Aziatische financiële centra winnen aan belang; positie Londen steeds meer bedreigd

New York bleef ook het voorbije jaar het belangrijkste financiële centrum van de wereld, maar elders kunnen signalen van dreigende verschuivingen worden vastgesteld. Enerzijds wordt de positie van Londen, dat nog altijd op de tweede plaats stond gerangschikt, steeds meer door Aziatische centra bedreigd. Anderzijds blijkt Frankfurt door de brexit aan belang te winnen.

Dat blijkt uit een rapport van de Britse denktank Z/Yen Group en het China Development Institute.

Kloof

New York eindigde met een score van 76,4 procent in de wereldwijde ranglijst van financiële centra ook vorig jaar op de eerste plaats. Het jaar voordien had de Amerikaanse metropool wel een score van 77 procent laten optekenen. Londen zag zijn waardering op de tweede plaats echter van 76,6 procent naar 74,3 procent terugvallen.

Daardoor werd niet alleen de achterstand tegenover New York groter, maar zelf voelt Londen steeds meer de druk van zijn Aziatische concurrenten Shanghai (74,2 procent), Hongkong (74,1 procent) en Singapore (74 procent). De top tien bestond verder uit Peking, Tokio, Shenzhen, Frankfurt en Zürich. Tokio viel daarbij van een vierde naar een zevende plaats terug.

Opmerkelijk is de naam van Frankfurt op een negende plaats. Het jaar voordien stond de Duitse stad nog op een zestiende plaats. Frankfurt profiteerde volgens de onderzoekers duidelijk van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.

Door de opkomst van Frankfurt verdween San Francisco, dat van een achtste naar een twaalfde plaats zakte, uit de top tien weg. Luxemburg stond op een zeventiende plaats. Genève haalde nog net de top twintig.

Veerkracht

‘De verschillen tussen de grote financiële centra van de wereld zijn bijzonder klein’, merkt Michael Mainelli, voorzitter van Z/Yen Group, op. ‘Tussen de tweede en de vijfde plaats ligt amper 0,4 procentpunt. Dergelijke verschillen kunnen heel snel worden overbrugd. Ook de steden uit de top tien worden amper door 4,4 procent van elkaar gescheiden.’

De onderzoekers merken wel op dat in de top van de rangschikking de meeste financiële centra hun positie kunnen behouden. ‘Lager in de rangschikking zijn er wel sterkere verschuivingen’, luidt het. ‘Dat heeft mogelijk te maken met twijfels over de veerkracht van sommige centra in opkomende en kleinere markten.’

‘Het feit dat de meeste locaties een lagere score lieten optekenen dan het jaar voordien, kan wijzen op een aanhoudende onzekerheid over de internationale handel, de impact van de coronapandemie en een bezorgdheid over geopolitieke en lokale onrust.’

(tb)

Meer