Voeding en cosmetica hebben de voorbije jaren hard gewerkt om zich als een duurzame sector te kunnen presenteren. Ook de textielsector zal datzelfde parcours moeten volgen. Dat zeggen Sarah Halzack en Andrea Felsted, specialisten retail bij het persbureau Bloomberg. Opgemerkt wordt dat een aantal modelabels alvast inspanningen doen om een duurzaam imago uit te bouwen.
“Verschillende modelabels hebben inmiddels in hun productie duurzame processen ingebouwd,” zeggen Halzack en Felsted. “J. Crew Group presenteerde onlangs een denim-label dat gebruik zou maken van duurzaam geverfd biologisch Italiaans katoen. Eerder dit jaar kondigde Levi Strauss een initiatief aan dat veel chemicaliën uit het productieproces van jeans elimineert en het textielafval vermindert.”
“In Europa hebben bedrijven zoals Kering, Hennes & Mauritz of Marks & Spencer ecologische of sociale projecten opgezet. Dat kan variëren van een bibliotheek van drieduizend duurzame stoffen bij Kering tot de recyclage van dertig miljoen kledingstukken de voorbije tien jaar bij Marks & Spencer.”
Noodzaak
“Deze merken hebben heel goede redenen om aan duurzaamheid te werken en die inspanningen aan hun klanten te communiceren,” benadrukken Halzack en Felsted. “De milieuproblemen rond kledingproductie zijn acuter dan ooit voordien. Vorig jaar werd bijna dubbel zoveel kleding gekocht dan vijftien jaar geleden.”
“Een gedeelte van die toename is te wijten aan de groeiende koopkracht van consumenten in opkomende economieën. Maar er is ook de opkomst van de snelle mode, waarbij gebleken is dat de consumenten hun kleding minder lang dragen, zodat er sneller naar een vervanging wordt gezocht.”
Helga Vanthournout, duurzaamheidsexpert bij consulent McKinsey, wijst er bovendien op dat slechts een klein gedeelte van de kleding wordt gerecycleerd, gedeeltelijk omdat die operaties, onder meer door gemengde weefsels, technisch een grote uitdaging konden worden.
“Ook de autoriteiten bekijken het probleem,” betogen Halzack en Felsted. “Onder meer in Groot-Brittannië is een parlementaire commissie een onderzoek naar de duurzaamheid van de modesector opgestart. Tegen die achtergrond zullen kledingbedrijven zich proberen te manifesteren als een deel van de oplossing voor een groeiend probleem. Indien dat niet lukt, dreigen ze als slechteriken te zullen worden afgeschilderd.”
“De modebedrijven willen echter vooral niet uit de gratie vallen bij de consument, die een duidelijke verandering laat optekenen,” zeggen Halzack en Felsted. “Chip Bergh, chief executive van Levi Strauss, vertelde eerder al te hebben vastgesteld dat duurzaamheid vooral belangrijk is voor jongere kopers.”
Visnetten
Er zijn volgens de retailspecialisten van Bloomberg ook aanwijzingen dat de textielsector meer aandacht aan duurzaamheid begint te geven. Het onderzoeksbureau Edited zegt de voorbije drie jaar een sterke toename te hebben kunnen opmerken in de productie van kleding met duurzaam karakter.
“Dit betekent niet noodzakelijk dat de bedrijven meer duurzame goederen produceren, maar wel dat die inspanningen in ieder geval duidelijker worden gecommuniceerd,” benadrukken Halzack en Felsted. “Hennes & Mauritz lanceerde dit jaar een reeks accessoires die werden gefabriceerd op basis van afgedankte kandelaars, naast jurken die werden gemaakt uit visnetten en ander nylonafval.”
“Door de grote volumes kan het bedrijf de meerprijs van deze alternatieve productie gemakkelijker opvangen. Ook andere bedrijven hopen op een toename van de verkoop, waardoor schaalvoordelen zouden kunnen ontstaan en de hogere productiekosten zouden kunnen worden gecompenseerd.”
“Er is geen zekerheid dat duurzaamheid in de modesector een even grote impact zal hebben dan in de voeding en schoonheidsindustrie,” erkennen Halzack en Felsted. “Bij voeding en cosmetica is duurzaamheid bijna een synoniem geworden van gezondheid.”
“Die logica is niet op dezelfde manier op kleding van toepassing. De consument zal dan ook mogelijk niet op dezelfde manier worden geraakt. Maar het lijkt onvermijdelijk dat duurzaamheid in de nabije toekomst op zijn minst prominenter in de aankoopbeslissing van de textielconsument zal worden opgenomen. Daarop zullen de modeketens zich moeten instellen.”