergemakkelijken.

Zandstormen

Tegelijkertijd kan de spoorverbinding een nieuwe toegang tot de internationale markt genereren. De regio vormt immers de meest westelijke halte op de handelsroutes naar het westen. Onder meer transport naar een aantal Centraal-Aziatische landen – zoals Kirgizië en Oezbekistan – wordt door de nieuwe verbinding vergemakkelijkt.

China Railway merkt wel op dat de aanleg van de spoorlijn in een woestijngebied met een aantal bijzondere uitdagingen gepaard ging. Onder meer diende een antwoord te worden gevonden voor het gevaar op zandstormen.

Op risicovolle trajecten werden daarvoor vijf viaducten, over een totale afstand van 49,7 kilometer, aangelegd. Tevens werden in een aantal gebieden, met een totale oppervlakte van 50 miljoen vierkante meter, grasmatten aangelegd. Daarnaast werden ook 13 miljoen bomen aangeplant.

(jvdh)