Het delen van technologie wordt een cruciale pijler in de verdere samenwerking tussen de autobouwers Renault en Nissan. Dat hebben een aantal waarnemers tegenover het persbureau Reuters gezegd. Volgens hen zou Renault vooral eisen dat Nissan meer intellectuele eigendom in het partnership zou brengen. Nissan zou daarentegen vooral naar een groter machtsevenwicht streven.
De Franse autobouwer Renault heeft al sinds het einde van vorige eeuw een samenwerkingsverband met zijn Japanse sectorgenoot Nissan. De twee partners maakten eerder deze maand bekend in gesprek te zijn over de toekomst van de alliantie.
Machtsverhouding
Daarbij zou Nissan mogelijk investeren in de nieuwe fabrikant voor elektrische wagens die uit Renault zou worden afgesplitst. Tegelijkertijd werd gesproken over een vermindering van het belang van 43 procent dat Renault in zijn Japanse partner heeft.
Dat zou de machtsverhouding tussen beide partijen immers meer in evenwicht kunnen brengen, want Nissan heeft momenteel slechts een belang van 15 procent – zonder stemrecht – in Renault. Die Franse dominantie in de alliantie is voor Nissan al langer een knelpunt. De Japanse groep vindt dat de samenwerking te weinig evenwicht vertoont.
“Renault wil dat de verdere samenwerking meer wordt dan een financiële alliantie”, merken de waarnemers op. “Daarbij wordt gewezen op het delen van intellectuele eigendom, de inzet van ingenieurs en de ontwikkeling van gezamenlijke projecten.”
Maar daar heeft Nissan een aantal vragen bij. Over het delen van oude technologie zijn er weinig problemen, maar wel is de Japanse constructeur bekommerd over een aantal nieuwe projecten, waaronder de ontwikkeling van vastestof-batterijen waaraan Nissan momenteel werkt.
Renault wil zijn divisie Ampère, die zich toespitst op de ontwikkeling van elektrische wagens, scheiden van de afdeling Cheval, waarin de traditionele activiteiten op het gebied van verbrandingsmotoren worden ondergebracht. Met dit initiatief hoopt Renault op de markt voor elektrische wagens een inhaalslag te maken.
Overheden
De Franse regering, die een belang van ongeveer 15 procent in Renault aanhoudt, vraagt dat de Franse automaker de controle over zijn industriële en technologische programma’s in handen houdt. Dat heeft Bruno Le Maire, de Franse minister van Financiën, gezegd.
In een reactie op die woorden heeft het Japanse ministerie van Handel aan Nissan gevraagd duidelijk te maken welk standpunt het Japanse concern terzake hanteert. Nissan wil alvast dat Renault zijn belang in de Japanse groep tot 15 procent zou herleiden.
Renault vraagt dat Nissan in Ampère zou investeren. Over de omvang van die investering zou nog worden onderhandeld, aangezien het moeilijk is om de exacte waarde van Ampère te bepalen. Volgens een aantal bronnen zou Nissan mogelijk een bedrag tussen 500 miljoen dollar en 750 miljoen dollar betalen voor een belang van 15 procent in de nieuwe entiteit.
“Gezien zijn investeringsbehoeften is Renault in een dergelijk akkoord het meest geïnteresseerd”, stippen de waarnemers aan. “Voor Nissan is er daarentegen geen absolute noodzaak om aan Ampère deel te nemen. Nissan moet bovendien de kostenefficiëntie van de investeringen aan zijn aandeelhouders uitleggen.”
Bij het samenwerkingsverband tussen Nissan en Renault is ook de Japanse constructeur Mitsubishi betrokken. “Die zou mogelijk een kleine investering in Ampère overwegen om zijn positie in de alliantie vast te houden”, beklemtonen de waarnemers. Mitsubishi zelf zegt nog niet in detail over investeringen te hebben nagedacht.
(ns)