Hoewel de oorlog in Oekraïne voortwoedt en economen zich zorgen maken om stagflatie, is er van paniek op de beurzen nauwelijks sprake. “Dat kan vreemd lijken, maar de geschiedenis heeft zich herhaald. Bij geopolitieke conflicten zien we vaak een jojo-beweging in een korte periode”, zegt beleggingsstrateeg Wim D’Haese van Deutsche Bank.
Het vertrouwen van de consumenten, en in mindere mate van de ondernemingen, krijgt in heel Europa klappen, zo bleek vorige week uit verscheidene indicatoren. Maar de beurzen houden goed stand. Meer nog: de Bel20-index staat enkele procenten hoger tegenover een maand geleden, net als de Amerikaanse S&P 500 of de Nasdaq.
“Meteen na 24 februari, de dag van de Russische invasie in Oekraïne, kenden de beurzen een verkoopgolf, maar de koersen waren daar al rond 16 maart van hersteld”, merkt D’Haese op.
Inflatie
Hij wijst erop dat de hoge inflatie al voor de oorlog een groot thema was op de beurzen, dus eigenlijk is dat niet nieuws. “Je zag dat ook al weerspiegeld op de beurzen voor 24 februari: de groeiaandelen, die gevoelig zijn voor hogere rente, stonden onder druk, geïllustreerd door de prestatie van de Nasdaq.”
De impact van de inflatie zal per bedrijf afhangen van de mate waarin het zijn eigen prijzen kan bepalen op zijn verkoopmarkt. “De huidige aanhoudende hoge inflatie zal door een aantal bedrijven kunnen doorgerekend worden in het eindproduct of dienst, maar door andere bedrijven dan ook weer niet. Geaggregeerd zal er wel een impact zijn op de marges en bedrijfswinsten. Niet alleen van de inflatie, maar ook van de oorlog rechtstreeks zoals problemen bij de toeleveringsketen. Maar het is nog te vroeg om daar een cijfer op te plakken.”
Omgekeerde rentecurve
Wat wel veranderd is, zijn de groeiverwachtingen, die neerwaarts bijgesteld moet worden. Professionele beleggers hebben dezer dagen meer dan gewone belangstelling voor een type grafiek: de rentecurve (yield curve), die het verschil tussen de langetermijnrente en de kortetermijnrente aangeeft.
- Bij economisch optimisme is de lange rente hoger dan de korte rente, omdat beleggers een extra premie willen voor de langere duur.
- Maar sinds enige tijd is er sprake van een vlakke rentecurve, wat betekent dat het verschil klein is. Dat duidt erop dat beleggers op lange termijn weinig groei en weinig inflatie verwachten.
- Zelfs het fenomeen van een omgekeerde of geïnverteerde curve duikt nu op: de korte rente is dan hoger dan de lange rente. Dat wordt door velen gezien als een signaal dat een recessie op komst is.
Wat betekent dit voor aandelenbeleggingen? “In het verleden was een omgekeerde rentecurve regelmatig een voorbode voor een economische recessie, maar zeker niet altijd. Vaak was er vals alarm”, antwoordt D’Haese. “Anderzijds werd een recessie wel zo goed als altijd voorafgegaan door een omgekeerde rentecurve. Alleszins is er voor beleggers nog geen reden om zich overdreven zorgen te maken. Vaak presteerden aandelen goed tussen inversie en recessie, en tussen deze twee fases kan gemakkelijk 1 à 2 jaar overgaan.”
Financiële repressie
Velen vrezen dat we voor lange tijd in een periode van “financiële repressie” zijn terechtgekomen, waarbij burgers moeten vrezen dat ze met hun spaargeld almaar minder kunnen kopen door de hoge inflatie.
D’Haese is van mening dat beleggen in aandelen soelaas kan bieden, maar dan moet de belegger wel zijn zenuwen onder controle kunnen houden bij een plotse dip van de beurzen.
“We zien in aandelen de beste oplossing om het verlies aan koopkracht of financiële repressie te bestrijden, maar uiteraard in een context van geopolitieke onzekerheid en verhoogde volaitiliteit. Je kan dus best een lange beleggingshorizon voor ogen houden en niet panikeren bij grotere swings, maar die eerder als een opportuniteit zien. Onze voorkeur gaat uit naar thema’s op lange termijn zoals cyberveiligheid, gezondheidszorg en energietransitie.”
(fjc)