Het aantal werkende studenten zit grosso modo weer op het niveau van voor de coronapandemie, maar het gemiddeld aantal gepresteerde uren ligt wel nog aan de lage kant. Dat blijkt woensdag uit een analyse van hr-bedrijf Randstad Group.
Afgelopen paasvakantie konden we al een stevig herstel vaststellen. Er waren toen meer dan tweemaal zoveel studenten aan de slag tegenover de catastrofale paasweken vorig jaar. Dat herstel heeft zich nu ook in de eerste maand van de zomervakantie doorgezet, stelt Randstad vast.
21 uur
De cijfers voor juli tonen dus een tweeledig verhaal. Zo zit het aantal werkende studenten opnieuw ei zo na op hetzelfde peil van het recordjaar 2019 (-1 procent). Ten opzichte van juli vorig jaar gaat het om een flinke stijging met 21 procent.
Daartegenover staat dan weer dat het aantal gepresteerde uren nog steeds een daling vertoont in vergelijking met 2019. “Concreet: de studenten die aan het werk waren in juli, presteerden met 21 uur per individu gemiddeld een half uur meer ten opzichte van 2020 (20,5 uur) en 2 uur minder dan in 2019 (23 uur)”, klinkt het.
Slecht weer
Dat het herstel op het vlak van het aantal uren iets trager gaat, is volgens de onderzoekers voornamelijk te wijten aan het feit dat nog niet alle sectoren die traditioneel veel studenten tewerkstellen al op volle toeren draaien. Het gaat dan bijvoorbeeld om de pretparken, de evenementensector en de horeca.
Bovendien gooide naast de coronacrisis ook het slechte weer in juli roet in het eten. “Want hoe mooier het weer, hoe meer studenten aan zee worden ingezet”, besluit Wim Van der Linden, woordvoerder bij Randstad Group.
Lees ook: