Het klimaatpanel van de VN heeft zijn meest uitgebreide beoordeling van klimaatverandering tot nu toe gepubliceerd. Hier zijn enkele van de belangrijkste conclusies van het rapport:
De mens heeft dit veroorzaakt – punt uit.
De Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering (IPCC) heeft in de krachtigste bewoordingen tot nu toe beweerd dat de mens de klimaatverandering veroorzaakt. In de eerste regel van de samenvatting van het rapport staat “Het is ondubbelzinnig dat de invloed van de mens de atmosfeer, de oceanen en het land heeft opgewarmd.”
De krachtige bewoording betekent een verschuiving ten opzichte van eerdere IPCC-rapporten. Toen werd gesteld dat het “zeer waarschijnlijk” was dat industriële activiteit de schuldige was.
“Er is geen onzekere taal in deze zin, omdat er geen onzekerheid bestaat over het feit dat de opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door menselijke activiteit en de verbranding van fossiele brandstoffen,” zei IPCC co-auteur Friederike Otto, een klimatoloog aan de Universiteit van Oxford.
De temperaturen zullen blijven stijgen
Het rapport beschrijft mogelijke toekomstscenario’s. De scenario’s zijn afhankelijk van hoe drastisch de wereld de uitstoot vermindert.
Maar zelfs de meest drastische reductie zal de opwarming van de aarde met 1,5°C boven de pre-industriële temperatuur waarschijnlijk niet kunnen voorkomen. Zonder onmiddellijke drastische emissiereducties zou de gemiddelde temperatuur tegen het einde van de eeuw wel eens meer dan 2°C kunnen bedragen.
De wetenschappers hebben ook gekeken naar gebeurtenissen die minder waarschijnlijk maar nog steeds mogelijk worden geacht. Daarbij konden ze grote gevolgen van zogenaamde omslagpunten, zoals het verlies van ijs op de Noordpool of het afsterven van bossen, niet uitsluiten.
Het weer wordt steeds extremer
Weersextremen die ooit als zeldzaam of ongekend werden beschouwd, komen steeds vaker voor. En die trend zal aanhouden, zelfs als de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 1,5°C.
Hevige hittegolven die slechts eens in de 50 jaar voorkwamen, komen nu ongeveer eens per decennium voor. Tropische cyclonen worden sterker. In de meeste landgebieden valt er meer regen of sneeuw per jaar. Ernstige droogtes komen 1,7 keer zo vaak voor. En het bosbrandseizoen wordt langer en intenser.
De wetenschappelijke vooruitgang van het afgelopen decennium is groot. Daardoor kunnen wetenschappers nu ook vaststellen of specifieke weersomstandigheden door de klimaatverandering zijn veroorzaakt of verergerd.
“In het verleden zeiden mensen dat je niets kunt zeggen over individuele gebeurtenissen”, zegt IPCC-medeschrijver Michael Wehner. Hij is een klimaatwetenschapper aan het Lawrence Berkeley National Laboratory in Californië. “Maar nu kunnen we wel degelijk kwantitatieve uitspraken doen over extreme weersomstandigheden.”
Arctische zomers kunnen binnenkort ijsvrij zijn
In het meest optimistische scenario van het IPCC zal het zee-ijs op de Noordelijke IJszee tegen 2050 minstens een keer volledig verdwenen zijn. De regio is het snelst opwarmende gebied ter wereld en warmt minstens tweemaal zo snel op als het wereldgemiddelde.
Het niveau van het zee-ijs op de Noordpool varieert het hele jaar door. Toch zijn de gemiddelde laagtes in de zomer sinds de jaren 1970 gedaald en bevinden ze zich nu op het laagste niveau in duizend jaar. Dit smelten creëert een vicieuze cirkel. Reflecterend ijs maakt plaats voor donkerder water dat zonnestraling absorbeert in plaats van afstoot. Dat zorgt dan voor nog meer opwarming.
De zeeën zullen hoe dan ook blijven stijgen
Het zeeniveau zal zeker nog honderden of duizenden jaren blijven stijgen. Zelfs als de opwarming van de aarde zou stoppen bij 1,5°C, zou de gemiddelde zeespiegel nog steeds zo’n 2 tot 3 meter stijgen. Misschien wel meer.
De zeespiegelstijging is in een stroomversnelling geraakt. De ijskappen op de polen smelten sneller want het water van de opwarmende oceanen breidt zich uit. Sinds de jaren zestig is het aantal overstromingen in veel kustgebieden al bijna verdubbeld. Kustoverstromingen die eens in de eeuw voorkomen, zullen tegen 2100 eens per jaar voorkomen.
Wetenschappers kunnen extreme stijgingen van meer dan 15 meter tegen 2300 niet uitsluiten. Nog minder als blijkt dat onze uitstoot onomkeerbare gevolgen voor de aarde heeft. “Hoe meer we het klimaatsysteem onder druk zetten… hoe groter de kans dat we drempels overschrijden die we slechts met moeite kunnen voorspellen,” zegt co-auteur van het IPCC-rapport Bob Kopp, een klimaatwetenschapper aan de Rutgers Universiteit.
Er is bijna geen tijd meer
Om de doelstelling van het Parijsakkoord te halen, is er een “koolstofbudget” voorzien. Die term omvat hoeveel extra koolstof in de atmosfeer kan worden gepompt voordat de 1,5°C-doelstelling waarschijnlijk buiten bereik is.
De wereld is nu op weg om dat budget in ongeveer tien jaar op te gebruiken.
We hebben sinds midden jaren 1800 al 2,4 biljoen ton CO2 in de atmosfeer gestoten. Daarmee hebben we de aarde al 1,1°C opgewarmd. Er kan nog maximaal 400 miljard ton worden toegevoegd voordat het koolstofbudget op is. De wereldwijde uitstoot bedraagt momenteel iets meer dan 40 miljard ton per jaar.