Brussel heeft alle benodigde troeven om zichzelf als het Europese centrum voor nachttreinen op te werpen. Dat zegt een open brief van de organisatie Back on Track Belgium aan het Europese Parlement en Belgische politici.

De brief vraagt de politici om voor verplaatsingen tot vijftienhonderd kilometer de trein als het beste vervoermiddel te propageren. Daarnaast vraagt Back on Track Belgium ook de introductie van een kerosinetaks op de luchtvaart.

Ecologische voordelen

‘Nachttreinen zijn perfect geschikt voor ritten tussen achthonderd en vijftienhonderd kilometer,’ betoogt Back on Track Belgium. ‘De ecologische voordelen van het spoorvervoer zijn duidelijk. Treinen stoten per passagierskilometer veertien keer minder koolstofdioxide uit dan vliegtuigen.’

De organisatie voegt eraan toe dat de coronacrisis door de Europese transportwereld als een opportuniteit zou moeten worden bekeken. ‘De pandemie is immers een gelegenheid om te sector opnieuw te bekijken en te diversifiëren,’ luidt het. Er wordt aan toegevoegd dat de pandemie een opportuniteit is om het reizen op een meer intelligente manier te organiseren en naar een duurzame Europese mobiliteit te streven.

Back on Track Belgium betoogt daarbij dat Brussel zich zou kunnen ontwikkelen als de draaischijf voor een verjongd netwerk van Europese slaaptreinen.

Wenen

Eerder dit jaar ontving de Belgische hoofdstad voor de eerste keer in meer dan een decennium opnieuw een nachttrein, nadat de Oostenrijkse spoorwegen opnieuw een verbinding tussen Wenen en Brussel inlegden. Dat is volgens Back on Track Belgium echter slechts een bescheiden begin en beschikt Brussel op het gebied van nachttreinen over grote mogelijkheden.

‘Brussel biedt werk aan duizenden expats,’ aldus de organisatie. ‘Bovendien is de Belgische hoofdstad strategisch gelegen tussen belangrijke metropolen zoals Londen, Parijs, Berlijn en Amsterdam. Brussel zou een centraal punt kunnen worden in een netwerk van nachttreinen tussen locaties zoals Barcelona, Nice, Venetië, Warschau, Praag en Malmö.’

De organisatie verwijst daarbij ook naar de recente beslissing van de Europese ministers van transport. Zij hebben immers aangegeven dat het treinverkeer in de toekomst een belangrijker plaats zal krijgen in het Europese grensoverschrijdende transport.