Vanaf 1 juli moeten buitenlandse bezoekers in Spanje niet langer verplicht in afzondering. Dat heeft de Spaanse regering maandag bekendgemaakt.
Waarover gaat het? De Spanjaarden zijn sterk afhankelijk van toerisme. Het land verwelkomt jaarlijks 80 miljoen toeristen en de sector is goed voor 12 procent van het bruto binnenlands product. Om die inkomsten niet mis te lopen, werkt de Spaanse regering aan een snelle relance van de vakantiesector. Zo is Madrid in onderhandeling met Europa over afspraken voor vluchten en maatregelen bij vertrek en aankomst.
Belangrijk: één maatregel heeft Spanje zelf al gelost. Wie vanaf 1 juli het land binnenkomt, is niet meer aangewezen op een quarantaine van twee weken. Sinds 15 mei was die maatregel in voege, om te vermijden dat het aantal nieuwe besmettingen onder de versoepelingen flink zou stijgen. Met het oog op de heropening van de grenzen voor het internationale toerisme verdwijnt de verplichting nu.
Maar? De verplichting tot quarantaine bij aankomst die verdwijnt, zegt niks over de terugkeer naar het thuisland. Verschillende landen, zoals Duitsland en Italië, stelden quarantaineverplichtingen in om nieuwe besmettingen te voorkomen. Het is goed mogelijk dat toeristen na hun reis alsnog voor twee weken in afzondering moeten. Het Verenigd Koninkrijk zou die regel op 8 juni invoeren, schrijft de openbare omroep BBC.
Lees ook: Zo wil Europa het zomertoerisme redden