Vervoermaatschappij De Lijn en netbedrijf Fluvius hebben een samenwerking op poten gezet voor de realisatie van oplaadinfrastructuur voor elektrische bussen in Vlaanderen.
De samenwerking met Fluvius past perfect binnen het plan van De Lijn om de busvloot te vernieuwen. De vervoersmaatschappij wil tegen 2035 zo’n 1.200 bussen vervangen door hybride of elektrische exemplaren.
Groene bussen van energie voorzien
Met de geplande toename van groene bussen moeten er voldoende opties zijn om de voertuigen op te laden. Elektrische bussen maken immers geen gebruik van een klassieke verbrandingsmotor, maar worden aangedreven door een elektrische motor en batterij. De samenwerking met Fluvius moet dus soelaas brengen.
De overeenkomst tussen de twee bedrijven heeft als doel het voorzien van de nodige laadinfrastructuur, zowel op de stelplaatsen en de onderhoudscentra van De Lijn als op het openbaar domein indien mogelijk.
‘We willen op termijn steeds minder voertuigen op benzine en diesel en steeds meer elektrische voertuigen op de baan. Om dat mogelijk te maken, hebben we elektriciteit en oplaadinfrastructuur nodig. Ik ben dan ook bijzonder trots dat twee Vlaamse bedrijven elkaar gevonden hebben om samen aan de slag te gaan en deze doelstellingen in het Vlaamse regeerakkoord mee helpen realiseren’, laat Zuhal Demir (N-VA), Vlaams minister van Energie, weten.
De overeenkomst tussen de twee partijen heeft een looptijd van vijf jaar en kan verlengd worden met telkens vijf jaar. Er zullen ook tussentijdse evaluaties komen.
De samenwerking tussen De Lijn en Fluvius startte dit voorjaar met een proefproject in Leuven, waar sinds september 2020 6 elektrische bussen rijden. Het succes van dat proefproject lag aan de basis van de structurele samenwerking die nu wordt opgestart.