Turkije kondigt militaire interventie in Libië aan

President Tayyip Erdogan heeft op donderdag aangekondigd dat hij troepen naar Libië zal sturen.

Dat op vraag van premier Fayez al-Sarraj die in Oost-Libië tegen de strijdmachten van Khalifa Haftar vecht. De krijgsheer controleert het merendeel van de oliefaciliteiten in het Noord-Afrikaanse land.

Een mogelijke interventie hing al even in de lucht. De geruchten kregen een stroomversnelling op woensdag toen Erdogan een verrassingsbezoek aan Tunesisch president Kais Saied bracht. Ze bespraken toen een samenwerking om in Libië een wapenstilstand te bekomen.

Libië steunt Turkije in de Middellandse Zee

Eerder deze maand liet de Turkse president al weten dat hij bereid was om de Libische regering militair te steunen. De twee legden dat vast in een akkoord dat van het parlement het fiat kreeg.

Naast het verdrag rond militaire samenwerking tekenden Libië en Turkije ook een rond de territoriale wateren in het oostelijke deel van de Middellandse Zee. Begin december legde Turkije zijn maritieme grenzen dwars door die van Cyprus en Griekenland. Tot de verontwaardiging van die laatste schaarde Libië zich achter Turkije in dit territoriale dispuut.

Libische olie

De Turkse troepen zullen pas in 2020 voet aan de grond krijgen. De wet moet eerst nog door het parlement. Dat zal op 8 of 9 januari gebeuren, stelde Erdogan.

Turkije stuurt nu al militair materiaal naar Libië. Haftar kan dan weer op de steun van Rusland, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten rekenen.

Het conflict in Libië is al gaande sinds 2011 nadat een militaire interventie van de NAVO het regime van Moammar al-Qadhafi omverwierp. Het land herbergt momenteel 51.118 vluchtelingen volgens cijfers van de VN, en is een belangrijk transitland geworden voor migratie naar Europa.

Lees ook:

Meer

Ontvang de Business AM nieuwsbrieven

De wereld verandert snel en voor je het weet, hol je achter de feiten aan. Wees mee met verandering, wees mee met Business AM. Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en houd de vinger aan de pols.