Aangepast veevoeder kan grote groepen mensen uit hongersnood halen

De systemen voor voedselproductie moeten worden gereorganiseerd, zodat meer agrarische bijproducten als veevoeder gebruikt zouden kunnen worden. Dat kan voldoende voorraden vrijmaken om meer dan een miljard mensen te voeden zonder dat een extra productie moet worden voorzien. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan de Aalto University in Finland.

“Miljoenen mensen over de hele wereld worden door hongersnood of ondervoeding bedreigd”, merken de onderzoekers op. “Tegelijkertijd legt de productie van voeder voor vee en vissen een beslag op beperkte natuurlijke hulpbronnen die kunnen worden gebruikt om voedsel voor mensen te produceren.”

Suikerbieten en citruspulp

“Een aanpassing van dat systeem kan de productie op peil houden en tegelijkertijd meer voedsel voor mensen beschikbaar stellen”, zeggen de Finse wetenschappers nog. “Een aangepaste bevoorrading kan met een behoud van het productieniveau toch meer voedsel voor de wereldbevolking beschikbaar maken.”

“Met enkele eenvoudige aanpassingen zou het mogelijk zijn de wereldwijde voedselvoorziening aanzienlijk te vergroten, waardoor mogelijk 13 procent meer mensen zouden kunnen worden gevoed, zonder dat er op grotere volumes natuurlijke hulpbronnen zou moeten worden beroep gedaan en zonder de noodzaak aan grote veranderingen in het dieet.”

“Momenteel wordt ongeveer een derde van de graanproductie als veevoeder gebruikt”, stipt onderzoeksleider Matti Kummu, professor voedingswetenschappen aan de Aalto University, aan. “Maar ook een kwart van de visvangst is uiteindelijk niet voor menselijke consumptie beschikbaar.”

Suikerbieten of citruspulp

“Nochtans kunnen dieren perfect met bijproducten van het voedselsysteem – zoals suikerbieten of citruspulp – worden gevoed in plaats van met voorraden die wel voor menselijke consumptie geschikt zouden kunnen zijn.”

“Met deze veranderingen zou misschien tussen 10 procent en 26 procent van de totale graanproductie en ongeveer 11 procent van de visvoorraden niet langer voor dieren, maar voor menselijke consumptie kunnen worden gebruikt”, voert Kummu nog aan.

“Afhankelijk van het precieze scenario zouden hierdoor tussen 6 procent en 13 procent aan extra calorieën en tussen 9 procent en 15 procent aan eiwitten beschikbaar komen. Dat lijkt misschien niet veel, maar met die voorraden zou het mogelijk zijn ongeveer een miljard mensen te voeden.”

Verspilling

De conclusies van de studie sluiten aan op eerder onderzoek van Kummu, waaruit is gebleken dat het beperken van de voedselverspilling – over de hele cyclus van productie tot consumptie – de voedselvoorziening eveneens met ongeveer 12 procent zou kunnen verhogen.

“Het aanreiken van oplossingen om deze twee problemen aan te pakken, zou dan ook de wereldwijde voedselvoorraden met ongeveer een kwart kunnen laten aangroeien”, merken de Finse onderzoekers daarbij op.”

Knelpunten

De wetenschappers maken wel van een aantal knelpunten gewag. “Het voedsel dat door mensen wordt geconsumeerd, verschilt vaak van de voorraden die voor de veestapel of aquacultuur bestemd zijn”, merkt Kummu op.

“Bij veevoeder wordt immers een andere variëteit van maïs gebruikt, terwijl sommige granen ook van minder kwaliteit zijn. Vis die voor de productie van vismeel is bestemd, blijkt anderzijds vaak een benig karakter te hebben dat bij de consument momenteel niet populair is.”

“Het overwinnen van deze hindernissen kan echter aanzienlijke winsten opleveren”, voert Kummu aan. “Om de voordelen te kunnen realiseren, zijn enkele aanpassingen in de toeleveringsketens nodig. Maar dat kan worden opgelost.”

(lb)

Meer