De inflatie in het Verenigd Koninkrijk tikte in april de 9 procent aan. De Britse geldontwaarding bereikte daarmee haar hoogste niveau sinds 1981, toen Margaret Thatcher nog premier van de eilandstaat was.

Consumentenprijzen in de gehele Britse economie stegen maand op maand met 2,5 procent. Met name de energiefactuur (inflatie over 12 maanden voor gas bedroeg 95,5 procent, terwijl die voor elektriciteit 53,5 procent bedroeg, bleek uit officiële cijfers) en voedselprijzen jagen de kosten van het leven in Groot-Brittannië de hoogte in.

Tegelijk stijgen de lonen van de Britten, maar de inflatie loopt twee keer zo hoog op. Dat zorgt ervoor dat de koopkracht van de eilandbewoners steeds verder wordt uitgehold.

“Tegen 2023 in recessie”

De Bank of England (BoE) voorspelt tegen oktober een stijging van de consumenteninflatie tot 10 procent – vijfmaal hoger dan haar streefcijfer van 2 procent. Hierdoor dreigt de Britse economie tegen 2023 in een recessie te belanden, bericht Business Insider.

Om de inflatie in toom te houden, heeft de BoE de rentetarieven al 4 keer verhoogd, schrijft Het Financieele Dagblad. Zichtbaar positieve resultaten bleven echter uit. Tijdens de coronacrisis werd er geleend voor 0,1 procent, intussen is dat 1 procent; het hoogste punt in 13 jaar.

“Apocalyptisch risico”

BoE-gouverneur Andrew Bailey vertelde maandag aan wetgevers dat de centrale bank machteloos stond tegenover de inflatiestijging. Hij opperde dat een meerderheid van de factoren die aan de basis lagen van de torenhoge geldontwaarding, buiten de controle van de centrale bank lagen. Ook waarschuwde Bailey voor een “apocalyptisch risico” van de snel stijgende voedselprijzen dit jaar.

Eerder stelde een onderzoek van liefdadigheidsdenktank The Food Foundation dat in april bijna 10 miljoen Britten werden gedwongen om te bezuinigen op voedsel. 2,4 miljoen mensen onder hen hadden in die periode zelfs een hele dag niet gegeten, omdat ze het zich financieel niet konden permitteren. De organisatie noemde het feit dat de sociale uitkeringen geen gelijke tred hielden met de inflatie als een belangrijke factor.

Eurozone

Het pond zakte 0,1 procent ten opzichte van de euro, tot 84,50 pence na de bekendmaking van de gegevens. Ten opzichte van de dollar daalde het tot 1,2466 dollar.

Ook de eurozone en de Verenigde Staten (VS) kampen overigens met hoge inflatiecijfers. In ons land bedroeg de geldontwaarding in april nog 8,3 procent, volgens gegevens van de federale overheid. Dat is hetzelfde cijfer als in de VS, ongezien daar sinds de jaren 1980. Later vandaag komt het Europese databureau Eurostat met definitieve cijfers en een tabel met het inflatieniveau in de verschillende EU-lidstaten, meldt Nu.nl.

(fjc)