De consumentenprijzen in de eurozone zijn in oktober met 10,7 procent gestegen. Dat blijkt uit de voorlopige cijfers van statistiekbureau Eurostat.
De inflatie blijft zo versnellen in eurozone. In september was de prijsstijging nog 9,9 procent, en in oktober 2021 was dit nog maar 4,1 procent.
De kerninflatie (energie en voeding weggefilterd), voor de Europese Centrale Bank een belangrijke graadmeter, bedroeg in oktober 5,0 procent op jaarbasis. Dit was in september 4,8 procent.
Kopzorgen voor ECB
Omdat de werkelijke inflatie voor de zoveelste keer hoger uitvalt dan de ramingen van de Europese Centrale Bank, verhoogt dit de kans op een langere periode van renteverhogingen, zo zeggen analisten in een eerste reactie. “Bovendien worden de verschillen tussen de inflatiecijfers binnen de landen van de eurozone groter, wat de zaak voor het monetaire beleid nog erger maakt”, merkt de denktank Oxford Economics op.
De inflatie werd berekend op basis van de geharmoniseerde Europese methode (HICP), die licht afwijkt van de nationale werkwijze. De inflatie in België komt volgens de HICP-methode uit op 13,1 procent, of bijna dubbel zoveel als in Frankrijk (7,1 procent).
In Nederland gaat het algemene prijspeil in oktober zelfs met 16,8 procent omhoog tegenover een jaar eerder, maar is er wel sprake van een lichte afkoeling tegenover september.
(jvdh)