Niet de robots of het wilde kapitalisme, maar wel de centrale bankiers vormen de grootste risico’s voor een verdeling van de inkomsten. Dat is de boodschap van het rapport ‘Central Banks Can Make Inequality Worse’ van Stefan Hofrichter, hoofdeconoom bij Allianz Global Investors. Hofrichter ziet in het ondersteunende beleid van de Amerikaanse Federal Reserve of de Europese Centrale Bank een gevaarlijke stimulans voor de financiële sector.
De econoom wijst er daarbij op dat die financiële sector zijn aandeel in het wereldwijde bruto binnenlandse product al gedurende dertig jaar gestaag opvoert, ten koste van de productieve activiteiten.
“Sinds het begin van de jaren tachtig van de jaren tachtig van de voorbije eeuw heeft het monetaire beleid inkomsten naar de minst productieve activa doen stromen,” betoogt Stefan Hofrichter. “Een normalisering dreigt bijzonder pijnlijk te zullen worden.”
Aandelen
Meestal wordt de toenemende ongelijkheid vooral aan de impact van globalisering of robotisering toegeschreven, maar volgens Hofrichter mag de rol van de centrale bankiers daarbij niet over het hoofd worden gezien.
“Robots en internationale handel hebben uiteraard een impact op de tewerkstelling,” erkent de econoom. “De best opgeleide en rijkste mensen strijken daarbij in het algemeen de grootste voordelen op, maar deze twee fenomenen creëren tegelijkertijd ook nieuwe arbeidsplaatsen.”
“De centrale bankiers hebben anderzijds altijd beweerd dat hun rol beperkt blijft tot het beheersen van de financiële stabiliteit en zij met ongelijkheid niets te maken hebben. Dat klopt echter niet met de werkelijkheid. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft het overdreven soepele monetaire beleid immers de waarde van de aandelenmarkten kunstmatig opgedreven.”
“Het beleid van de centrale banken is een stimulans voor de waarde van de aandelen,” zegt Hofrichter. “Dat geldt vooral voor activa met de grootste risico’s. De financiële sectoren zijn de voorbije decennia veel sneller gegroeid dan de productieve activiteiten. Het aandeel van de banken en verzekeringen in het mondiale bruto binnenlandse product is de voorbije dertig jaar gestaag gegroeid. De inkomens van hun werknemers hebben dezelfde trend gevolgd.”
“Dat heeft de kloof met de rest van de economie sterk vergroot,” zegt de econoom. Uit cijfers van het Economic Policy Institute blijkt dat de jongste vier decennia de salarissen van de managers met ruim 997 procent zijn gestegen, terwijl de productiviteit met 122 procent is toegenomen. De lonen van de werknemers stegen bijna 11 procent.
Schulden
“De lage intrestvoeten hebben de bedrijven ook aangezet schulden te maken, wat heeft geleid tot een verkeerde allocatie van middelen,” aldus Hofrichter. “Lenen werd veel te gemakkelijk, wat het risicogedrag heeft gestimuleerd.”
“Bovendien is het aandeel van de nieuwe bedrijven in de economie afgenomen, want door hun gemakkelijke toegang tot kapitaal zijn een reeks oude ondernemingen veel te lang in leven gebleven. Door de gemakkelijke toegang tot krediet werd de natuurlijke selectie in de economie afgeremd.”
Hofrichter is dan ook van mening dat de centrale banken dringend moeten ingrijpen om de situatie te normaliseren. Hij erkent dat een dergelijke operatie het risico op een nieuwe crisis zou verhogen, maar uitstel dreigt volgens de econoom de situatie alleen nog maar erger te maken.
“Hoe langer de lage rentetarieven in stand worden gehouden, hoe groter de uiteindelijke correctie zal zijn,” zegt Hofrichter. “Dat hebben we twaalf jaar geleden al brutaal moeten ervaren. Ook deze keer zal met een harde landing rekening moeten worden gehouden.”