Beste belegging: Dit doe je het best met je geld in 2019

In dit artikel bespreken we wat je het best doet met je geld in 2019. We kijken daarbij naar de voor- en nadelen en we vertellen waarop je moet letten.

Spaarrekening

Een spaarrekening blijft natuurlijk een veilige keuze, zeker zolang je niet meer dan 100.000 euro bij een bank hebt staan. Spaarrekeningen vallen namelijk, net zoals zicht- en termijnrekeningen, onder de depositogarantie. Wanneer een bank failliet gaat of in gebreke blijft, krijgen mensen die hun geld daardoor kwijt zijn binnen de twintig werkdagen tot 100.000 euro per klant en per bank terug. Houdt je bedrag verband met een vastgoedtransactie of de uitbetaling van een verzekering? En is dat minder dan zes maanden voor het faillissement op je rekening gestort? Dan geldt een tijdelijke bescherming van maximaal 500.000 euro.

Opbrengsten

Voor een gereglementeerde spaarrekening geldt een basisrente van minimaal 0,01 procent. Daarbovenop moet een bank minimaal 0,1 procent getrouwheidspremie betalen, als jouw geld langer dan een jaar op de rekening blijft staan. Bij de start van het nieuwe jaar gebeurt de betaling van de rente. Aan het begin van elk kwartaal moet de verworven premie op de rekening worden gestort. Hoewel er een aantal jaren geleden relatief veel banken waren die meer dan het wettelijke minimum boden, gebeurt dat nu steeds minder. Er zijn banken die een hogere rente geven wanneer je maandelijks een klein bedrag stort.

Voorlopig is de verwachting nog niet dat de spaarrente zal stijgen. Een spaarboekje is dus wel een veilige keuze, maar ook een die nauwelijks wat opbrengt.

Kosten

Rechtstreekse kosten zijn er normaal niet aan een spaarboekje. Wel kan het zijn dat je een zichtrekening moet openen, waar wel kosten aan verbonden zijn.

Fiscaal

Tot 960 euro aan interesten zijn spaarboekjes vrijgesteld van roerende voorheffing. Kom je boven dat plafond, dan geldt een verminderde voorheffing van 15 procent. Voor spaarboekjes die op naam staan van gehuwden of wettelijk samenwonenden geldt een plafond van 1.920 euro per jaar. Staat jouw spaargeld op een niet-gereglementeerd spaarboekje? Dan geldt een verminderde voorheffing van 30 procent over de hele rente.

AanbiederGratis adviesBekijk alle voordelen
Tip: 100% online, hoge opbrengst en beschermd tot € 100.000 per spaarder!Berekenen
Tip: heel hoge rente!Berekenen
Tip: Uw geldreserve is altijd beschikbaar!Berekenen

Obligaties

Met een obligatie verstrek je een lening aan een semi-overheid, overheid of een onderneming. Daarvoor krijg je in de meeste gevallen een jaarlijkse vergoeding. Op de vervaldag krijg je in principe jouw complete kapitaal terug. De jaarlijkse coupon kan zowel vast als variabel zijn. Krijgt het bedrijf betalingsproblemen, dan recupereren obligatiehouders in de meeste gevallen nog wel een deel van hun inleg. Ze staan namelijk vooraan in de rij met schuldeisers. Hoe groter het risico op wanbetalers is, des te hoger is vaak de rente.

Hoe groot het risico is dat je loopt, hangt als eerste af van de emittent van de obligatie. Een hulpmiddel om de kredietwaardigheid en/of de terugbetalingscapaciteit van de emittent te beoordelen, zijn de scores die kredietbeoordelaars als S&P, Fitch en Moody’s aan landen en bedrijven geven. Een tweede punt hierin is de hiërarchie in obligatietypes. Heb je een achtergestelde of eeuwigdurende obligatie, dan sta je achter de gewone obligatiehouders. Ten derde bepaalt ook de wisselkoers voor een deel je risico, wanneer je investeert in andere munten dan euro’s. Zakt die munt in waarde, dan krijg je ook minder dan je inleg terug. Vaak compenseert de hogere rente die je voor andere munten krijgt wel minimaal een deel van de wisselkoersrisico’s.

Opbrengsten

In de meeste gevallen heeft een obligatie een vaste interestvoet. Zo weet je op voorhand wat je aan interest kan verwachten. Die interest wordt meestal jaarlijks uitbetaald. Er zijn ook obligaties met een variabele of veranderlijke interestvoet. Daarbij schommelt de rente vanwege de marktrente of een andere parameter die werd vastgelegd bij het aangaan van de lening. Er zijn ook obligaties waarbij alle interest in één keer wordt uitbetaald op de vervaldag. Dat noemen ze nulcouponobligaties. Omdat die interest niet jaarlijks wordt betaald, stijgt de waarde of koers ook elk jaar. Je krijgt daarom ook meer terugbetaald op de vervaldag dan het startbedrag.

