Er komen almaar details naar buiten over wat er in de jongste supernota van formateur Bart De Wever (N-VA) staat. Zo stelt hij onder meer voor om de belasting op het aanvullend pensioen te verhogen. Wat wil hij nog veranderen aan de pensioenen?

In het nieuws: De Wever heeft afgelopen vrijdag een nieuwe supernota voorgelegd aan de Arizona-partijen. Het is de bedoeling om op basis van die tekst tegen het einde van deze maand een nieuwe regering te vormen.

• HLN.be kon eerder al een deel van de supernota inkijken. Dat gedeelte ging specifiek over de belastingen.
• Intussen heeft ook De Tijd info kunnen verzamelen over wat er in de tekst van De Wever staat. De nieuwssite weet onder meer wat hij wil wijzigen aan de pensioenen.

Nieuwe voorwaarden voor vervroegd pensioen

Details (1): Om te beginnen, wil de formateur de regels voor vervroegd pensioen versoepelen.

• Vandaag kan je enkel vervroegd met pensioen gaan als je 44 jaar gewerkt hebt.
• De Wever wil die periode inkorten tot 42 jaar, op voorwaarde dat die persoon elk jaar minimaal 234 dagen gewerkt heeft.
• De andere voorwaarden voor vervroegd pensioen (vanaf 63 jaar bij 42 loopbaanjaren, en vanaf 61 jaar bij 43 loopbaanjaren) blijven intact, al zal een loopbaanjaar vanaf 2025 uit 156 dagen (6 maanden) moeten bestaan, in plaats van de huidige 104 dagen (4 maanden).
• Er zouden wel overgangsmaatregelen komen. Wie in 2025 aan de voorwaarden voldoet voor een vervroegd pensioen, zal gewoon kunnen afzwaaien zoals voorzien. Als de wet in werking treedt, zal iemand die 59 jaar is, maximaal 2 jaar langer moeten werken. Wie 60 jaar of ouder is en aan de voorwaarden voldoet, zal maximaal 1 jaar langer moeten werken.

Hogere belasting aanvullend pensioen

Details (2): De Wever spreekt in de supernota ook over een hogere belasting op het aanvullend. Het gaat hier concreet om de zogenaamde solidariteitsbijdrage voor bedragen boven de 100.000 euro.

• Het is de bedoeling om die taks te verhogen van 2 naar 4 procent.
  • Wie bijvoorbeeld een brutobedrag van 120.000 euro heeft opgebouwd, zal op 20.000 euro een bijdrage van 4 procent moeten betalen in plaats van 2 procent.
• Voorts staat er in de nota dat de werkgevers tegen 2035 minstens 3 procent moeten bijdragen aan het aanvullend pensioen van hun medewerkers.

Ook dit: Verder komt er een verstrenging voor zelfstandige bedrijfsleiders die een aanvullend pensioen opbouwen via de zogenaamde IPT-toezegging. Het zou niet langer mogelijk zijn om opnames te doen om vastgoedinvesteringen te financieren, tenzij voor de enige eigen woning.

Aanpassing berekening pensioen

Details (3): Vandaag wordt er bij de berekening van het pensioen rekening gehouden met gelijkstelde periodes. Dat zijn periodes waarin niet gewerkt wordt, maar die wel tellen voor de berekening van het pensioen. De Wever wil daar verandering in brengen.

• Alleen periodes van ziekte, zwangerschapsrust en verlof voor zorgtaken zouden onder de nieuwe regering nog meetellen.
  • Periodes van brugpensioen (SWT), langdurige werkloosheid en landingsbanen zouden minder meetellen in de opbouw van een pensioen. Vanaf 2027 zouden die periodes niet langer meetellen als ze 50 procent uitmaken van de loopbaan.
  • De grens van 50 procent daalt elk jaar met 5 procentpunt tot 20 procent in 2033.
  • Voor wie bijvoorbeeld gedurende zijn carrière van 45 jaar meer dan 9 jaar werkloos was, zal die tijd in werkloosheid vanaf 2033 niet meer meetellen in de pensioenopbouw.
• De formateur wil ook onderzoeken of de pensioenen berekend kunnen worden op basis van wat iemand werkelijk verdient zonder de automatische loonindexering.
• De Wever schept in de supernota ook meer duidelijkheid over het bonus-malussysteem.
  • Wie vroeger dan de wettelijke pensioenleeftijd met pensioen gaat en geen 35 loopbaanjaren van 156 dagen kan voorleggen, ziet zijn wettelijk pensioen vanaf 2026 verminderd. De malus bedraagt 2 procent tot 2030, 4 procent tot 2040 en 5 procent vanaf 2040. De vermindering geldt per jaar vervroegde uittrede voor de wettelijke leeftijd.
  • Wie langer werkt en minstens 35 jaar op de teller heeft staan, krijgt dan weer een bonus. De percentages lopen gelijk met de bovenstaande malus. Vanaf 2040 krijg je dus een pensioenverhoging van 5 procent per jaar dat je langer werkt. De pensioenbonus dooft geleidelijk uit tegen 2030.

En wat met de ambtenarenpensioenen?

Details (4): In de vorige supernota’s maakte De Wever al duidelijk dat hij iets wil doen aan de hoge pensioenen van het overheidspersoneel. Wat plant hij?

• Vandaag worden de pensioenen van de ambtenaren berekend op basis van hun loon van de laatste tien jaar. In de privésector wordt er gekeken naar de volledige loopbaan.
  • De formateur wil die ongelijkheid wegwerken. Bedoeling is om de periode waarop de overheid zich baseert om de ambtenarenpensioenen te berekenen vanaf 2027 jaarlijks te verhogen met één jaar, zodat die 45 jaar bedraagt in 2062.
• Voorts staat er de supernota dat het preferentiële tantième vanaf 2027 op de schop gaat.
  • Dat is een systeem waardoor de ambtenarenpensioenen stegen bovenop de index, wanneer een bepaalde groep ambtenaren loonsverhoging kreeg. Daardoor zien ambtenaren hun pensioenen forser stijgen dan wie in de privésector of als zelfstandige werkt.
• Verder wordt de verhogingscoëfficiënt voor leerkrachten minder snel verlaagd.
  • Die coëfficiënt, die bij ambtenaren leidt tot een hoger pensioen, wordt voor alle personeelscategorieën vanaf 2027 teruggebracht tot 1, maar voor leerkrachten komt er een geleidelijke uitdoving naar 1 in 2032.