De Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk liggen momenteel compleet op ramkoers over de beslissing van de Britse regering van premier Boris Johnson om een deel van de gemaakte akkoorden over de brexit eenzijdig op te zeggen.
- Alles draait rond de ‘harde’ of ‘zachte’ grens tussen Noord-Ierland en Ierland. Johnson kwam al eerder overeen die grens open te houden, een cruciaal element in het vredesproces in die regio. Maar nu heeft z’n regering beslist om wetgeving te introduceren die dat akkoord gewoon opblaast. Dat leidt tot bijzonder boze reacties, in Ierland, in de Europese Unie, maar ook bij eigen voormalige eerste ministers Theresa May en John Major: ‘Wat is het woord van de UK internationaal nog waard als wij ons niet houden aan afspraken?’, zo stelde die laatste.
- Maar de Britse regering zet door: minister Michael Gove kondigde aan niet meer te willen plooien of de wetgeving in te trekken. Dat leidt nu tot een dreigende houding van de Europese Commissie. Die eisen dat Londen tegen eind september de zaak corrigeert.
- Heel de affaire is veelzeggend over de sfeer rond de brexitonderhandelingen. Die blijven in het slop zitten, omdat de Britten niet willen aanvaarden dat ze zich moeten onderwerpen aan de regels van de EU, als ze toegang willen hebben tot de eengemaakte markt. Die gesprekken zijn toe aan hun achtste ronde, zonder succes. Tegen eind dit jaar moet de zaak geregeld zijn. Ondertussen is te horen dat de EU zich niet zomaar zal terugtrekken en niet ‘in de val van de UK trapt’ om boos van tafel weg te lopen.
- Heel het spelletje kan Johnson bijzonder duur komen te staan. Of liever de Britse economie en Britse jobs. Want een harde brexit zou bijzonder stevige impact hebben op de export van de UK. Maar dat risico is de Britse premier blijkbaar bereid te lopen.