Filip Watteeuw (Groen), schepen in Gent, besloot uiteindelijk om zich geen kandidaat te stellen voor het voorzitterschap van Groen. In een interview met De Zondag komt hij terug op die beslissing. Hij spreekt zijn steun uit voor Bart Dhondt (Groen), die zich wel kandidaat stelt.
Wat vooraf ging: Watteeuw twijfelde om zich kandidaat te stellen.
- Nadat tot ieders verrassing Petra De Sutter (Groen) zich geen kandidaat stelde, leek Filip Watteeuw op de voorgrond te willen treden. “Omdat ik, op welke manier ook, deel wil zijn van de oplossing, overweeg ik dit”, vertelde hij midden november aan De Standaard. Een paar dagen later zag hij daar toch van af: “Na lang wikken en wegen is het mij duidelijk dat de combinatie met een zwaar schepenmandaat zeer moeilijk zou zijn”.
- Uiteindelijk dienden zich drie kandidaten aan voor het voorzitterschap van Groen: Celia Groothedde, Bright Adiyia en Bart Dhondt. Dhondt heeft de meeste ervaring van de drie en wordt als frontrunner gezien.
“Twijfel in mijn hoofd”
In het nieuws: Filip Watteeuw kijkt terug op de gebeurtenissen.
- Op 12 november “krijg ik telefoon van Petra die zegt dat ze geen voorzitter wil worden en dat ik het moet overwegen”, vertelt Watteeuw aan De Zondag. “Dat kwam totaal onverwacht, maar goed: ik heb haar raad gevolgd”. Hij vond ook al een kandidaat-ondervoorzitter: “Valérie Tanghe, een sterke vrouw en onderneemster”.
- “Toch bleef er twijfel hangen in mijn hoofd”, vervolgt Watteeuw. Op de dag van de deadline, om 5 uur ’s ochtends, is hij eruit. “Ik heb mijn vrouw wakker gemaakt en gezegd dat ik het niet zou doen. Ik hou van een uitdaging, maar dit komt te vroeg (…) Was die verkiezing zes maanden later, dan zou ik het wellicht wél gedaan hebben”.
- Volgens Filip Watteeuw moet de volgende voorzitter iemand zijn die “stormen kan trotseren en overeind blijft als de partij aangevallen wordt – wat dikwijls gebeurt”. “Openheid voor ideeën van anderen” vindt hij ook een belangrijke kwaliteit. “Bart Dhondt, die zich de voorbije jaren als schepen in Brussel bewezen heeft, past het beste in dat plaatje”, meent Watteeuw.