In hun jaarlijkse advies over de tariefverhoging bij de NMBS, vestigen de sociale partners de aandacht op reizigers die de fiets meenemen op de trein.
Enerzijds wijzen bonden en werkgevers erop dat prijs voor het vervoeren van de fiets een vast tarief is, ongeacht de lengte van de treinreis. Anderzijds vragen ze om meer in te spelen op de populariteit van de fiets, bijvoorbeeld met extra treincapaciteit voor fietsen.
4 euro per rit
De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de Nationale Arbeidsraad (NAR) bogen zich over de eind november aangekondigde tariefverhogingen vanaf 1 februari. Daarbij wijzen ze bijvoorbeeld op de financiële gevolgen van de verhoging van de prijzen van abonnementen met 1,95 procent vanaf 1 februari.
De prijs die treinreizigers sinds begin dit jaar opnieuw moeten betalen om de fiets te vervoeren, is vast, ongeacht de afstand van het treintraject. Hierdoor ‘is dit relatief minder interessant voor wie korte afstanden aflegt met de trein’. Van juli tot december was er een tijdelijke coronamaatregel om de fiets gratis te vervoeren. Het tarief kwam op 1 januari, net als voorafgaand aan de gratis periode, opnieuw op 4 euro per enkele rit.
Extra capaciteit aanboren
Bonden en werkgevers roepen in hun unaniem advies voorts op om ‘in de nabije toekomst in te spelen op ontwikkelingen op het terrein’. Daarbij verwijzen ze naar het toegenomen fietsgebruik en telewerk en het afgenomen gebruik van het openbaar vervoer. ‘De Raden denken daarbij aan extra treincapaciteit die is gericht op fietsen, en aan tariefformules die rekening houden met de groei van het fietsgebruik en van het telewerk.’ ‘Eenvoud en gebruiksgemak’ moeten centraal staan om het gebruik van de trein weer aan te moedigen. Ze vragen ook een uniforme aanpak voor het openbaar vervoer in zijn geheel.
Qua stiptheid van de treinen, vragen de sociale partners ‘een ambitieuzere, maar realistische stiptheidsdoelstelling’ in het volgende openbaredienstcontract van de NMBS.