Tijdens de coronacrisis heeft de Amerikaanse vliegtuigbouwer Boeing verder terrein verloren tegenover zijn Europese rivaal Airbus. Dat blijkt uit een rapport van marktonderzoeker Finbold, gebaseerd op een analyse van de vliegtuigverkopen de voorbije twee jaar.

Hoewel beide constructeurs door de uitbraak van het virus Covid-19 minder orders ontvingen dan de periode voordien, moest Boeing volgens Finbold ook nog eens met een aantal veiligheidsproblemen afrekenen. Airbus leverde de voorbije twee jaar 1.376 vliegtuigen aan klanten af. Bij Boeing was er tegelijkertijd sprake van een afzet van 466 toestellen.

Crashes

“De jongste vijf jaar heeft Airbus zijn dominantie over Boeing stelselmatig opgevoerd”, beklemtoont Finbold. “Tijdens die periode kon Airbus 3.757 leveringen melden, tegenover 2.415 eenheden bij zijn Amerikaanse concurrent.”

Bij Boeing was de controversiële B737 Max met 245 exemplaren, ondanks vragen over de veiligheid van het toestel, het populairste type. Bij Airbus genoot de A320neo met 258 leveringen de grootste bijval.

“Airbus en Boeing zijn historische concurrenten, maar de Europese constructeur slaagde er tijdens de gezondheidscrisis duidelijk in de bovenhand te halen”, stipt Finbold aan.

“Airbus kon daarbij profiteren van de beslissing van de autoriteiten om de 737 Max van Boeing na twee crashes met een fatale afloop uit veiligheidsoverwegingen aan de grond te houden. Hoewel de 737 Max sindsdien opnieuw kon worden ingezet, is Boeing er niet in gelukt die achterstand weer op te halen.”

Kwaliteitsproblemen

Finbold wijst er wel op dat beide rivalen met een aantal kwaliteitsproblemen blijven worstelen. “Boeing moet het vertrouwen bij de klanten opnieuw proberen op te drijven”, merken de analisten op. “Airbus wordt anderzijds geconfronteerd met een conflict met Qatar Airways en een aantal andere vliegtuigmaatschappijen.”

“Er is met die klanten een aanslepend dispuut ontstaan over de kwaliteit van de verf die in de vloot van het model A350 was gebruikt. Rekening houdend met de omvang en de vooraanstaande positie van Qatar Airways zouden hier voor Boeing mogelijk een aantal opportuniteiten kunnen liggen.”

“Anderzijds moet worden vastgesteld dat de twee constructeurs wereldwijd nog altijd het overgrote deel van de nieuwe orders krijgen toegewezen”, beklemtoont Finbold. “Bovendien zullen zij wellicht nieuwe afzetmarkten zoeken om hun positie verder te versterken.”

De onderzoekers wijzen er daarbij ook op dat beide maatschappijen door de heropening van de wereldwijde economie opnieuw van een toenemend aantal orders gewag kunnen maken. “Dit geeft aan dat hun klanten vertrouwen hebben in een snelle heropleving van de luchtvaart en hopen dat de impact van de pandemie over enkele jaren zal zijn weggevaagd”, beklemtoont Finbold.

“Interessant daarbij is echter ook de vraag welke impact de wereldwijde geopolitieke problemen, zoals de oorlog in Oekraïne, kunnen hebben terwijl de vliegtuigbouwers zich van de coronapandemie proberen te herstellen.”

(kg)