Belgische biotech is nu 42 miljard euro waard en laat Europese sectorgenoten zo derde jaar op rij achter zich

De beurswaarde van alle Belgische biotechbedrijven samen steeg in het afgelopen jaar met 56 procent naar liefst 42 miljard euro. Daarmee staan we al voor het derde jaar op rij op de eerste plaats in Europa.

Dat blijkt uit cijfers die het beurshuis KBC Securities woensdagavond bekendmaakte op een evenement van de Vlaamse biotechfederatie flanders.bio.

De Belgische ereplaats is voor een groot deel toe te schrijven aan het Mechelse Galapagos. Dat klokte in januari nog af op een beurswaarde van 13,35 miljard euro, waarmee het zich tot grootste biotechbedrijf van Europa kroonde.

Die beurswaarde is ondertussen weer een hoop gezakt, zeker sinds zijn reumamedicijn filgotinib werd geweigerd in de VS, maar met 7 miljard euro moeten de Mechelaars nog altijd niet treuren. De grootste biotech’er van Europa is nu (opnieuw) het Deense Genmab met een waarde van 20 miljard euro.

Lama’s

Maar ook Argenx en UCB droegen stevig bij aan de hausse. Argenx, dat medicijnen maakt op basis van lama-antilichamen, kon veelbelovende fase 3-resultaten voorleggen van zijn middel tegen de zeldzame spierziekte myasthenia gravis en haalde kort daarna bijna 800 miljoen euro op. De beurswaarde van het Gentse bedrijf steeg in een jaar tijd met 63 procent. En ook UCB kwam het afgelopen jaar met mooie testresultaten, waardoor het aandeel sinds vorig jaar 46 procent is gestegen.

En ook de kleinere Belgische biotechbedrijven zagen hun waarde fors omhoog gaan met 400 miljoen euro, al was dat vooral te danken aan de nieuwelingen. De Waalse immonutherapiespecialist Iteos trok eind juli naar Wall Street en kon er sindsdien al 42 procent bijschrijven. Zijn beurswaarde bedraagt nu net geen miljard dollar.

Ook Hyloris, dat sinds juni in Brussel noteert, heeft ondertussen een beurswaarde van 270 miljoen euro. De bestaande biotechbedrijven als Bone Therapeutics, MDXHealth, Biocartis en Mithra deden het dit jaar minder goed.

Ecosysteem

Maar wat maakt dat net de Belgische biotech aan de top van de wereld meedraait? Experten wijzen op het unieke ecosysteem in ons land. ‘Door de jaren heeft België heel wat expertise opgebouwd in het onderwerp en die wordt nog steeds doorgegeven aan elkaar en verder uitgewerkt’, zegt Willem Dhooghe van flanders.bio. In het buitenland zijn er veel clusters in grote steden, maar die werken vaak minder nauw samen dan de Belgische clusters.

Zo is onder meer het Gentse Argenx min of meer gebouwd op de kennis van zijn buur Ablynx, die ontstond als spin-off van de Universiteit Gent. De UGent heeft dan ook een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de farma-industrie in ons land.

Het eerste Belgische biotechbedrijf, Plant Genetic Systems, werd opgestart in 1982 en is gebouwd op basis van een processor van de UGent. Het houdt zich bezig met de genetische manipulatie van planten en werd in 2002 overgenomen door de Duitse chemiereus Bayer. Doordat die delen moest afstaan na de overname van de agrospeler Monsanto, zal het bedrijf nu bij BASF terechtkomen. De kantoren zijn nog steeds gevestigd in Gent.

Grote farmaspelers

Maar de Universiteit Gent heeft dit niet op haar eentje gedaan. ‘De aanwezigheid van grote spelers als Janssen Pharmaceutica, GSK en UCB heeft heel veel kennis gecentraliseerd’, zegt Dhooge. ‘Zij hebben meegewerkt aan de ontwikkeling van heel wat technologieën om die dan later ook te kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van eigen medicijnen.’

In de komst van die grote spelers naar België heeft de overheid een belangrijke rol gespeeld. In de jaren na de oorlog werd er een stimulatieprogramma op poten gezet dat een hoop farmagrootheden naar hier heeft gehaald.

Makkelijke toegang tot ziekenhuizen

En de overheid is blijven voortgaan op dat pad. ‘Al in 1984 werd aan de universiteit van Leuven het onderzoekscentrum Imec opgericht en dat heeft een hele grote impact gehad. Later kwam dan VIB in Gent. Bij beide centra wordt er heel erg ingezet op wetenschappelijk onderzoek, maar er wordt meteen ook gekeken hoe die toepassingen economisch interessant kunnen gemaakt worden. En dat is een interessante wisselwerking.’

En eigenlijk de belangrijkste troef die België heeft, is de makkelijke toegang tot ziekenhuizen. ‘Daardoor zijn we heel sterk in klinische testen. Er is een heel dicht netwerk van ziekenhuizen in België, mensen geraken daar ook sneller en dus wordt het makkelijker om patiënten te vinden voor proeven’, verduidelijkt Dhooghe. Onze sterke sociale zekerheid, die ziekenhuisbezoeken relatief goedkoop maakt, kan daar een rol in spelen.

Startkapitaal

Tenslotte wijst Dhooghe er nog op dat niet alleen de beurskoersen van Belgische biotechbedrijven exploderen, maar dat ook het startkapitaal voor start-ups steeds groter wordt. ‘Dat toont aan dat investeerders een sterk vertrouwen hebben in onze medische sector.’

Dat zal de komende jaren vermoedelijk wel nog wat opleveren. Toen Ablynx twee jaar geleden werd overgenomen door het Franse Sanofi werd er even gevreesd dat de sector zou instorten, maar dat is voorlopig uitgebleven. Experten zien de hausse nog wel even aanhouden.

Meer