Verschillende Europese overheden werken aan relanceplannen voor hun respectieve economieën. Hoe die er uitzien is nog gissen. In België zijn de premier en de betrokken ministers begonnen aan een oriëntatieronde, maar blijft het een heel omstreden, delicate oefening. Vorige week ontmoetten Wilmès en co in dat kader een reeks CEO’s van grote multinationals. Er komen ook gesprekken met een ‘panel van burgers’ en ‘mensen van op het terrein’: ondernemers, handelaars en zelfstandigen.
Op de arbeidsmarkt dienen zich drie valkuilen aan, die overheden best vermijden.
1. Een sterke stijging van de structurele werkloosheid
Dat is een gevolg van het feit dat mensen die hun werk kwijtspelen niet over de vaardigheden beschikken die vereist zijn om nieuwe jobs te gaan uitoefenen. De covid-19 crisis heeft met andere woorden de sectorale structuur van de economie aangetast.
Sommige sectoren staan voor loodzware jaren. Denk aan het toerisme, de luchtvaartsector (grafiek onder) en de automobielsector. Maar mensen die in de luchtvaartsector actief waren, zullen niet makkelijk worden aangenomen in sectoren waar nieuwe werkgelegenheid zich vormt: ICT, online retail, logistiek, farma,…
2. Een grote toename van zogenaamde zombiebedrijven
Gulle schema’s voor tijdelijke werkloosheid hebben vooral in de EU massa-ontslagen verhinderd. Dat in tegenstelling tot de Verenigde Staten. In Europa hebben zo’n 35 miljoen mensen van tijdelijke werkloosheidstoelagen geprofiteerd. Met als gevolg dat de werkloosheid in het blok is gestegen tot slechts 7,4 procent, vergeleken met 11,1 procent in de VS (grafiek onder).
Maar op langere termijn zijn de Europese uitgaven onhoudbaar. Vooral in landen zoals Italië, waar het bedrijven verboden is mensen te ontslaan. Indien overheden blijven inzetten op tewerkstelling in bedrijven die zich al in moeilijkheden bevinden, zal naast het kostenplaatje, ook het aantal zombiebedrijven blijven toenemen.
De OESO, de denktank van rijke landen, definieerde zombiebedrijven vorig jaar als ‘bedrijven ouder dan 10 jaar waar de winstgevendheid de voorbije drie jaar niet volstond om de rentebetalingen te dekken’.België scoort op dat vlak volgens de OESO dramatisch slecht. Met 9 procent positioneert België zich achteraan de Europese rangschikking. Enkel Spanje en Griekenland doen nog slechter.
Politici zijn vaak geneigd zombiebedrijven in leven te houden: het vermijdt massa-ontslagen in noodlijdende sectoren. Maar zombiebedrijven houden de normale marktwerking tegen. Ze investeren niet, groeien niet en vertragen zo de productiviteitsgroei, de opbouw van kapitaal en uiteindelijk het bruto binnenlands product (bbp). Bedrijven die er onder normale omstandigheden niet meer zouden zijn, kunnen zo de concurrentie blijven aangaan met gezonde bedrijven. Daarbovenop ontnemen ze deze laatsten het marktaandeel waar ze recht op hebben.
3. Toenemende polarisering op de arbeidsmarkt
De kans bestaat dat een reeks jobs die vernietigd worden (luchtvaart, automobielproductie) gesofisticeerder zijn dan de jobs die gecreëerd worden (logistiek, diensten, chauffeur,…). Dit zal leiden tot toenemende polarisering op de arbeidsmarkt. Door het verdwijnen van een groot aantal jobs in de industrie, de creatie van een klein aantal gesofisticeerde jobs (ICT) en de creatie van een groot aantal jobs voor laaggeschoolden, voornamelijk in de sector van persoonlijke diensten (grafiek onder). Dat zal op zijn beurt de opwaartse sociale mobiliteit beperken.
Hoe deze valkuilen vermijden?
Volgens onderzoek van de Franse zakenbank Natixis kunnen deze 3 valkuilen alsnog worden vermeden. Daarvoor moeten overheden:
- Ontslagen aanvaarden in noodlijdende sectoren om de creatie van zombiebedrijven te ontmoedigen.
- Deze ontslagen begeleiden met systematische en massale herkwalificeringsprogramma’s, met behoud van loon en gefinancierd door de staat om structurele werkloosheid te beperken.
- Naast de verfijning van de economie ook de vorming van grote bedrijven steunen in de sectoren van de toekomst: farma, gezondheidszorg, ICT, hernieuwbare energie, online economie,…