Amper een jaar geleden lazen we overal in de media nog euforische berichten over de snelle groei van de warmtepompmarkt in ons land. De vraag naar warmtepompen was gedurende de pandemie immers flink toegenomen, en ook de oorlog in Oekraïne deed ons nadenken over onze afhankelijkheid van gas. De focus lag meer dan ooit op hernieuwbare energie, maar er was één probleem: producenten konden de vraag naar warmtepompen en andere duurzame oplossingen niet volgen. Enerzijds liep de levering van bepaalde componenten (zoals compressoren en warmtewisselaars) vertraging op, maar anderzijds hadden de meeste fabrikanten ook gewoon te weinig capaciteit om al die warmtepompen te bouwen.
Intussen hebben producenten zwaar geïnvesteerd in fabrieken, waardoor er in de voorbije maanden ook meer warmtepompen van de band zijn gerold. Alleen is de vraag om allerlei redenen afgenomen. Dit heeft deels te maken met de installateurs van verwarmingssystemen die een soort artificiële bubbel hebben gecreëerd. Door het gebrek aan warmtepompen hebben ze vorig jaar bij meerdere fabrikanten een aanvraag ingediend, terwijl ze uiteraard genoeg hebben aan één pomp per klant. Zo is er een overaanbod aan pompen geproduceerd. Daarnaast hebben eindklanten vandaag ook minder middelen om een warmtepomp te kopen en is het aantal leningen bij banken door de crisis flink gedaald.
De realiteit: groei warmtepompmarkt valt stil
De uitstroom van warmtepompen is zo volledig stilgevallen. De hele sector is in een soort krampmodus geschoten. Als we een jaar geleden nog groeicijfers van 150% zagen circuleren, dan bleef die groei in Q3 van dit jaar beperkt tot amper 20% ten opzichte van dezelfde periode in 2022. Het gevolg is dat heel wat warmtepompen vandaag staan te wachten in magazijnen en dat producenten een groot stuk van hun werkkapitaal geblokkeerd zien. En ook voor de duurzame renovatie van het gebouwenpakket in België – één van de oudste in Europa – is dit natuurlijk geen goede zaak.
Voor de oplossing moeten we zeker ook naar het beleid durven kijken, want dat lijkt in België nog niet helemaal te kloppen. Het is logisch dat we zoveel mogelijk naar hernieuwbare energie willen schuiven, maar dan moeten we die shift ook interessant maken. Het ontbreekt onder meer aan een coherente prijsstructuur tussen gas en elektriciteit. In Nederland, waar die structuur wel bestaat, is de investering in een warmtepomp na amper vier tot vijf jaar al volledig terugverdiend. In ons land loopt die termijn al gauw op tot vijftien jaar, wat uiteraard geen goede stimulans is om een warmtepomp te installeren.
Gas en stookolie zwaarder belasten is geen optie, omdat we dan vooral burgers zouden treffen die niet over de middelen beschikken om volledig elektrisch te verwarmen. Het antwoord op dit probleem ligt zoals wel vaker ergens in het midden.
Waarom oogkleppen voor hybridisatie?
Beleidsmakers moet kiezen waar ze naartoe willen. Hoewel het zeker belangrijk is om minder energie te verbruiken, ligt de focus momenteel te veel op energievermindering en te weinig op het reduceren van de CO2-uitstoot. Als we de energietransitie haalbaar willen maken, dan moet de evolutie gefaseerd verlopen. Zodat mensen in staat zijn om de switch van gas naar elektriciteit ook met beperkte middelen aan te vatten. Hoe? Door meer in te zetten op hybridisatie. Warmtepompen zijn op dit moment vooral interessant voor de nieuwbouw (waar de wetgeving wel goed geregeld is) en voor renovatieprojecten met een stevig budget. Er liggen dus nog veel opportuniteiten in de rest van de markt, maar die kunnen we enkel activeren door naar een hybride model te kijken.
Een hybride systeem combineert een warmtepomp met een bestaande gasketel. Als het vermogen en rendement van de warmtepomp op koude dagen lager ligt, dan neemt de ketel over. Studies hebben bewezen dat je hierdoor 50 tot 70% minder gas verbruikt. Uiteraard heeft dit niet noodzakelijk impact op je energieverbruik, maar qua uitstoot is het in elk geval een stap in de goede richting.
Energietransitie betaalbaar maken
Een hybride warmtepomp is de ideale tussenoplossing voor mensen die geen middelen hebben om hun woning volledig te isoleren of die recent nog een gasketel hebben geïnstalleerd. Eigenlijk hoeven we zelfs niet van een tussenoplossing te spreken. Een hybride warmtepomp is meestal ook gewoon een eindoplossing. Het geeft je tijd om stapsgewijs en op een betaalbare manier te investeren in de isolatie van je woning, waardoor je steeds minder verbruikt en de gasketel op termijn kunt afschakelen.
Er zijn meerdere wegen die naar duurzaamheid leiden en hybridisatie is daar één van. De overheid doet er dus goed aan om deze oplossing te promoten en subsidiëren. Daarnaast hebben ook installateurs nood aan meer training, zodat ze beter op de hoogte zijn van wat ze consumenten aanbevelen en hoe ze zo’n hybride warmtepomp kunnen installeren. De warmtepompen zelf zijn in elk geval ruimschoots beschikbaar. Als producent hebben we veel geld uitgegeven om de juiste capaciteit te voorzien, en nu is het aan onze beleidsvoerders om ervoor te zorgen dat dit straks geen loze investeringen blijken.
Laten we dus na het hoerageroep van vorig jaar maar weer met de beide voeten op de grond belanden. De warmtepompmarkt heeft een nieuwe boost nodig en dat kan enkel als we de focus verschuiven naar hybridisatie. Het biedt een efficiënte oplossing voor de energieshift die we niet onbenut mogen laten.
De auteur Yves Vanpoucke is directeur bij Remeha België.