De Amerikaanse vliegtuigbouwer Boeing ligt overhoop met Aerojet Rocketdyne, een van de toeleveranciers van onderdelen voor het ruimteschip Starliner. Reden van het dispuut is een probleem met de brandstofkleppen van het voortstuwingssysteem van de Starliner, waarmee Boeing zijn intrede in de bemande ruimtevaart wil doen.
Door problemen met die kleppen moest in juli vorig jaar een testvlucht met de Starliner worden uitgesteld. Boeing en Aerojet Rocketdyne wijzen met een beschuldigende vinger naar elkaar.
Softwareproblemen
De CST-100 Starliner moet later deze maand in Florida worden gelanceerd voor een reis naar het International Space Station (ISS). Boeing wil met de onbemande vlucht aantonen dat de Starliner veilig is om in een later stadium astronauten naar de ruimte te laten reizen. Door softwareproblemen werd drie jaar geleden al een soortgelijke onbemande testvlucht afgebroken.
De missie betekent voor Boeing een cruciale stap om zijn status als een potentiële rivaal voor SpaceX, die al langer een samenwerking met het Amerikaanse ruimtevaartbureau NASA heeft, te herstellen. Maar die pogingen worden nu weer gedwarsboomd door een onenigheid tussen Boeing en Aerojet Rocketdyne over de verantwoordelijkheid voor defecte brandstofkleppen die een test vorige zomer onmogelijk maakten.
Vastgesteld werd toen dat dertien brandstofkleppen, die de Starliner in de ruimte moeten helpen sturen, geblokkeerd zaten en niet meer op commando’s reageerden.
Ingenieurs van Boeing en NASA stelden dat het probleem moest worden gezocht bij een chemische reactie tussen drijfgas, aluminium bestanddelen van het voortstuwingssysteem en binnendringend vocht. Experts van Aerojet weten daarentegen het probleem aan een schoonmaakmiddel dat Boeing bij grondtests zou hebben gebruikt.
Boeing zegt nu dat het onderzoek naar het probleem is afgerond. Daarbij zouden geen bevestigingen voor de claims van Aerojet zijn gevonden. Een woordvoerder van de NASA voegde eraan toe dat het ruimtevaartbureau de stelling van Boeing bevestigt.
Boeing wierp ook nog op dat Aerojet niet voldeed aan zijn contractuele vereisten om het voortstuwingssysteem veerkrachtig genoeg te maken om problemen door chemische reacties te vermijden.
Nieuw ontwerp
Het dispuut met Aerojet is echter een nieuw voorbeeld van de aanhoudende problemen die Boeing met de ontwikkeling van de Starliner ondervond. Starliner heeft Boeing de voorbije drie jaar al 595 miljoen dollar kosten opgeleverd.
Bij de contracten met de NASA wordt echter met vaste tarieven gerekend. Het bedrijf heeft nu aangegeven het kleppensysteem van de Starliner helemaal opnieuw te ontwerpen om een herhaling van de problemen te vermijden.
Het is echter niet duidelijk wanneer de Starliner met bemande vluchten van start kan gaan. Daarmee heeft Boeing al een grote achterstand opgelopen tegenover de Crew Dragon van SpaceX, die voor de NASA al vijf keer een bemande vlucht heeft uitgevoerd.
Om de vertragingen bij Boeing te compenseren kende het ruimtevaartbureau in maart aan SpaceX nog drie bijkomende missies toe. Uiteindelijk hoopt de NASA echter dat de Starliner extra opties kan bieden om astronauten naar het internationaal ruimtestation te vervoeren.
NASA, Boeing, Aerojet en een aantal onafhankelijke veiligheidsadviseurs zullen binnenkort samenkomen om een definitieve oorzaak van de klepproblemen te bepalen. Ook zal moeten worden bekeken wie de financiële lasten van het probleem moet dragen.
“Het is echter niet de eerste keer dat Boeing in een dispuut met een onderaannemer raakt”, voert het persbureau Reuters aan. “Dat was ook het geval vijf jaar geleden, toen bij een ongeval tijdens grondtests een van de medewerkers van een partnerbedrijf zwaar gewond raakte en een been diende te laten amputeren. Het slachtoffer legde bij de rechtbank klacht neer. Er werd uiteindelijk een minnelijke schikking getroffen.”
(fjc)