Amerikaanse studie twijfelt aan ecologische meerwaarde ethanol

Ethanol op basis van maïs draagt tot de opwarming van de aarde wellicht veel meer bij dan gewone benzine. Dat is de conclusie van een onderzoek door wetenschappers bij het Madison Center for Sustainability and the Global Environment aan de University of Wisconsin. De studie is in tegenspraak met eerder onderzoek in opdracht van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA), waaruit bleek dat ethanol en andere biobrandstoffen een relatief duurzaam karakter hebben.

Ethanol wordt al jaren in grote hoeveelheden gemengd met benzine die in tankstations in de Verenigde Staten wordt verkocht.

Landgebruik

De regering van de Amerikaanse president Joe Biden herschikt zijn beleid op het gebied van biobrandstoffen als onderdeel van een bredere inspanning om de economie van het land – in de strijd tegen de klimaatverandering – tegen het midden van deze eeuw koolstofarm te maken. 

“Ethanol op basis van maïs is echter geen klimaatvriendelijke brandstof”, benadrukt hoofdonderzoeker Tyler Lark, professor milieuwetenschappen aan de Universiteit van Wisconsin.

Het onderzoek suggereerde dat ethanol minstens 24 procent meer koolstofdioxide zou produceren dan dan benzine. Dat zou te maken hebben met de emissies die worden veroorzaakt door de verandering in het landgebruik om op de teelt van maïs over te schakelen.

Volgens de Renewable Fuel Standard (RFS), een wet die bijna twintig jaar geleden werd uitgevaardigd, zijn de Amerikaanse raffinaderijen verplicht om jaarlijks ongeveer 15 miljard gallons ethanol op basis van maïs in de nationale benzineproductie te mengen.

Dat beleid was bedoeld om de uitstoot van koolstofdioxide te verminderen, de Amerikaanse landbouwers te ondersteunen en de Amerikaanse afhankelijkheid van de invoer van energie te verminderen.

Ondergrond

“Na de introductie van de wet groeide de maïsteelt over een periode van acht jaar met 8,7 procent”, stippen de onderzoekers aan. “Daarbij werd 6,9 miljoen extra hectare voor de maïsteelt gereserveerd. Dat leidde tot doorgedreven verandering in het landgebruik.”

“Onder meer moest worden vastgesteld dat gebieden akkerland, die anders aan de natuur zouden zijn teruggegeven, verder bewerkt bleven. In de bodem is koolstofdioxide opgeslagen, maar bij het bewerken van akkerland komt dat product vrij. Ook andere landbouwactiviteiten, zoals het gebruik van stikstof bij de bemestingen, zijn een bron van emissies.”

Een studie drie jaar geleden door het Amerikaanse ministerie van Landbouw had nochtans gesteld dat ethanol 39 procent minder koolstofdioxide produceerde dan benzine.

Dat voordeel werd onder meer toegeschreven aan de opslag van koolstofdioxide door nieuwe aanplantingen. “Dit onderzoek heeft echter de impact van landconversies op de emissies van broeikasgassen onderschat”, voerde Tyler Lark aan.

Geoff Cooper, voorzitter van de Renewable Fuels Association, noemde de studie echter compleet fictief en onjuist. “De auteurs hebben de slechts denkbare scenario’s gehanteerd en hebben daarbij ook van selectieve data gebruik gemaakt”, stipt Cooper aan.

Het Environmental Protection Agency, verantwoordelijk voor het biobrandstofbeleid van de Verenigde Staten, overweegt wijzigingen in het Amerikaanse biobrandstoffenbeleid. De actuele mengvereisten lopen eind dit jaar af. Er kunnen dus vanaf volgend jaar hervormingen worden doorgevoerd.

(lp)

Meer