China heeft de duidelijke ambitie om ook op wetenschappelijk gebied de leider van de wereld te worden. Maar het land lijkt niet van plan om daaraan ook een sterkere democratiserende beweging te koppelen. Dat is de conclusie van een column in het magazine The Economist. Er wordt echter gewaarschuwd dat de Chinese leiders ooit mogelijk toch voor een dilemma zullen worden geplaatst, waarbij democratie een instrument zou kunnen worden om verdere wetenschappelijke vooruitgang te kunnen maken.
“Honderd jaar geleden lanceerden Chinese studenten de actie Wusi Yundong (Vier Mei Beweging),” aldus The Economist. “Deze groep riep de Chinese overheid op om het confucianisme op te geven en een westers model te adopteren. Volgens de studenten moest die evolutie steunen op wetenschap en democratie.”
“Vandaag heeft China weliswaar de eerste doelstelling van Wusi Yundong geadopteerd, maar op het vlak van democratie werd weinig vooruitgang geboekt. Integendeel, de Chinese president Xi Jinping wil geavanceerd onderzoek, maar tegelijkertijd maakt de Chinese Communistische Partij duidelijk zijn controle over de nationale samenleving nog verder te willen versterken.”
Rivaliteit
“In het licht van een groeiende rivaliteit tussen China en de Verenigde Staten, zijn in het westen inmiddels velen ervan overtuigd dat Xi Jinping in zijn pogingen zal lukken,” benadrukt het magazine. “Men kan de vastberadenheid van China alvast niet in vraag stellen.”
“Moderne wetenschap is afhankelijk van geld, instellingen en een massale denkkracht. Mede omdat zijn regering deze drie parameters kan invullen, laat China in de ranglijst van de wereldwijde wetenschap een bijzonder snelle opgang optekenen. Het land heeft vele miljarden dollars uitgegeven aan wetenschappelijke instellingen en machines. In veel wetenschappelijke vakgebieden produceert China meer studies dan elk ander land op de planeet.”
“De kwaliteit van het Amerikaans onderzoek ligt weliswaar nog steeds hoger, maar China heeft al een belangrijke inhaalslag gemaakt,” betoogt The Economist. “In het midden van dit decennium vertegenwoordigde het land al 11 procent van de meest invloedrijke wetenschappelijke studierapporten van de wereld.”
Samenwerking
“Toch is het niet zeker dat deze wetenschappelijke macht China niet op een onverwachte manier zal veranderen,” zegt het magazine. “Nationalisme in de wetenschap is geen goed idee, want wetenschappelijke creativiteit kent geen grenzen. Onderzoek gebeurt vaak in teamverband, niet zelden met tientallen wetenschappers uit een brede waaier landen.”
“Dit doet de vraag rijzen naar de mogelijke gevolgen van de wetenschappelijke vooruitgang op de democratisering van China. Daardoor kan Xi Jinping voor een moeilijke keuze komen. Mogelijk moet hij aanvaarden in sommige wetenschappelijke gebieden achterop te raken, of moet hij zijn onderzoekers meer vrijheid gunnen en de eventuele consequenties aanvaarden.”
“In het westen zullen sommigen zich door de Chinese wetenschappelijke vorderingen bedreigd voelen en daarom de onderzoekers van het land op afstand houden,” erkent het magazine. “Dat kan mogelijk verstandig zijn in het wapenonderzoek en commerciële toepassingen, waar al uitgebreide mechanismen voor geheimhouding bestaan en nog kunnen worden versterkt.”
“Een dergelijke strategie hanteren voor het volledige wetenschappelijke terrein zou echter zelfvernietigend werken. Een samenwerking is de beste manier om te garanderen dat de Chinese wetenschap verantwoordelijk en transparant is.”