Knaagdieren zoals ratten worden door de horecasluiting afgesneden van hun traditionele voedselbronnen. De diertjes kunnen wel tegen een stootje en zullen niet alleen overleven, maar ook uitzwermen in de zoektocht naar eten. Ongediertebestrijders zoals Anticimex proberen zaakvoerders aan te manen om het rattenprobleem niet te laten liggen. De eeuwenoude plaag die de stedelijke mens belaagt dreigt zelfs voor eens en altijd te veranderen door de pandemie.
De bruine rat geldt als een van de meest succesvolle diersoorten op aarde. De kleine zoogdieren verspreidden zich eeuwen geleden vanuit Mongolië en China naar elke uithoek van de wereld door mee te reizen op de eerste handelsschepen. Vandaag ben je in een stad nooit op minder dan 10 meter afstand van een rat. Dat bezorgt ons heel wat problemen. De diertjes staan bekend als ziekteverspreiders en in de Verenigde Staten alleen al zijn ze elk jaar goed voor zo’n 19 miljard dollar aan gebouwschade.
Het rattenprobleem is ook erger aan het worden. Door de klimaatverandering zien we mildere winters in onze streken. Hierdoor kunnen er meer ratten overleven terwijl de vrieskou vroeger hun getallen decimeerde. Dat merkten de grootste steden van de planeet het eerst op. Vorig jaar kreeg Chicago voor het zesde jaar op rij de titel van ‘Meest rattige stad’ van de VS. Rattenpopulaties zijn er zo hard aan het exploderen dat de stad in 2016 al officieel de oorlog verklaarde aan de knaagdieren.
Door de lockdown is het probleem snel uit de hand aan het lopen in internationale grootsteden. Restaurants en cafés voorzien de beestjes normaal van een vaste voedselbron met hun afval. Nu die vaste stekjes wegvallen, moeten de ratten nieuwe oorden opzoeken. Ze zwermen massaal uit om nieuwe territoria met voedsel aan te doen. ‘Ook de verlaging van menselijke activiteit in hun gewoonlijke habitat speelt een invloed op het gedrag van de knaagdieren’, vertelt Gert Vandecruys, een expert bij de Belgische ongediertebestrijder Anticimex.
Hormonale populatiecontrole
Volgens Vandecruys zitten de Amerikaanse steden wel met populaties die niet te vergelijken zijn met onze steden. ‘Wij hebben dat soort problemen in België veel minder. Hoewel ik verwacht dat een aantal horecazaakvoerders wel voor een verrassing zullen staan wanneer ze weer opengaan’, zegt Vandecruys in een interview met Business AM. In zaken die vroeger al met een rattenprobleem kampten, is de kans groot dat het probleem alleen maar erger is geworden. Restaurants en cafés die nog geen problemen zagen, hebben minder kans.
‘Dit komt omdat die beestjes door menselijke activiteit een bepaald stressniveau krijgen. Daardoor komt er een hormonale rem op de voortplanting, zelfs al is er genoeg voedsel en is er mogelijkheid om te nesten aanwezig. Eigenlijk een hormonaal gestuurde populatiecontrole dus. Keukens en opslagplaatsen worden op dit moment niet gebruikt. Het is stil, kalm en meestal donker, dus valt die stressfactor voor de knaagdieren weg. Ze gaan dan ook meer nakomelingen voortbrengen’, legt Vandecruys uit.
Je zou denken dat de beestjes juist met grote sterftes kampen tijdens zo’n voedseltekorten. Maar niets is minder waar. ‘Een gemiddelde muis heeft maar een paar gram voedsel nodig per dag. Een rat heeft iets meer dan 20 gram nodig, maar een tiende van hun gemiddeld gewicht. Dat is bijna niets. In die inactieve keukens kunnen ze dus nog makkelijk verpakt en droog voedsel vinden. Ze noemen dan ook niet voor niets knaagdieren. Om een constante groei van de tanden bij te benen moeten die diertjes constant aan dingen knagen. Een plastic verpakking of zelfs een etiket op een glazen bokaal zijn voor hun tanden helemaal geen probleem’, aldus Vandecruys.
Beter voorkomen dan genezen
Anticimex probeert hun klanten dan ook actief op te leiden om de verspreiding van knaagdieren te voorkomen. Een belangrijke strategie is het dichten van gaten in gebouwen die ratten en muizen kunnen gebruiken als doorgangen. ‘Een gaatje van zes millimeter volstaat al voor de meeste knaagdieren. Zolang ze hun schedel er door krijgen, kan de rest volgen. De diertjes kunnen hun skelet en borstkas namelijk inklappen om te volgen’, legt Vandecruys uit.
De Belgische ongediertebestrijders zitten momenteel in een vreemde positie. Enerzijds zijn ze tijdelijk hun horecaklanten kwijt, anderzijds moeten ze opdraven voor problemen met ongedierte op nieuwe plaatsen. Lokale gemeentebesturen bellen ongediertebestrijders steeds vaker op om hun rattenproblemen aan te pakken. ‘De ratten die al uitgezwermd zijn, zullen in hun nieuwe habitat blijven en zich daar ontwikkelen. Er gaat zeker een hoger aantal knaagdieren zijn na de pandemie op plaatsen waar die zich vroeger niet bevonden. Dat betekent dus meer knaagschade en meer gezondheidsproblemen’, waarschuwt Vandecruys.
Anticimex gaf ook aan dat ze sinds de pandemie veel komen opdraven als ontsmetter van openbare en professionele ruimten. ‘Wij willen meegeven aan zaakvoerders om toch controles te blijven doen tijdens de lockdown, anders zullen er problemen gekweekt worden’, besluit Vandecruys.