Kosten

Bij het inschrijven op een nieuwe obligatie, zitten de kosten al in de uitgifteprijs verrekend. Als het gaat om Belgische bedrijfsobligaties, is het percentage meestal 1,875 van de waarde. Het is ook mogelijk om bestaande obligaties te kopen. Wel liggen de kosten daarvoor meestal hoger dan voor aandelentransacties. Dat komt doordat de obligatiehandel nog voor een groot deel tussen banken plaatsvindt. Het is daarom niet zo geautomatiseerd als de aandelenhandel.

Fiscaal

Bij de uitgifte van obligaties ben je geen beurstaks verschuldigd. Bij de aan- en verkoop van bestaande obligaties ben je 0,12 procent verschuldigd. Het maximum per transactie ligt op 1.300 euro. Op de rentebetalingen wordt 30 procent roerende voorheffing ingehouden door banken. Realiseer je meerwaarde met een obligatie, dan is dat belastingvrij. Het kan om die reden interessant zijn om obligaties onder hun uitgifteprijs of onder pari te kopen op de markt.

Aandelen

Bij het kopen van een aandeel, koop je simpelweg een stuk van een bedrijf. Na aankoop deel je mee in de bedrijfswinst, via een winstuitkering of een koersstijging van dat aandeel. Een winstuitkering kan in verschillende vormen: dividend in aandelen, cash of een fiscaalvriendelijke kapitaalvermindering. Het risico ligt bij aandelen een stuk hoger dan bij obligaties. Wanneer een onderneming failliet gaat, sta je namelijk als aandeelhouder achteraan in de rij van schuldeisers. De kans is dus reëel dat je jouw volledige inleg verliest bij een faillissement.

Opbrengsten

Aandelen leveren je geen vaste of zelfs geen gegarandeerde inkomsten op. Je kan geld verdienen met aandelen door dividenden. Wanneer een bedrijf winst maakt, dan is een deel voor de aandeelhouders. Je kan dan een winstuitkering krijgen in de vorm van dividenden. Die worden uitbetaald in cash of nieuwe aandelen. Let wel: het is niet verplicht voor een bedrijf om (een deel van) zijn winst uit te keren aan aandeelhouders. Men kan er namelijk voor kiezen om de winst (gedeeltelijk) te herinvesteren in het bedrijf.

Ook kan je geld verdienen door een koersstijging. Als jouw aandeel in waarde stijgt, dan kan je het verkopen voor een hogere prijs.

Kosten

Transactiekosten zijn heel wisselend. Je betaalt de laagste kosten bij kleine aan- en verkooporders op de beurs van Brussel. Bij grootbanken liggen de transactiekosten (veel) hoger. Ook komen er nog jaarlijkse dossier- en bewaarkosten bovenop.

Fiscaal

Bij de aan- en verkoop van aandelen ben je 0,35 procent beurstaks verschuldigd. Over dividenden betaal je 30 procent roerende voorheffing. De eerste schijf van 804 euro dividenden is vrij van roerende voorheffing. Die betaal je wel bij uitkering, maar kan je terugvorderen via je belastingaangifte.

Goud

Een richtprijs kleven op fysiek goud is erg moeilijk omdat het geen economische waarde heeft. Goud levert ook geen rente op. Het rendement van goud zit dus volledig in de stijging van de goudprijs. Daarom kent beleggen in goud zowel veel voor- als tegenstanders: door velen wordt het gezien als een goede belegging in onzekere tijden. Het biedt bescherming tegen inflatie, beursdalingen en valutarisico’s. Andere beleggers kiezen dan weer niet voor goud omdat het niet rendeert.

Opbrengsten

Het rendement van goud hangt af van verschillende zaken en is moeilijk in te schatten. Toch zijn de verwachtingen dat het in de nabije toekomst zal stijgen. Een aantal experts verwachten later dit jaar en in de loop van volgend jaar zelfs een erg grote stijging van de goudprijs.

Kosten

Als je goud koopt of verkoopt via handelaars in edelmetalen, dan zijn de kosten al verrekend. Koop of verkoop je goud via een bank, dan komen er vaak nog wel kosten bij.

Fiscaal

Als je belegt in fysiek goud, dan is dat belastingvrij. Hetzelfde geldt voor goudstaven en -munten. Let op: bij zilver- en platinastaven moet je wel 21 procent btw bovenop het volledige aankoopbedrag betalen. Bij munten moet er enkel 21 procent btw op de winstmarge van de handelaar worden betaald

Meer