In het nieuws: Scott Strazik, CEO van GE Vernova, de energietak van GE, liet het nieuws vallen tijdens een gesprek met investeerders op 9 maart.

• Het bedrijf zou werken aan een model met een vermogen tussen 17 en 18 MW. Veel details zijn er echter nog niet over bekend. Op de website van GE is voorlopig nog niets te vinden over het model.
• Het grootste model van GE dat nu getest wordt, de Haliade-X, heeft een vermogen tot 14,7 MW. De windmolen is maar liefst 260 meter hoog. Elke wiek heeft een lengte van 107 meter.
• Een Haliade-X kan volgens GE tot 74 gigawattuur (GWh) per jaar aan elektriciteit opwekken. Daarmee zou “tot 52.000 ton CO2” per jaar bespaard worden. Het bedrijf baseert zich op “windomstandigheden op een typische Duitse Noordzeelocatie.”

Steeds groter

Opvallend: Om een idee te krijgen hoe groot het model van GE zou kunnen worden, is het handig om te kijken naar cijfers van de concurrentie. 

• In januari kondigde het Chinese CSSC Haizhuang een windmolen aan met een gelijkaardig vermogen, de H260-18MW. Het model zal uitgerust zijn met wieken van 128 meter lang, die zullen ronddraaien op een diameter van 260 meter. 
• Het bedrijf beweert dat de windmolen 40.000 huishoudens per jaar van elektriciteit zal kunnen voorzien. 
• Intussen zijn er bedrijven die zelfs nog grotere modellen willen ontwerpen. Het Chinese Mingyang Smart Energy wil een windmolen met wieken van 140 meter maken. Die moet “100.000 mensen” van elektriciteit kunnen voorzien. 

Maar waarom?

Het vermelden waard: De race om steeds grotere windmolens te bouwen, gebeurt om een goede reden.

• Grotere windturbines kunnen meer energie produceren op een kleinere oppervlakte. Daardoor moet de prijs per geproduceerde eenheid elektriciteit afnemen.
• Wanneer de lengte van de wieken verdubbelt, kan een turbine vier keer zo veel wind opvangen. Dat komt omdat de oppervlakte van de cirkel die de wieken vormen, bestaat uit het kwadraat van de lengte daarvan (vermenigvuldigd met de constante pi). 

(evb)