Op de voorbije heerlijke zomeravonden stegen hier en daar de eerste luchtballonnen op, cafés zetten hun parasols buiten. Wat die ballonvaarders en café-uitbaters gemeen hebben en durven vergeten is de ‘belasting voor aanplakking’. Dat is een taks gevestigd op zogenaamde ‘plakbrieven’, die voor het publiek zichtbaar zijn en waarvan de oppervlakte groter is dan één vierkante meter.
De belasting dateert uit 1919 en is verschuldigd voor elke aankondiging, ongeacht of dit reclame is of niet. Ook reclame op voertuigen, parasols en luchtballonnen wordt geviseerd. Het bedrag van deze taks voor aanplakking bedraagt 50 eurocent per vierkante meter. “Lichtaankondigingen” zijn vijfmaal duurder, waarom is niet echt duidelijk. Waarschijnlijk omdat zij nóg meer zichtbaar zijn.
Hoe de belastbare oppervlakte bepalen?
Maar hoe precies de oppervlakte meten van de reclame op een grote parasol of luchtballon? Wel, ook daar heeft de wetgever een oplossing voor. De oppervlakte moet bepaald worden aan de hand van de “rechthoek waarvan de kanten lopen door de uiterste punten van de gedaante der aankondiging”. Veel succes aan de belastingcontroleur die dat moet gaan verifiëren.
Uiteraard zijn er ook uitzonderingen voorzien. Plakbrieven van de bond der Kroostrijke Gezinnen, de Kerk en aankondigingen voor feesten met een liefdadig of menslievend doel zijn vrijgesteld. De cafébaas met een grote parasol van Duvel of Stella is in principe wel belastbaar.
De overheid wil zich uiteraard verzekeren van de inning van de belasting. Daarom is zowel het advertentie -of reclamekantoor als de persoon (de adverteerder) die er belang bij heeft, de belasting verschuldigd. Bovendien is de taks verschuldigd vóór de aanplakking plaatsvindt, in principe door de persoon die “de plakbrief voor het publiek zichtbaar maakt”.
Verwarrende en oncontroleerbare toestanden
Het kan dus zijn dat een adverteerder bij een reclamekantoor 100 affiches bestelt, maar er slechts 50 ophangt. De klant kan zelf de belasting betalen, maar dan moet hij wel aan het reclamekantoor het bewijs leveren dat hij de taksen voor minstens 50 affiches heeft betaald.
Het spreekt voor zich dat dit leidt tot verwarrende en oncontroleerbare toestanden. Ondanks een administratieve circulaire, opeenvolgende Ministers van Financiën die in het parlement duidelijkheid kwamen verschaffen en arresten van het Grondwettelijk Hof, blijft de belasting voor problemen en vraagstukken zorgen.
Ook de Nederlandse ballonvaarder betaalt als hij boven België vliegt
De belasting voor aanplakking is verbonden aan de plaats waar de publiciteit gevoerd wordt. Wanneer een Nederlandse ballonvaarder met reclame boven het Belgische luchtruim zweeft moet aldus de Belgische fiscus uitrukken om de belasting te innen. Indien niet opgetreden wordt betekent dit een concurrentieel nadeel voor de Belgische ballonvaarders.
Om die Kafkaiaanse toestand enigszins te milderen werd verduidelijkt dat de belasting slechts eenmalig verschuldigd is, ongeacht het aantal keren dat een luchtballon opstijgt. Een opluchting voor de Belgische luchtballonsector!
“Aanplakkingsaangifte” brengt redding
Gelukkig is er de “aanplakkingsaangifte” (voor de professional: “formulier nr. 48”) die redding brengt. In die aangifte moet u uiteraard datum en naam vermelden, maar ook het materiaal waaruit de affiche vervaardigd is, de volledige tekst van de affiche en, indien dat nodig is een beknopte beschrijving van de afbeelding die ze bevat, zodat er geen twijfel mogelijk is omtrent de identiteit van de affiche.
Er is ook een “maandelijkse aangifte van betaling” die in tweevoud opgemaakt moet worden. Eén exemplaar moet worden ingediend bij de fiscus. Het andere exemplaar moet, samen met de aanplakkingsaangiften, gedurende zes jaar (!) worden bewaard.
Wanneer er geen betaling van de belasting is vóór de aanplakking is er een minimumboete van 25
euro verschuldigd. Een onrechtmatig aangeplakte plakbrief kan in beslag worden genomen of vernietigd. Hoeveel parasols of ballons op heden in de beslag werden genomen door de fiscus is nog onduidelijk.
De staatssecretaris van administratieve vereenvoudiging die nog niets vereenvoudigd heeft
De taks bracht in 2019 maar liefst 1,8 miljoen (!) euro op. De administratieve kosten voor overheid en bedrijven zijn vele malen groter. De Vivaldi-regering wil inzetten op administratieve vereenvoudiging. Wel dan, hierbij een kans voor de staatssecretaris van administratieve vereenvoudiging die nog niets vereenvoudigd heeft. Maak een einde aan deze Kafkaiaanse maatregel en schrap deze belasting.
In afwachting van de afschaffing: adverteer nooit op oppervlaktes groter dan één vierkante meter. Ook niet op twee van 0,5 vierkante meter naast elkaar, want ook dan ben je belastbaar.
(ddw)
De auteur Wesley De Visscher is adviseur fiscale zaken op de studiedienst van N-VA en schrijft in eigen naam.