Belgisch pensioenensysteem bij wereldwijde middelmaat: wat kunnen we leren van Nederland?

Jaarlijks geeft de Belgische overheid zo’n 45 miljard euro uit aan pensioenen, goed voor één vijfde van alle overheidsuitgaven. Daarbovenop komt nog 7,5 miljard aan overlevingspensioenen. Waarom hoort ons pensioenstelsel dan niet wereldwijd bij de betere?

Elk jaar publiceert het Mercer CFA Institute haar Global Pension Index. In een vergelijkende studie worden de pensioensystemen van 39 landen wereldwijd onderworpen aan een onderzoek. Hiervan maakt Mercer vervolgens een ranglijst van beste pensioensysteem naar slechtste. België belandt ergens halverwege op een 17e plek.

Niet duurzaam op langere termijn

Bron: Mercer CFA Institute

Aan de hand van een checklist met meer dan 50 parameters wordt per land een score gegeven op 100. De deelnemende landen worden hiernaast ook onderverdeeld in zeven categorieën, gerangschikt per score.

In categorie A, waarbij landen meer dan 80 moeten scoren, vinden we enkel IJsland, Denemarken en Nederland terug. Nederland is al jaren op rij bij de beste leerlingen van de klas en bieden dus een systeem waar België heel wat van kan leren. Met 64,5 is ons land terug te vinden in categorie C+, omschreven als “de pensioensystemen met goede onderdelen, maar ook grote risico’s of tekortkomingen”. Vooral in de categorie duurzaamheid scoort ons land bijzonder slecht.

Naast een rangschikking biedt de Global Pension Index ook een kort overzicht van het pensioensysteem van elk deelnemend land, alsook enkele adviezen wat beter kan. Voor België liggen de knelpunten vooral bij de tewerkstelling van ouderen, die op die manier terug hun steentje bijdragen aan de staatskas. Ook huishoudschulden liggen in ons land te hoog. Daarnaast moet ons land het verplicht maken een percentje loon opzij te zetten voor later: nu heeft iedereen de vrije keuze, waardoor velen later in de problemen geraken.

België vs. Nederland

Om de vergelijking met Nederland toch maar aan te gaan: In België is jouw pensioen gebaseerd op je loopbaan. Er zijn drie verschillende pijlers: ambtenaren, zelfstandigen en werknemers. In alle drie de systemen ligt het pensioen hoger naarmate je langer werkt en naarmate het loon hoger lag.

In Nederland daarentegen krijgt iedere gepensioneerde een basisinkomen, vastgelegd volgens de Algemene Ouderdomswet (de AOW). Die uitkering is een vast bedrag, gebaseerd op het minimumloon. Hiernaast krijgt 90 procent van de Nederlandse gepensioneerden een aanvullende pensioenregeling. Dit wordt uitbetaald uit een fonds dat werkgevers (2/3e) en werknemers (1/3e) samen aanleggen. Dit systeem zorgt dat ook Nederlandse gepensioneerden die nooit gewerkt hebben toch een uitkering krijgen. Ook huismoeders en langdurig zieken kunnen zo toch genieten van hun oude dag.

De pensioenhervorming stond al in het regeerakkoord van de huidige Vivaldi-coalitie. Het eerste voorstel van minister voor Pensioenen Karine Lalieux (PS) werd snel van tafel geveegd, maar de regering-De Croo zal toch met een degelijk systeem moeten komen om België hoger te stuwen in de lijst. Al was het maar om die 45 miljard euro per jaar te kunnen verantwoorden.

(lp)

Meer