Tegen het begin van de zomervakantie wil ons land een coronatraceerapp uitrollen, die kan helpen bij het nagaan van de contacten van een coronapatiënt.

Nadat minister Philippe De Backer (Open Vld) de komst van de app eerder al aankondigde, zal een interfederale werkgroep onder leiding van KU Leuven-professor Bart Preneel woensdag de technologie uit de doeken doen. ‘Vijf weken later, tegen begin juli, kan je live gaan met tests’, zegt Preneel dinsdag in De Tijd.

Het juridisch kader waarbinnen de app moet opereren, ligt als wetsontwerp in het parlement. Finaal moeten de deelstaten hun fiat geven voor een app, maar ook daar zijn er positieve geluiden.

Bluetooth

De app zal draaien op bluetoothtechnologie die op elke smartphone aanwezig is. De techniek is er een die Preneel mee ontwikkelde in een Europees consortium, waarbij de data op de smartphone zelf blijven. Ook landen als Zwitserland en Oostenrijk doen dat zo.

Preneel stapte recentelijk uit het Europese PEPP-PT-project, om zich volledig te focussen op een andere standaard,  DP-3T, wat staat voor Decentralized Privacy-Preserving Proximity Tracing. Dat protocol ligt ook aan de basis van het gezamenlijke project dat Apple en Google, samen goed voor vrijwel de hele smartphonemarkt, aankondigden.

Mogelijk komt er wel een lokale touch. Vlaanderen kende 225.000 euro subsidie toe aan een app-prototype van de UGent en de UHasselt. Die combineert bluetooth met localisatiedata. Bluetooth mist besmettingen via oppervlakten, waarbij de ene persoon de kamer al verliet, en de andere later binnenkomt.