De Italiaanse olijfolie blijft door de dodelijke bacterie Xylella fastidiosa geteisterd. De bacterie woedt al verscheidene jaren, maar er is heel wat verzet gerezen tegen de methodes die een oplossing zouden kunnen bieden. Na een lange passiviteit hebben de autoriteiten van de regio Puglia de inspanningen hervat om de verspreiding van de bacterie te bestrijden, maar volgens wetenschappers hebben de vertragingen ervoor gezorgd dat de infectie zich vanuit Puglia noordelijk naar de rest van Italië dreigt te verspreiden.
De Xylella fastidiosa dook vijf jaar geleden in het zuiden van Puglia op. Voordien was de bacterie in Europa nog nooit opgemerkt.
Noodtoestand
Italië kondigde drie jaar geleden de noodtoestand af om de olijfteelt tegen de bacterie te beschermen. De Italiaanse regering voerde daarbij in samenwerking met de Europese Commissie een quarantaine-systeem in.
Volgens dat plan moesten geïnfecteerde bomen worden ontworteld en vernietigd, maar ook ogenschijnlijk gezonde exemplaren uit de directe omgeving moesten worden gerooid. Daarbij zouden echter ook bomen met een hoge ouderdom moeten worden geveld. Tevens werden de boeren verplicht om insecticiden te spuiten, zodat de ziekte niet door kevers op andere bomen zouden kunnen worden overgebracht.
De maatregelen botsten echter op verzet van diverse milieugroepen en een aantal boeren. Sommigen beweerden zelfs dat de wetenschappers valse bewijzen aanvoerden om de quarantaine te kunnen afdwingen. Die conflicten hadden ook invloed op de Italiaanse politici, die liefst niemand tegen het hoofd wensten te stoten.
De saneringsoperaties werden vaak door protesten en rechtszaken gestopt. Een aantal besmette bomen konden daardoor blijven staan. “Die vertragingen zijn een probleem gebleken,” zegt Maria Saponari, plantpathologe bij het Istituto per la Protezione Sostenibile delle Piante in Bari, “Hoe later een infectie wordt ontdekt, hoe minder snel de noodzakelijke tegenacties kunnen worden ondernomen.”
In de lente van dit jaar verklaarden burgemeesters van acht dorpen in Puglia publiekelijk de inzet van insecticiden te zullen weigeren. Het besmette gebied is gestaag gegroeid.
Wetenschap
Puglia heeft nu een budget van 1,8 miljoen euro voorzien om de bacterie te bestrijden. Dat bedrag is echter onvoldoende om de opgelegde maatregelen van de Italiaanse regering en de Europese Commissie door te voeren. Eerder dit jaar heeft de Europese Commissie al gedreigd om Italië wegens de inbreuken tegen de quarantaine voor het Europees Hof van Justitie te dagen. Een veroordeling zou Italië onder meer de toegang tot belangrijke Europese landbouwsubsidies kunnen kosten.
Gian Marco Centinaio, Italiaans minister van landbouw, beloofde in juli binnen een periode van enkele maanden een volledig plan voor de aanpak van de besmetting te zullen voorleggen. Dat is tot nu toe echter nog niet gebeurd.
Coldiretti Puglia, een vereniging van olijventelers, heeft recent aan de Italiaanse regering een actieplan doorgestuurd. Daarin worden maatregelen gevraagd om te beletten dat lokale rechters de strijd tegen de bacterie zouden kunnen belemmeren of afremmen. Tevens werd opgeroepen het nationale rampenfonds in te zetten voor de uitbouw van een groot controleprogramma en de ontwikkeling van een nieuwe boomsoort die tegen Xylella fastidiosa resistent zou zijn.
De besmetting wordt ook in het Italiaanse parlement behandeld. Een aantal parlementairen hadden in juni dit jaar een dossier neergelegd waarbij de wetenschappelijke bewijzen voor de besmetting werden aangevochten. Daarin werd ook gesuggereerd dat de betrokken wetenschappers het publiek hadden misleid.
Al deze claims werden vorige maand in een studie van de Accademia dei Lincei – de Italiaanse nationale wetenschapsacademie – verworpen. “Het dossier is gelukkig verworpen,” zegt Michele Morgante, plantgeneticus aan de Università di Udine. “Toch is het verontrustend dat de anti-wetenschappelijke activiteiten op zo’n hoog politiek niveau aandacht hebben gekregen.”
Italiaanse parlementsleden hebben in september wetenschappers, olijfproducenten en andere belanghebbenden over de Xylella-uitbraak ondervraagd. Die interviews zullen ook nog verder worden gezet. “Het is goed dat het parlement eindelijk naar de wetenschappers wil luisteren, maar de politici hadden veel eerder moeten ingrijpen,” aldus Morgante.