Mocht het banenverlies evenredig zijn met de economische terugval, dan zouden er honderdduizenden Belgische jobs op de tocht staan. Maar van zo’n sociaal bloedbad is geen sprake. Of is het maar uitstel van executie?
De huidige situatie. In het tweede kwartaal van dit jaar waren er 4,87 miljoen inwoners aan de slag, zo telt de Nationale Bank. Dat zijn 54.000 werkzame personen minder tegenover de piek van eind vorig jaar (4,92 miljoen jobs).
- Daarmee blijft de schade van de coronastorm qua jobs erg beperkt: net geen 99 procent van de werkgelegenheid hield stand ondanks de coronastorm.
- In vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder, het tweede kwartaal van 2019 dus, is de krimp nog kleiner, met slechts een verlies van 12.800 arbeidsplaatsen.
- Het totaal verbergt uiteraard sectorverschillen. De horeca, de distributiesector en de uitzendsector kregen klappen. Maar in onder meer de bouw, de IT-sector of de vastgoedsector gingen nauwelijks of geen jobs verloren. In de gezondheids- en welzijnssector kwam er zelfs ruim 10.000 jobs bij tegenover een jaar eerder.
- Volgens de Nationale Bank is het banenverlies geconcentreerd in de tijdelijke contracten bij de loontrekkenden. Het gaat bijvoorbeeld om uitzendkrachten, gelegenheidswerknemers en jobstudenten. De werkgelegenheid van de zelfstandigen bleef min of meer stabiel, al valt te vrezen dat hun inkomsten lager uitvallen dan normaal.
De voorlopige conclusie: het lijkt er dus op dat de bedrijven hun losse medewerkers hebben laten gaan, maar hun vaste werknemers aan zich blijven binden. Het betekent dat de know-how en de basisstructuur van de Belgische economie grosso modo intact blijft. Wat de Nationale Bank wel vaststelt: er worden vrijwel geen nieuwe jobs gecreëerd.
De paradox: de economie krijgt veel zwaardere klappen. Het al bij al beperkte banenverlies steekt schril af tegen de ongezien forse krimp van de Belgische economie.
- Het bruto binnenlands product, de graadmeter van de economische bedrijvigheid, viel in het tweede kwartaal met 14,4 procent terug tegenover een jaar eerder. Dat betekent dat de coronacrisis een zevende van de welvaartskoek deed verdwijnen. De terugval is vooral toe te schrijven aan de consument, die op alles bespaarde en minder uitgaf aan zowel dagdagelijkse artikelen, grote aankopen als aan toerisme.
- De omzet van de Belgische ondernemingen – met uitzondering van de landbouw en de financiële sector – bedroeg in het tweede kwartaal 267,6 miljard euro, een daling van 19,3 procent ten opzichte van dezelfde periode van een jaar daarvoor, meldt het statistiekbureau Statbel.
- Als het banenverlies proportieel was geweest met zulke dalingen, dan waren er ruwweg 700.000 tot 1 miljoen jobs verloren gaan.
De toekomst: zachte landing of harde ‘reality check’. De voorlopige cijfers bevestigen dat de zogeheten ‘stabilisatoren’ van de overheid de coronaschok grotendeels opvangen, met op kop wellicht het systeem van tijdelijke werkloosheid. Die vorm van overheidssteun vermijdt dat bedrijven meteen werknemers ontslaan bij tegenspoed.
- Tijdens de maand juli waren er in België nog ongeveer 340.000 werkenden die een of meerdere dagen tijdelijk werkloos waren omwille van de coronacrisis. Dat is minder dan een derde dan in april, toen hun aantal piekte op 1,17 miljoen, zo blijkt uit cijfers van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA).
- Het systeem moest normaal eind augustus aflopen, maar de federale regering verlengde de maatregel tot het einde van het jaar.
- De grote vraag is of dat voldoende zal zijn om zonder al te veel bijkomend banenverlies de crisis door te komen. De verdere evolutie van de corona-epidemie zal daar wellicht een grote rol in spelen. Zolang de consument vertrouwen mist en de vinger op de knip houdt, blijft een grote motor van de economie sputteren. Daarnaast is het bang afwachten hoe groot de door vele experts voorspelde faillissementengolf zal zijn in de komende maanden.