Sinds de uitbraak van de pandemie is de productie van microchips beginnen stokken. Als massaproducent van allerlei elektronica, heeft China een grote behoefte aan die halfgeleiders. Daarom wil het land zich bevrijden van de afhankelijkheid van buitenlandse producenten, en zijn eigen chips produceren. Welke gevolgen zou een toename van de Chinese productie, of zelfs een Chinees monopolie, hebben voor de wereldmarkt?
China wordt ook wel de fabriek van de wereld genoemd. Fabrieken in China produceren de meeste smartphones, huishoudelijke apparaten en auto’s. Wat al deze zaken gemeen hebben, is dat ze halfgeleiders en microchips nodig hebben. China heeft momenteel echter niet de capaciteit om voldoende kwaliteitsvolle chips te produceren.
Momenteel importeert China massa’s microchips om die honger te stillen, maar daar wil het land komaf mee maken. China voert massale investeringen door om op termijn zelfvoorzienend te worden.
Als China wereldleider zou worden op het gebied van microchips, zou dat de manier waarop de markt vandaag werkt, drastisch veranderen.
Wat zouden de gevolgen voor de markt zijn als China een monopolie had?
Aan Associated Press vertellen experten hoe dit de innovatie zou vertragen, de wereldhandel verstoort en de wereld mogelijk armer maakt.
Ze wijzen ook op het risico dat er verschillende markten, met afzonderlijke en onverenigbare normen, zouden kunnen ontstaan. Telefoonfabrikanten werken momenteel met één wereldwijd besturingssysteem (en twee verschillende netwerknormen), maar zouden dan voor elke markt unieke versies moeten maken, wat innovatie zou belemmeren.
In september riep de secretaris-generaal van de VN, Antonio Guterres, daarom de Verenigde Staten en China op om deze scheiding absoluut te voorkomen.
Een sterke marktpositie van China kan chipproducenten zelfs doen delokaliseren. Dat fenomeen hebben andere sectoren al aan den lijve mogen ondervinden: China heeft de capaciteit om productieprijzen zodanig af te breken, dat andere bedrijven – vooral in het Westen – geen klanten meer kunnen vinden en hun activiteiten staken. China zou in dat geval zijn marktwetten, zoals zijn arbeidsvoorwaarden en prijzen, kunnen afdwingen op andere spelers.
De spanningen zijn er al
Er zijn nu al spanningen tussen het Westen en China over microchips. Europa en de Verenigde Staten beschuldigen Peking ervan hun technologieën te willen stelen, en beperken de toegang voor Chinese bedrijven. Die toegang zou Chinese producenten in staat kunnen stellen hun Westerse en Aziatische concurrenten in te halen.
In 2018 beschuldigden de Verenigde Staten Huawei, toen wereldwijd de grootste Chinese telefonische speler, ook al van spionage. De regering-Trump verbood Huawei vervolgens om toegang te krijgen tot Amerikaanse chips en andere technologie.
Europa beschuldigt China ervan zijn technologische voorsprong uit te hollen door belangrijke activa op te kopen, zoals de Duitse robotproducent Kuka. De EU zal dan haar regels inzake buitenlandse investeringen herzien.
In Taiwan probeert China de knapste koppen uit de sector te rekruteren, om zo de knowhow van bedrijven als TSMC over te nemen. Taiwan legt dan weer op de betreffende jobaanbiedingen maatregelen op.
Wat zijn de kansen dat dit gebeurt?
Geen enkel ander land streeft op deze manier naar een monopolie en zelfvoorziening als China. Experten zeggen dat het voor chipbedrijven moeilijk zou zijn om concurrerend te blijven, indien ze zich zouden losmaken van de wereldwijde leveranciers van deze technologieën.
Nieuwe Chinese chips maken een opmars en steeds meer Chinese bedrijven die oorspronkelijk niet op dit gebied actief waren, zoals Tencent en Alibaba, wagen zich (tegen wil en dank) op de microchipmarkt. Maar China heeft nog steeds buitenlandse technologie nodig om kwaliteitsvolle chips te produceren.
Buitenlandse producenten bezitten microscopisch nauwkeurige methodes, die Chinese bedrijven niet kunnen evenaren. Vaak bewaken deze niet-Chinese bedrijven angstvallig de octrooien van die technologieën, en kunnen ze de toegang daartoe in China blokkeren. De Chinese investeringen zouden ook minder omvangrijk zijn dan die in andere landen: 150 miljard tot 2030, terwijl TSMC van plan is de komende drie jaar 100 miljoen in zijn activiteiten te steken.
(lp, bzg)